De sfeer bij de Kosovaarse Albanezen in Brussel.

Gani Azemi, de directeur van het Albanese informatiecentrum voor de Benelux en de Europese Unie, is blij met de Navo-luchtaanvallen op Servische doelwitten. Maar de reactie van het Westen komt wel erg laat, vindt hij. “De kwestie-Kosovo had al tijdens de vredesonderhandelingen in Dayton op tafel moeten komen. Dat dit niet gebeurde, was een grote vergissing van de westerse diplomatie. Het was ook verkeerd om de Servische oorlogsmisdadigers Radovan Karadzic en Ratko Mladic vrij rond te laten lopen. Indien men ze had opgepakt en voor het oorlogstribunaal van Den Haag had gesleept, zou Slobodan Milosevic wel twee keer nagedacht hebben voor hij iets ondernam.”

Nu wordt volgens Azemi in Kosovo door de Servische milities een middeleeuwse oorlog tegen de Albanese burgerbevolking gevoerd, een oorlog waarbij messen en bijlen worden gebruikt om de mensen de hersenen in te slaan en de keel over te snijden. Maar nu het er zo voor staat, nu de Kosovaarse dorpen branden en de Albanezen met geweld uit hun huizen en over de grens worden gejaagd, zijn de mogelijkheden beperkt. Azemi meent dat de Navo-bombardementen onverminderd door moeten gaan, al is dat niet voldoende: “Het UCK moet door het Westen bewapend worden. Alle Albanezen steunen het UCK. Dat Rambouillet dood is, is niet onze schuld. Sinds Milosevic aan de macht is, is het duidelijk geworden dat het bestaan van Joegoslavië door Servië niet meer werd gewild. Het verloop van de oorlogen in Slovenië, Kroatië, Bosnië en nu in Kosovo hebben dat meer dan duidelijk gemaakt.”

Dat is ook de mening van Husamedin Shukrija, een geslaagd Albanese zakenman die twintig jaar geleden de Belgische nationaliteit heeft aangenomen: “Milosevic verspeelt alles. Na het verlies van Slovenië, Kroatië en de Servische gebieden in Bosnië, staat hij nu op het punt Montenegro, Kosovo en wie weet ook nog de Vojvodina kwijt te spelen. Iedereen kan toch zien dat door toedoen van Belgrado het vroegere Joegoslavië aan het verschrompelen is tot alleen maar Servië dat zich bovendien vrijwillig onder curatele van Rusland wil plaatsen.”

WAT RUGOVA DEED WAS EEN LEIDER ONWAARDIG

Maar hoe zit het dan met de Kosovaarse president Ibrahim Rugova? Geniet hij nog het vertrouwen van de Kosovaarse Albanezen? Het thema is een splijtzwam. “Hij is in Pristina de gevangene van de Serviërs,” zegt Azemi, die pal achter Rugova blijft staan. Maar de televisiebeelden waarop Rugova glimlachend en handenschuddend met Milosevic werd gezien, hebben veel verwarring gesticht bij de Albanezen in de diaspora. Ook Rugova’s oproep tot het Westen om de bombardementen te staken en nieuwe onderhandelingen te beginnen, is bij vele Albanese emigranten in slechte aarde gevallen.

“Rugova is te ver gegaan”, meent Shukrija. “Ik weet het wel, er werd gezegd dat hijzelf en zijn familieleden werden bedreigd. Niettemin, Rugova is een leider. Wat hij gedaan heeft, is een leider onwaardig, want je pacteert niet in het publiek met de man die op hetzelfde ogenblik je volk uitmoordt. Indien ik in zijn plaats was geweest, dan had ik mezelf en heel mijn familie liever laten doden dan met Milosevic op de televisie te verschijnen.”

Shukrija doet geen moeite om zijn haat te verbergen. Hij maakt geen onderscheid tussen het Servische regime en het Servische volk. Onverbloemd pleit hij ervoor dat de Navo in Belgrado een bom zou gooien in de menigte die op de brug over de Donau een levend schild vormt. “Une bombe dans la foule”, dat is wat Shukrija voor ogen staat.

Azemi blijft Rugova prijzen als een grote persoonlijkheid die vele onderscheidingen kreeg omdat hij voorstander was van een geweldloze oplossing voor Kosovo. Toch geeft hij een afwijkend antwoord op de vraag waarom Rugova niet eerder bescherming bij het UCK heeft gezocht. De verklaring is wellicht dat de leiding van het UCK absoluut niet meer in de politieke toekomst van Rugova gelooft sinds hij zich in Belgrado heeft gecompromitteerd.

Gani Azemi is in café Pristina, één van de vele Albanese clubs in het hart van Brussel, niet dezelfde man die hij op het kantoor was. Officieel is hij een voorstander van een democratisch, vrij, onafhankelijk en multi-etnisch Kosovo, maar van dat laatste blijft niet veel meer over als we samen met Ismail Bytyci, president van de LDK-Benelux en met Musa Alaj, de woordvoerder van de partij, met een half oog naar de Albanese televisie kijken.

Zoals bijna elke Kosovaar is Azemi zelf ook een slachtoffer. Van zijn zuster en haar zes kinderen die in Pristina wonen, heeft hij al twee weken geen nieuws. In het diepste van zijn hart is hij overtuigd dat een vreedzaam samenleven met de Serviërs voorgoed uitgesloten is. Al weet hij dat zijn standpunt niet realistisch is, toch is Azemi ervan overtuigd dat Kosovaarse Albanezen en Serviërs zelfs geen buurvolken meer kunnen zijn, zo diep zit nu de haat.

DE SERVISCHE INTELLECTUELEN HEBBEN HET INITIATIEF GENOMEN

Die haat geldt niet alleen het Servische regime in Belgrado, maar alle Serviërs zonder uitzondering, ook de Servische burgerbevolking in Kosovo. Die, aldus Azemi, de Servische milities helpt om de provincie van de Albanezen te zuiveren. “Het zijn trouwens niet alleen de Servische politici die het Kosovaarse drama op hun geweten hebben, maar de Servische intellectuelen hebben het initiatief genomen”, aldus Azemi die erop wijst dat al lang voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog Servische intellectuelen voorstellen deden om de Albanese kwestie eens en voor altijd op te lossen.

Azemi: “De Servische historicus Vasa Cubrilovic spande de kroon. Zijn beruchte referaat Iseljavanje Arnauta of ‘De gedwongen verhuizing van de Albanezen’ uit 1937 lijkt wel een blauwdruk van de operatie die nu aan de gang is. Cubrilovic was er voorstander van om alle Albanezen uit Kosovo met geweld te verdrijven omdat alle andere middelen hadden gefaald.”

Café Pristina zit vol jonge mannen die geboeid naar de nieuwsuitzending van de Albanese tv zitten te kijken. Er gaat geen gejuich op als ze de Navo-bommen op de Servische doelwitten zien inslaan. Hooguit is er iemand die instemmend knikt. Naast me zit Nano, achttien jaar, die met zijn vader via Tsjechië naar Brussel is gevlucht waar hij sedert een maand verblijft. Terugkeren wil hij zo snel mogelijk, om zich met het wapen in de hand bij het UCK te voegen en zijn land te bevrijden.

Piet de Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content