Het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité kon de machtsstrijd in zijn eigen rangen niet verbergen.

België stuurde geen enkele sportploeg naar de Olympische Spelen. Het belangrijkste teamwork in Atlanta werd geleverd door de delegatie van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) en dat optreden getuigde niet altijd van veel cohesie. De spanningen binnen het Comité waren bijwijlen te snijden, de hier aanwezige leden slaagden er niet in om die voor de aandachtige waarnemer verborgen te houden.

Het conflict draait rond voorzitter Adrien Vanden Eede, die tijdens de Spelen opvallend vanuit een buitenspelpositie functioneerde. De Brusselaar dreef vlak voor Atlanta weer naar de oppervlakte na een afwezigheid van acht maanden, op basis van persoonlijke problemen. Maar de meeste andere kopstukken van het Comité lieten hun voorzitter hier ostentatief links liggen. Zodanig werd er in Atlanta vanuit gebroken verhoudingen gehandeld, dat het zeer onwaarschijnlijk lijkt dat Vanden Eede op het einde van het jaar zichzelf als BOIC-voorzitter opvolgt.

Het alternatief staat trouwens al in de steigers en beoogt de terugkeer van Jacques Rogge, volgens vele getuigen de meest geschikte man voor dat mandaat. Rogge leidde het BOIC eerder al maar ruimde de baan voor Vanden Eede om zich aan het hoofd te stellen van de Europese vereniging van Olympische Comités. Mocht hij in december op de algemene vergadering tot BOIC-voorzitter gekozen worden, dan zou Rogge zijn internationale mandaten niet opgeven. Het ligt in de bedoeling dat deze naar verluidt uitstekend georganiseerde man zou opereren vanuit een soort ?open stoel? en veel taken zou delegeren. In de praktijk houdt dit een bevestiging in van de actuele reële werking van het Comité : mensen die het kunnen weten, beweren dat secretaris-generaal Guido De Bondt al jarenlang als drijvende kracht van het BOIC fungeert.

STEEKSPEL.

Adrien Vanden Eede : ?Ik merkte die vijandigheid natuurlijk ook op. Radioverslaggever Carlos De Veene sprak me hier aan als de vergeten voorzitter. Enkele mensen gingen er blijkbaar van uit dat ik niet meer zou terugkeren en mijn afwezigheid gaf hen de ruimte om hun eigen ambities in te vullen. Ze denken misschien dat ze het beter kunnen. Maar u ziet, ik ben nog niet dood. De gedachte aan Atlanta heeft me genezen en ik geloof dat ik hier goed functioneerde. Ik woonde alle competities bij die ik moest bijwonen. Ik stond dicht bij de atleten. Ik ontving en begeleidde prins Filip en verscheidene ministers en prominente figuren.

Wat verwijten ze me eigenlijk ? We keren uit Atlanta terug met zes medailles. De financiële toestand van het BOIC zag er nog nooit zo rooskleurig uit, dertig jaar geleden zijn we begonnen met 750.000 frank schuld. Dat is mijn succes. Dat is het resultaat van mijn beleid, dat kan niet voortkomen uit het beleid tijdens mijn acht maanden afwezigheid. Wie op acht maanden tijd een beleid kan ontplooien dat zes medailles opbrengt, is een tovenaar. Die man moet ons over vier jaar veertig medailles bezorgen. Natuurlijk, als ik straks niet herverkozen word, leg ik me neer bij de democratie. Dat zal pijn doen, ik sta al dertig jaar in dienst van het BOIC, het Comité is als een kind voor mij. Aan aanbiedingen zal het niet ontbreken. Ik geloof wel dat ik iets van sportmarketing ken. Het IOC zal me met open armen ontvangen. Internationale federaties smeekten me al : Adrien, kom naar ons. Maar voor mij is het BOIC prioritair. Ik heb nog ideeën, we kunnen nog vooruitgang boeken. Een aantal mensen betuigde me al hun steun : Alexandre de Mérode, Raoul Mollet, François Narmon van het Gemeentekrediet. Zeker tien federaties, en niet de minst belangrijke, lieten me weten dat ze met mij verder willen.?

Delegatieleider Jan Peeters : ?Niet wij hebben de moeilijkheden veroorzaakt, maar de voorzitter met zijn persoonlijke problemen. We hebben dat lang getolereerd, hebben altijd geprobeerd om dat voor de buitenwereld toe te dekken. Maar sponsors zijn ons al komen vinden met de boodschap : zo kan het niet langer. Het gaat hier absoluut niet om een communautaire kwestie, al vrees ik wel dat Adrien het zo zal spelen. Zijn afwezigheid duurde geen acht maanden, maar minstens twee jaar. Hij functioneerde niet meer. Dit succes danken we niet aan zijn beleid, maar aan de nieuwe politiek, gericht op onze topatleten. Dat beleid komt van mensen als Guido De Bondt, Roger Van Meerbeek, Eddy De Smedt. Met zijn gedrag heeft Adrien het beleid integendeel bemoeilijkt. Net als wij, laat ook het IOC hem meer en meer links liggen. De steun die hij beweert te krijgen, komt overwegend van mensen en instanties die niet weten wat er gebeurt. Welnu, we zullen iedereen informeren. Op de raad van bestuur van midden september gaan we de kwestie op tafel gooien. Dan gaan er een paar mensen raar opkijken, want vergeet niet dat Adrien ook nog de bezoldigde voorzitter is van het Ontwikkelingscomité van de Belgische Sport. Als Adrien herverkozen wordt als voorzitter, neem ik ontslag en ik denk niet dat ik de enige zal zijn.?

Delegatieleider Jan Peeters (rechts) : Als Adrien Vanden Eede (links) weer tot voorzitter wordt verkozen, neem ik ontslag. En ik zal de enige niet zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content