Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.

Jef Geeraerts: Ik volg dat met speciale aandacht omdat ik in 1972 een bezoek aan Afghanistan heb gebracht. Dat land heeft me van bij de eerste kennismaking de adem afgesneden, en dat gevoel is me bijgebleven. Het is een prachtig land, immens groot plus dunbevolkt, waar ik met een Afghaanse vriend te paard ben door gereden. De bevolking kent een door de islam geïnspireerde spirituele solidariteit die aan de Middeleeuwen deed denken. Wie Afghanistan bezoekt, wordt bevangen door een unheimliche vervreemding. Het is een ruw maar ook een puur land, waar de mensen een soort bijbelse verstandhouding met de barre leefomstandigheden hebben gevonden. De infrastructuur is de voorbije twintig jaar door de Russen kapotgeschoten, en de interne oorlogen tussen de moedjahedien en de Taliban hebben de armoede enorm doen toenemen. Kabul was voor mij een culturele revelatie, maar als ik nu beelden van die stad zie, doen ze me denken aan het geraamte van Dresden. Al dat geweld en die verwoestingen hebben de Afghanen wel gehard. Ik hoop voor de Amerikanen dat zij op de hoogte zijn van hoe het verleden de huidige leef- en denkwereld van die mensen heeft bepaald.

Als de VS voor een grondoorlog opteren, moeten ze toeslaan vóór de winter intreedt.

Geeraerts: De Special Forces kunnen op verschillende manieren worden ingezet. Ik heb ooit de opleidingsmethodes in Fort Bragg bestudeerd. Er zijn twee types van operaties: een offensief met geweld of een offensief met charme. Als ze kiezen voor geweld doen ze er goed aan de Afghanen niet te onderschatten, want dat zijn krijgers die dolgraag vechten en er niet al te veel mee inzitten dat ze kunnen sneuvelen. Ze putten daar zelfverzekerdheid en onverzettelijkheid uit, en gebruiken die eigenschappen om een vijand uit zijn evenwicht te brengen. De Special Forces zijn uitstekend getraind, maar bestaan uit soldaten die qua eten en verzorging in de watten worden gelegd en niet zo op langdurige ontberingen gesteld zijn. Ze zijn beschermd door met raketten en mitrailleurs uitgeruste Apache-helikopters die hen binnen het uur kunnen ontzetten, maar toch lijkt het mij een grote gok om in Afghanistan een grondoorlog te beginnen. Het risico op hinderlagen is groot. Ik vraag me af of Amerika de lessen van Vietnam vergeten is. Een paar body bags met dode soldaten kunnen in de States een nieuwe massapsychose doen ontstaan. Na 11 september waren er al rednecks uit het zuiden die om atoomwapens riepen. Dat alles doet besluiten dat er meer heil te verwachten is van een charmeoperatie. Je moet ervoor zorgen dat de plaatselijke bevolking je als een gast ontvangt, als iemand die hulp komt brengen. Al is dat sneller gezegd dan gedaan. Er zal meer nodig zijn dan voedselpakketten met pindakaas en een Amerikaans vlaggetje.

De Amerikanen proberen in elk geval de interne oppositie tegen de Taliban aan te wakkeren.

Geeraerts: Als de berichten correct zijn, lijken ze daarin te slagen. En dat is niet verwonderlijk. Niemand, ook geen gelovige moslim, kan een geestelijke terreur als die van de Taliban lang verdragen. Of kan leven met de voortdurende dreiging van de ethische politie, die als een gier op de loer ligt om iedereen op te pakken die de voorschriften van de Taliban overtreedt. Als elke vorm van genieten of van verscheidenheid onmogelijk wordt gemaakt, is een opstand onder wat voor vorm ook op de lange duur onvermijdelijk.

Op zijn minst de vrouwelijke helft van de bevolking moet de Taliban haten.

