Tommy Browaeys

‘Van de voetjes in het zand naar opnieuw met beide benen in de ratrace’

Vakantie, dat is van 100 procent naar 0 procent en dan weer naar meer dan 100 procent. Het goede voornemen om het dit jaar wat evenwichtiger aan te pakken, verdwijnt als sneeuw voor de zon als we opnieuw de files induiken. ‘Zou het niet anders kunnen’, vraagt Tommy Browaeys zich af.

Uit recent onderzoek blijkt dat ruim acht op tien werknemers aangeven last te hebben van vakantieblues wanneer ze terug aan de slag gaan. Zou een belasting van (ruim) 100 procent naar 0 procent en dan weer meer dan 100 procent om de achterstand op te halen daar voor iets tussenzitten?

Ik ken mensen die de eerste dagen van die vakantie en soms zelfs in het weekend door de decompressie met migraine opgezadeld zitten omdat er te veel gecompenseerd moet worden, hopend dat die snel overgaat om alsnog van de zuurverdiende break te genieten. Van mijn vader leerde ik dat aardappels groeischeuten kunnen krijgen door te felle en plotse schommelingen in de omgeving of onregelmatige vochtvoorziening. In Haspengouw houdt men het hart vast als plotse temperatuurverschillen de prille bloesems bedreigen. En dat een sterretje in je voorruit – misschien wel onderweg naar je vakantieoord – bij te felle schommelingen kan scheuren, is al langer geweten.

Mensen trappen wel eens in de valkuil van het voortschrijdend verlangen. We hunkeren krampachtig naar die periode waarin we maximaal genieten en onze bijna lege batterijen zullen opladen. Om nadien al snel in overdrive weer met beide benen in die ratrace te stappen. Het goede voornemen om het dit jaar wat evenwichtiger aan te pakken, verdwijnt vaak als sneeuw voor de zon wanneer de laptop de eerste keer uit zijn slaaptoestand gehaald wordt of we opnieuw de files induiken.

Van de voetjes in het zand naar opnieuw met beide benen in de ratrace

Je dreigt op die manier in een vicieuze cirkel terecht te komen waarbij je continu naar iets moois uitkijkt en vergeet dat je ook van het moment zelf kunt genieten. Wanneer je te fel en te lang naar iets verlangt, kan dat trouwens wel eens tegenvallen, waardoor de kater zelfs gekwadrateerd wordt. Dat voortschrijdend verlangen vindt zijn summum in de manier waarop de meesten onder ons met hun pensioen omgaan.

Tijdens de vakantie kwamen een aantal berichten mijn richting uitgewaaid die op de één of andere manier – voor mij althans – met elkaar te maken hebben. Dat wij bijvoorbeeld echt niet tot onze 67e verjaardagstaart willen werken, ook al zou dat vanaf 2030 de norm worden. Of het voorstel uit politieke hoek om iedereen tegen 2025 aan een baan te helpen. En hoe er effectief jobs gecreëerd worden maar dat de armoede daardoor lang niet voor iedereen afneemt.

Ondertussen blijkt dat vier op tien leraren aan het einde van hun krachten raken en een verhoogd risico op burn-out lopen, terwijl zij vanuit hun maatschappelijk engagement eigenlijk net een energiebron voor onze jongeren zijn. Andere leerkrachten wachten dan weer tevergeefs op een kans in het onderwijs en kiezen noodgedwongen voor een (tijdelijke) baan die eigenlijk niet met hun ambities rijmt.

De manier waarop

In eerste instantie vraag ik me af of we effectief niet meer willen werken tot het moeilijk wordt om de kaarsjes zelf uit te blazen of dat we eigenlijk niet meer op deze manier willen doorgaan. In het leven is het wel vaker zo dat niet datgene wat gezegd wordt of gebeurt zo doorslaggevend is, maar eerder de manier waarop. In eerdere gedachtekronkels had ik het er al over dat we het gevoel hebben te veel te moeten, dingen doen die we eigenlijk niet (meer) willen doen en hoe moeilijk het is om dat om te zetten naar iets dat we wel willen doen. Moeten legt stress op, willen schenkt vrijheid. Ondertussen haken we massaal mentaal en fysiek af en zijn we de kampioenen geworden om via alle mogelijke – wettelijke – achterpoortjes niet voltijds te werken of vroeger te stoppen om van onze zuurverdiende oude dag te genieten.

In onze vergrijzende samenleving zal er effectief nood zijn aan meer jobs en langere loopbanen. In ’20 essentiële vragen over de financieel-economische toestand van vandaag’ van Degroof Petercam viel me eerder een grafiek rond de ouderen-afhankelijkheidsratio op. Die meet de verhouding tussen het aantal 65-plussers en de leeftijdscategorie van 25 tot 64. In mijn geboortejaar 1971 lag die tegen de 30 procent. Tenzij de geschiedenis er anders over beslist, zou ik mij voorlopig in 2037 gepensioneerd mogen noemen – wat klinkt dat raar. De afhankelijkheidsratio zou dan al op ruim 55 procent liggen en de jaren nadien verder toenemen tot boven de 60 procent.

Het goede voornemen om het dit jaar wat evenwichtiger aan te pakken, verdwijnt vaak als sneeuw voor de zon wanneer de laptop de eerste keer uit zijn slaaptoestand gehaald wordt of we opnieuw de files induiken.

