Het Belgisch leger stuurt gevechtsvliegtuigen naar Afghanistan. Helpen die om de strijd te winnen?

Minister van Defensie Pieter De Crem krijgt de wind van voren omdat hij enkele F16-gevechtsvliegtuigen naar Afghanistan wil sturen. Naar de omgeving van de stad Kandahar, waar de opstandige taliban het sterkst staan. Het heeft er ook alle schijn van dat De Crem, in zijn ijver om te behagen, zijn Amerikaanse collega Robert Gates heeft beloofd dat zijn toestellen ook Amerikaanse troepen zullen bijspringen, als die daarom vragen. De situatie in Afghanistan is complex. Afgezien van de troepen die er actief zijn in het kader van de NAVO, zoals de Belgen, vechten er ook nog altijd Amerikanen in een aparte operatie. Enduring Freedom werd na de bomaanslagen van 11 september 2001 gelanceerd.

Zelf lopen de Belgische piloten weinig gevaar. In hun oorlog met de Sovjet-Unie in de jaren tachtig beschikten de Afghanen nog over de beruchte Stingerraketten, die ze van de Amerikanen kregen en waarmee ze af en toe een Mig konden raken. De kans is veel groter dat op de grond onschuldige burgers worden gedood. Als de Amerikanen om luchtsteun vragen, maken ze namelijk niet altijd het onderscheid tussen een colonne oprukkende strijders en, bijvoorbeeld, een trouwstoet. Een luchtaanval in het ruige grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan kostte twee weken geleden nog het leven aan een tiental Pakistaanse grenssoldaten.

Afghanistan is een wespennest. Lokale stammen en krijgsheren maken de dienst uit. Loyaliteit heeft altijd een prijs. Een factor van belang is de teelt van opium. Afghanistan zorgt, volgens Amerikaanse bronnen, op dit moment voor 90 procent van de wereldvoorraad aan heroïne. Vaak kan de westerse alliantie niets anders dan de teelt oogluikend toelaten.

Afgezien van een spectaculaire aanval op een gevangenis in Kandahar bleef het verwachte offensief van de taliban dit jaar uit. Dat kan erop wijzen dat zij niet meer over dezelfde slagkracht beschikken als enkele jaren geleden. Tegelijk neemt wel het aantal zelfmoordaanslagen toe. Soldaten komen ook in toenemende mate om het leven door het gebruik van de gevaarlijke bermbommen, waarmee Al-Qaeda ook in Irak succes had. George W. Bush kreeg op zijn afscheidstournee langs enkele Europese hoofdsteden veel schouderklopjes. Zijn succesgeneraal David Petraeus mag proberen om de truc waarmee hij in Irak scoorde in Afghanistan over te doen: stammen met beloften en geld losweken uit het kamp van de vijand.

Er is eigenlijk niemand die het echt weet. Militairen roepen dat meer troepen nodig zijn om de taliban helemaal uit te schakelen, maar tegelijk beseffen ze ook dat zo’n oorlog met militaire middelen alleen niet kan worden gewonnen. Een conferentie in Parijs besliste vorige week om de Verenigde Naties alle burgerlijke programma’s te laten coördineren, die het leven in Af-ghanistan beter moeten maken. De operatie van de NAVO in Afghanistan had namelijk voor het eerst ook een civiele kant. De organisatie zou ook aan wederopbouw doen, maar dat lukt niet zo goed. Er is geen samenwerking en corruptie gaat met veel geld aan de haal. Ook de militairen weten dat Af-ghanistan in de eerste plaats scholen en ziekenhuizen nodig heeft. Bruggen, wegen. Infrastructuur. Kortom: goed bestuur. Een begrip dat Pieter De Crem zou moeten kennen.

door Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content