Geeraerts: Op televisie is een fascinerend portret uitgezonden van een Afghaanse vrouw die in Engeland leefde en als journaliste terugkeerde naar Afghanistan, waar ze zowel met de Taliban als met de gewone man en vrouw gesprekken voerde. In die reportage was te zien hoe vrouwen in Kabul clandestien onderricht geven aan jonge meisjes, hoe ze de shador aflegden en elkaar schminkten. Allemaal zaken die strikt verboden zijn. Voor de Taliban zijn vrouwen inferieure wezens die niet toegelaten worden tot de meest elementaire intellectuele ontwikkeling. En dat ondanks het feit dat Aïsha, de vrouw van Mohammed, buitengewoon vrijgevochten was. De Taliban beweren dat ze door hun maatregelen de vrouw tegen zonde beschermen, maar die uitleg is hypocriet. Wat ze hebben gedaan, is een schrikbewind voor vrouwen én voor mannen invoeren, dat helemaal niet met de ziel van het Afghaanse volk overeenstemt. In 1972 was er televisie, er was video, er was overal muziek. Zelden heb ik zo aangrijpend horen zingen als daar. Dat droeg bij tot de heel speciale sfeer van dat land. Wie dat vernietigt, kan zich enkel gehaat maken. Het opblazen van de boeddhabeelden was een ander schandaal, net als het verkopen van de vele kunstwerken uit het museum van Kabul.

Dat een oorlog voeren in Afghanistan geen sinecure is, hebben de Russen ondervonden. Is het nu de beurt aan de Amerikanen?

Geeraerts: Veel langer geleden heeft ook de onoverwinnelijke Alexander de Grote zijn tanden stuk gebeten op Afghanistan. In de negentiende eeuw wilden de Engelsen er een buffer maken aan de zuidkant van het machtige tsarenrijk, maar hun beste regimenten werden er uitgemoord. De Britten schoten erop los. Toen hun kogels op waren, werden ze echter in de lijf-aan-lijfgevechten afgeslacht. Voor de Afghanen was dat een van de grote heldendaden uit hun geschiedenis, voor de Engelsen een van de grote vernederingen. Het zou me niet verbazen mocht dat mee verklaren waarom Tony Blair zo gretig met de Amerikanen meedoet. De Engelsen zijn zeer patriottisch en hebben een sterke band met hun geschiedenis. Het steekt hen nog altijd dat het gemenebest is afgebrokkeld, en dat ze kolonies als India en Pakistan hebben moeten afgeven. De drang naar revanche is sowieso een belangrijk onderdeel van de hubris die leiders van grote landen kenmerkt. Kijk maar naar het enthousiasme waarmee Vladimir Poetin steunpunten in Oezbekistan heeft aangeboden. Vergeten we ook niet dat ten noorden van Afghanistan een rijk olie- en aardgasgebied ligt, met reeds ontworpen pipelines naar de havens in Pakistan. Ik vermoed dat de clan-Bush daar wel interesse voor heeft.

De drang naar revanche is vanzelfsprekend het grootst bij de Amerikanen.

Geeraerts: Een Amerikaan heeft beperkte kennis van aardrijkskunde en geschiedenis. Hij zal niet te veel andere landen trefzeker op de kaart kunnen aanwijzen, en de geschiedenis begint voor hem pas drie eeuwen geleden. Daarnaast hebben de Amerikanen een superioriteitsgevoel omdat ze nu eenmaal op vele gebieden de machtigste natie ter wereld zijn, en ze lijden aan ideeënversimpeling die zich in crisismomenten sterk uit. Dat de regering in 2001 nog op cowboytaal als dead or alive en smoke him out terugvalt, is veelzeggend. Ik denk dat de schok van 11 september lang zal nazinderen, in de hele westerse wereld trouwens. De Amerikanen hebben in de voorbije driehonderd jaar veel op elkaar en op anderen geschoten, maar de enige keer dat ze door een externe vijand op hun eigen grondgebied werden aangevallen, was in 1942 door één Japanse duikboot die twee granaten op de kust van Californië afvuurde. Dat gevoel van onaantastbaarheid zijn ze nu voorgoed kwijt.

Daar komt de dreiging van terreur met biologische wapens bij.

Geeraerts: De Amerikanen zijn doodsbang. Kijk naar de lichaamstaal van John Ashcroft, of naar de onzekerheid in de varkensoogjes van George W. Bush als hij stoer komt aflezen dat we, Americans zullen overwinnen. Ik zeg ‘aflezen’, want praten doet die man niet. Hij debiteert enkel voorgekauwde zinnen. De gevallen van miltvuur herstellen het zelfvertrouwen van de Amerikaan niet, ook al gaat het voorlopig om beperkte aanslagen waartegen vrij doelmatige verweermiddelen blijken te bestaan. Het gevaar van chemische wapens, zoals zenuwgas, is veel en veel groter. Er is al zo’n aanslag geweest in de metro van Tokio, en Saddam Hoessein heeft er duizenden Koerden mee omgebracht. We zijn dat te gemakkelijk vergeten.

Zowel de Amerikanen als de Taliban beroepen zich op God.