In mijn kennissenkring zeg ik wel eens dat pensioen tegen het midden van deze eeuw of zelfs sneller misschien helemaal niet meer bestaat. Dat het ook niet zeker is of ik zelf nog wel besta en er daarom bewust voor kies nu een voorschot op mijn pensioen te nemen. Om meer dan voorheen van mijn jonge dag te genieten. Een voorschot in tijd. Tijd die op termijn een onbetaalbaar iets wordt en waarvoor je alles zou opgeven als dat puntje bij het spreekwoordelijke paaltje komt. Daarom heb ik beslist om nu 4/5e te werken, ook al betekent het op dit moment een financiële stap terug. De vrijgekomen tijd vul ik nu in voor mezelf, mijn gezin en andere mooie dingen die op me afkomen. Die wind voelt nu goed dus laat maar waaien. En in de wetenschap dat elke keuze toch voorlopig is, kan ik altijd anders beslissen. Meer op gevoel en met de vijf pijlers voor een gelukkige werknemer in het achterhoofd.

'Van de voetjes in het zand naar opnieuw met beide benen in de ratrace'

Het lijken stuk voor stuk evidente drijfveren maar de nog steeds stijgende statistieken rond langdurig zieken tonen op hun beurt aan dat er ook op dat vlak iets schort en dat lang niet iedereen er een persoonlijk evenwicht in vindt. In de illustratie mag ‘werknemer’ trouwens gerust door ‘mens’ vervangen worden. Want je hoeft ze volgens mij niet allemaal op de werkvloer in te vullen. Je kunt ze perfect in elkaar laten overvloeien door een deeltijdse baan met een – al dan niet betaalde – andere activiteit te combineren. Het is een manier om zuurverdiend om te zetten in zoetverdiend.

Je hoeft bovendien echt niet tot aan je pensioen te wachten om te doen wat je graag doet. Later komt nooit, las ik ergens. Je kent vast iemand uit je nauwe omgeving die dat met veel goede moed gedaan heeft maar, als de mooie tijd eindelijk aanbrak, er nauwelijks van kunnen genieten heeft. Je weet niet wanneer het noodlot je op de schouders tikt en bepaalt dat het anders loopt zoals jij voorzien had. Zorg er daarom voor dat je dromen geen onverzilverd Zilverfonds worden. Want dat idee van de overheid bleek ook een lege doos die uiteindelijk bij het oud papier gezet werd om, volgens nieuwe ambitieuze politici, plaats te ruimen voor structurele (einde)loopbaan- en pensioenmaatregelen.

Je hoeft echt niet tot aan je pensioen te wachten om te doen wat je graag doet.

Eventueel hoeven ze het niet eens ver te zoeken. Volgens Diderot sluit originaliteit eenvoud niet uit. Het kan naïef klinken, maar toch: indien meer mensen 4/5e aan de slag gaan, misschien zelfs mogelijk met beperkt loonverlies, zou dat er in ieder geval voor zorgen dat we langer aan de slag willen blijven en ons goed in ons vel voelen. Als werknemer, mens en maatschappij. De gecumuleerd vrijgekomen 1/5e blokjes kunnen door beschikbare werkwilligen ingevuld worden terwijl oudere werknemers de jongeren begeleiden en hun facilitators (geen managers of leidinggevenden) worden. Elke taak wordt minstens door twee verschillende mensen uitvoerbaar gemaakt om te vermijden dat het vastloopt. Een uitdaging voor de overheid, werkgevers en werknemers om daarin mee te gaan en compromissen met anderen en zichzelf te sluiten. Is een (financieel) kader mogelijk waarbij mensen 1/5e voor een maatschappelijk verantwoord project of vrijwilligerswerk naar keuze ingeschakeld kunnen worden? De caritatieve en social profit sectoren schreeuwen om helpende handen. Ik kan me voorstellen dat veel mensen, zeker hoogsensitieve personen, daar minstens één van de vijf gelukpijlers vinden waarnaar ze nu op zoek zijn. Ik ben benieuwd naar de volgende stappen in het tijdens de recente begrotingsronde aangekondigde plan om iedereen maandelijks tot 500 euro belastingvrij te laten bijverdienen. Op welke manier kunnen we de combinatie van hoofd- en bijberoep nog meer stimuleren?

Noem het een creatieve herverdeling om verschillende ambities tegelijk te realiseren. Minder werkzoekenden of zelfs een job voor iedereen, minder werkende armen en minder werkende ongelukkigen met flinke brandwonden of die zich naar het einde van hun loopbaan slepen. Misschien wel in flinke mate te financieren door dalende kosten voor langdurige ziekte en werkloosheid, een andere fiscaliteit waarover zoveel inkt vloeit en een hogere toegevoegde waarde in bedrijven, waarvan de optelsom kort door de bocht het Bruto Binnenlands Product oplevert, een frequent gehanteerde maatstaf voor de welvaartscreatie en zelfs het geluk in een land.

Tommy Browaeys schreef in zijn boek ‘Wake-up call’ over hoogsensitiviteit en burn-out. Je kan hem volgen op de blog waarjewerkelijkademt.wordpress.com.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content