Libië: “Na militaire strategie, overgaan op politieke en economische steun”

(Belga) Als de militaire dreiging van de Kadhafi-getrouwen in Libië definitief bezworen is, moet bekeken worden hoe de democratische krachten in het land politiek en economisch ondersteund kunnen worden. Dat vindt ontslagnemend minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere.

In De Ochtend op Radio 1 zei Vanackere dat in Tripoli aan het gebeuren is wat de Nationale Overgangsraad had voorspeld: niet alleen de militaire acties van de rebellen, maar ook een opstand binnen de stad zelf maken een einde aan het Kadhafi-tijdperk. Op korte termijn mag er niet voetstoots vanuit gegaan worden dat er geen bloedvergieten meer zal zijn, maar de rebellen hebben de verantwoordelijkheid dat te vermijden, aldus de minister. Wat de lange termijn betreft, waarschuwt hij dat in een land dat al meer dan veertig jaar geen democratie meer gekend heeft, de euforie over de bevrijding plaats kan maken voor nieuwe conflicten. Wordt Kadhafi definitief van de macht verdreven, “dan moeten de VN kijken of er nog een militaire rol te spelen is”, vindt Vanackere. Persoonlijk is hij er voorstander van om Libië dan politiek en economisch te gaan ondersteunen. Defensieminister Pieter De Crem zei eerder maandagochtend dat België beschikbaar blijft voor militaire betrokkenheid. Vanackere waarschuwt er nog voor dat wanneer komaf gemaakt wordt met een dictatuur, “de mensen niet ’s anderendaags werk zullen hebben”. “Wanneer ze beseffen dat de veranderingen niet in een handomdraai gebeuren, kan er ongenoegen ontstaan. Populisme kan dan de revolutie kapen.” “Precies daarom”, besluit de minister, “blijft de EU nauw betrokken bij Libië”. (LEE)