Hendrik Delaruelle

‘Kinderopvang is geen veredeld kleuteronderwijs en vice versa’

Hendrik Delaruelle Directeur Vlaams Welzijnsverbond

‘De kinderbegeleider van vandaag is al lang niet meer de “oppas” van lang geleden’, schrijft Hendrik Delaruelle van het Vlaams Welzijnsverbond naar aanleiding van de vele reacties op het sluiten van de kleuterscholen. ‘Het verbaast ons dat de omwenteling van het beroep aan sommigen is voorbijgegaan.

Kinderbegeleiders hebben met stijgende verbazing de discussie gevolgd over de al dan niet sluiting van de kleuterscholen, en niet alleen omwille van de mank lopende communicatie. Overal zagen we het opduiken. Een onderwijsvakbond protesteerde tegen het feit ‘kleuterleiders gedegradeerd werden tot opvangers’. Maar ook sommige journalisten voelden mee met kleuterleiders wiens onderwijs als een ‘veredelde kinderopvang’ beschouwd werd. Het legt pijnlijk bloot hoe onderwijs, maar ook de bredere samenleving, naar kinderopvang kijkt. Met een cliché-bril die al decennia niet meer beantwoordt aan de realiteit. Dat heeft veel kwaad bloed gezet bij kinderbegeleiders, en terecht.

Het verbaast ons dat de grondige omwenteling van het beroep van kinderbegeleider de voorbije jaren aan sommigen voorbijgegaan is. De kinderbegeleider van vandaag is al lang niet meer de ‘oppas’ van lang geleden. In het nieuws zagen we zelfs de term ‘kinderverzorgsters’ opduiken. Alsof kinderbegeleiders geen cruciale sociale en pedagogische rol vervullen maar enkel kindjes verzorgen, en alsof er anno 2021 geen mannelijke kinderbegeleiders aan de slag zouden zijn.

Kinderen krijgen bij hun onthaalouders, in hun kinderdagverblijf of in de buitenschoolse kinderopvang alle kansen om te groeien en te bloeien. De verzorgende taken zijn daar maar een onderdeel van. Kinderen worden gestimuleerd in hun sociale en motorische vaardigheden, leren de wereld kennen, ervaren interactie met leeftijdgenoten en soms ook oudere kinderen en worden ook pedagogisch uitgedaagd. De opleiding tot kinderbegeleider besteedt daar al jaren zeer veel aandacht aan.

Kinderopvang is geen veredeld kleuteronderwijs en vice versa.

In de realiteit spenderen kinderen tot drie jaar even veel tijd met hun kinderbegeleider als met hun ouders. Dat maakt de kinderbegeleider tot een essentiële factor in de ontwikkeling van het jonge kind. In hun taalontwikkeling, in hun motoriek én, last but not least, in hoe ze naar de wereld kijken. De ontwikkeling die een kind doormaakt in zijn of haar eerste drie levensjaren is zeer sterk bepalend voor het latere groeiproces. Hoeveel woorden ze leren kennen, op welke manier ze gestimuleerd worden, in welke mate ze affectie en veiligheid ervaren. De impact van een kinderbegeleider kan moeilijk overschat worden.

Voorschoolse opvang is geen voorafname op het kleuteronderwijs. Kinderen leren op hun eigen tempo en volgens hun eigen talenten de wereld ontdekken, zonder de druk die er op school onvermijdelijk is. Kinderen leren in groep functioneren, maar behoren nog niet tot een klas, waar iedereen over een bepaalde lat heen moet.

Net zo min als de voorschoolse opvang een voorafname is, is de buitenschoolse opvang een aanvulling op het onderwijs. De context verschilt fundamenteel. Geen eindtermen in de opvang, wel alle kansen om talenten en interesses verder te ontplooien, of om gewoon even op adem te komen en bij te tanken in een goed gesprek met een begeleider of een leeftijdgenoot.

Kinderopvang verschilt fundamenteel van de aanpak in het onderwijs en is net daarom zo essentieel in de ontwikkeling van tienduizenden kinderen in Vlaanderen. Dit is geen veredeld kleuter- of lager onderwijs. Het omgekeerde geldt evenmin. Medewerkers in de kinderopvang zijn geen ‘oppassen’, maar pedagogische begeleiders, met kwalificaties en kwaliteiten die de erkenning moeten krijgen die ze verdienen.

Die erkenning verdienen ze des te meer, omdat ze al van in het begin van de coronacrisis paraat staan om kinderen te ondersteunen op momenten dat het onderwijs de deuren sluit. Wij vragen meer respect voor de duizenden medewerkers in de kinderopvang die al meer dan een jaar mee in de vuurlinie staan in de strijd tegen de coronapandemie.

De eerste lockdown, toen de scholen dicht bleven, de verlengde herfstvakantie en nu tijdens de extra week paasvakantie, altijd is de kinderopvang tot het uiterste gegaan om kinderen maximale ondersteuning te geven in zo veilig mogelijke omstandigheden. Niettemin zien we veel kinderbegeleiders uitvallen door ziekte of quarantaine en worden zij ook zelf geconfronteerd met de aartsmoeilijke combinatie van werk en kinderen die thuis les moeten volgen of helemaal geen les hebben. Zij hebben ervoor gezorgd dat ouders in zorg, welzijn en andere essentiële sectoren hun job konden blijven doen. Zonder hun inzet was een groot stuk van onze economie stilgevallen. Dat is al te vaak onder de radar gebleven, ook in het debat van de voorbije dagen.

De kinderopvang blijft ook de volgende weken in de frontlinie staan. Hoeft het dan te verbazen dat kinderbegeleiders zo snel mogelijk gevaccineerd willen worden? Is het dan niet evident dat vaccin-overschotten prioritair aan hen toegewezen worden, zoals voorzien in de vaccinatiestrategie? Op het terrein blijkt dat dit nog altijd niet overal systematisch gebeurt, hoewel dat voor hen de snelste weg is om gevaccineerd te worden. Dat zou getuigen van waardering voor de sector. Waardering die deze helden van welzijn nu meer dan ooit verdienen.

Hendrik Delaruelle is algemeen directeur van het Vlaams Welzijnsverbond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content