Geeraerts: De Israëlische schrijver Amos Oz heeft erop gewezen dat het samengaan van godsdienst en politiek altijd gevaarlijk is. In vele oorlogen is godsdienst tastbaar aanwezig: ofwel als oorzaak en drijfveer, ofwel als excuus. De Duitsers hadden Gott mit uns, in Joegoslavië botsten drie godsdiensten, in Noord-Ierland staan protestanten en katholieken elkaar naar het leven, en ook in dit conflict heeft iedereen God aan zijn kant. De Afghanen roepen de jihad uit, maar ook Bush heeft het Oude Testament in de mond bestorven. Vergeet niet dat er in de VS 45 miljoen fundamentalistische christenen wonen, die elke morgen voor Amerika bidden en die zonder acht te slaan op Darwin de schepping van de wereld uitsluitend aan God toeschrijven. In sommige zuidelijke staten is de evolutieleer uit de schoolboeken geschrapt. De Amerikanen hebben de Verlichting nooit gekend en velen zweren bij het theocentrisme: God bestuurt alles. Het samengaan van religie en oorlog zie je vooral bij monotheïstische godsdiensten. De islam wil de ongelovigen onderwerpen, het christendom wil ze bekeren. Die neiging is niet aanwezig bij hindoes en boeddhisten.

Meer dan in de Golfoorlog spelen de media een rol in dit conflict. De rechtstreekse verslaggeving verdringt het journalistieke basisprincipe dat je berichten moet checken vooraleer ze te geven.

Geeraerts: De scheiding tussen journalistiek en propaganda is de jongste tijd dun, of soms verdwenen. Er zijn merkwaardige verschillen aan het licht gekomen tussen bijvoorbeeld de verslaggeving op CNN en die op BBC World. Wat CNN deed, was de methodes van Goebbels toepassen. Altijd dezelfde boodschap en dezelfde beelden herhalen. Het is niet toevallig dat vele toplui van dat station vriendschappelijke of familiale banden met de top van de Amerikaanse politiek hebben. De Europese benadering op BBC was genuanceerder. De vraag naar het ‘waarom’, die op CNN nadrukkelijk niet gesteld is, kwam op de BBC sneller aan bod. Niet dat ze pro Taliban waren, maar ze lieten bijvoorbeeld wel Saddam Hoessein aan het woord.

Die zei dat de Amerikanen hun verdiende straf hadden gekregen.

Geeraerts: In alle voorzichtigheid gezegd, is daar iets van. Ik was twee weken geleden getroffen door een stukje van Arnon Grunberg in Humo. Hij beschreef hoe hij in New York zijn raam opende en de geur van verbrand vlees opsnoof. Die gewaarwording zullen weinigen van ons kennen. Ik ben als jonge knaap in Mortsel gaan kijken toen de Amerikanen daar per vergissing hun bommen hadden gedropt. De geur van verbrand vlees kan ik nog in mijn neusgaten voelen, de zwartgeblakerde lijken zie ik zo voor mijn ogen. Dat verbrande vlees is de voorbije eeuw vaak door de Amerikanen veroorzaakt. Denk aan Dresden, waar het bombardement toevallig gepaard ging met stormweer waardoor de vuurgloed tot tweeduizend graden werd aangewakkerd en meer dan honderdduizend mensen opgebrand zijn. Denk aan Hamburg. Daarna Hiroshima. Daarna Vietnam met de napalm. Telkens verbrand vlees door toedoen van de Amerikanen. En nu plotseling, waren ze zelf het slachtoffer. Ik ga uiteraard niet zo ver om zoals Saddam Hoessein te zeggen: hun verdiende loon. Maar je kunt het ook niet los zien van de historische achtergrond.

Het is nuttig het belang daarvan te onderstrepen, want West-Europeanen dreigen te vergeten hoe vreselijk een oorlog is. De laatste Belgische oud-strijder van de Eerste Wereldoorlog is onlangs overleden, en ook de getuigen van de Tweede Wereldoorlog dunnen stilaan uit. Wie jonger is dan zestig beseft niet wat er met een mens gebeurt als een bom van duizend kilo in zijn buurt ontploft, of welke verwoestende kracht van een landmijn uitgaat. Ze hebben het niet zelf meegemaakt. Dat kan leiden tot een gevaarlijke onverschilligheid, waarbij oorlog als een soort videospelletje wordt beschouwd.

Koen Meulenaere

Jef Geeraerts is auteur.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content