In 41 dagen fietste Ilja Leonard Pfeijffer samen met zijn Siberische geliefde vanuit Leiden naar Rome. Een pretentieloze ode aan de liefde die 2601 kilometer duurt, is het charmante resultaat.

‘P rosta tak’, zei de Siberische Gelya op een blauwe maandag aan haar vriendje Ilja Leonard Pfeijffer toen die haar vroeg hoe ze een fietstocht naar Rome moesten aanpakken. ‘Gewoon zo’, zonder voorbereiding de fiets op springen en naar het zuiden koersen: dat was ‘de vrolijke fladderfilosofie’ van Gelya die Pfeijffer op weg zette om de daad bij het woord te voegen. Hij kocht in zeven haasten voor 95 euro een oude Batavussportfiets bij de Turk om de hoek en weg waren ze in juni 2008.

De filosofie van de heuvel. Op de fiets naar Rome is het aanstekelijke dagboekverslag van Pfeijffers fiets-bedevaart naar Rome. Aanstekelijk omdat het in deze grijze herfstmaanden doet terugverlangen naar de zomer en vooral naar de boeddhistische go with the flow-levensmethode die Pfeijffer en zijn Siberische muze hier demonstreren. Pfeijffer vertelt hoe hij in Leiden in een doodlopend straatje zat: altijd weer dezelfde stamcafés met dezelfde literatorenpraatjes. Kwam erbij dat hij er fysiek ook al niet meer zo florissant bij liep. Tot hij in een coup de foudre met zijn nieuwe liefde kennismaakte, die hem prompt de fiets op joeg. Kwestie van dat buikje in te tomen en de schrijver opnieuw zin te doen krijgen in het volle leven.

Als lezer volg je beide fietsers dag na dag tijdens hun tocht naar Rome. De tweede dag houden ze halt in Turnhout, om vervolgens naar Leuven te fietsen. Het ontgaat de puffende Pfeijffer niet dat de fietspaden in Vlaanderen er vaak belabberd bij liggen: ‘Als verwende Nederlander raakte ik ook geïrriteerd over de kwaliteit van de Belgische fietspaden. Meestal is het niet meer dan een strookje hobbelig asfalt vol gaten en scheuren langs een glanzend en voorbeeldig onderhouden rijksweg.’ Maar dat drukt de pret niet, want ’s avonds wenkt een goed glas wijn bij een hartige hap. Op dag vier rijden ze Wallonië binnen. Pfeijffer noteert: ‘Hier waren geen scheuren in de weg, maar scheuren in de ziel.’ Niet getreurd, want de vernieuwde, idyllische fietsroute naar het Noord-Franse Givet loopt als een trein en de Chimay smaakt voortreffelijk in het plaatselijke café.

Veel wordt er niet gefilosofeerd onderweg. Het gaat er vooral om dat Pfeijffer al fietsend leert hoe je best ‘gewoon zo’ door het leven stapt, en daarbij niet mag denken aan de eindbestemming. Als je voortdurend met Rome in je hoofd zit, aldus Pfeijffer, vergal je het fietsplezier. Idem dito bij een beklimming: wie altijd met de afstand tot de top bezig is, vergeet de ontspannen gewaarwording van het on the road zijn. En gaat het zo niet met het hele leven? Wie alles wil beredderen, heeft er niets van begrepen. Het knappe is dat Pfeijffer en Gelya die prosta tak-strategie effectief ook uitvoeren, met vallen en opstaan. En nog beter werkt de verliefde blik waarmee Pfeijffer, de leerling, naar de gewone levensfilosofie van zijn meesteres opkijkt. Pfeijffer-de-geweldenaar is in dit boekje op slag zijn brallerige toon kwijt die hem in vroeger prozawerk vaak parten speelde. Hij komt in Genua tot rust, en de lezer met hem. Ze fietsen door tot Rome om zo vlug mogelijk terug te keren naar Genua, waar Pfeijffer en Gelya ondertussen een nieuw vaderland hebben gevonden. Je zou na het lezen van dit dagboek warempel zelf prosta tak de fiets op willen springen om samen met je geliefde het leven opnieuw uit te vinden. Maar eerst nog even wachten tot het buiten zomert.

ILJA LEONARD PFEIJFFER & GELYA BOGATISHCHEVA, DE FILOSOFIE VAN DE HEUVEL. OP DE FIETS NAAR ROME, DE ARBEIDERSPERS, AMSTERDAM, 208 BLZ., 18.95 EURO, ISBN 9789029567688.

Frank Hellemans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content