Athena Beckers

‘De woorden van Dirk De Wachter over Speedboot TINA zijn tien jaar later actueler dan ooit’

Athena Beckers Psychiater

”Speedboot TINA: There Is No Alternative’: meer dan tien jaar geleden gebruikte psychiater Dirk de Wachter deze metafoor om de tijdsgeest van onze maatschappij te beschrijven’, schrijft Athena Beckers over de analogie tussen zorgverleners en reddingsbootjes uit het boek ‘Borderline times’. ‘Wie hoop koesterde dat de stuurlui ondertussen begrepen zouden hebben dat de boot veel te snel gaat, dat mensen en masse overboord vallen en dat dit zo niet verder kan, is er aan voor de moeite.’

Vooraan staan blitse jongens in dure pakken met hun haren in de wind magnumflessen champagne leeg te spuiten, terwijl hun mooie vrouwen kirren van plezier. Maar achteraan vallen mensen uit de boot, omdat het zo snel gaat en er geen relingen zijn. Door het geraas horen de succesboys dat niet. En achter die speedboot varen wij, de psychiaters en de psychologen, in rubberbootjes. Wij vissen de overboord gevallen sukkelaars op en geven ze droge kleren.”

In een niet zo ver verleden heb ik zelf nog les gekregen van professor Dirk De Wachter. Een bijzondere ervaring was dat. Zelden ontmoet je iemand zo inspirerend dat je er jaren later nog over praat. Zelden is er iemand die zo de vinger op de wonde weet te leggen.

Er gaat geen dag voorbij of ik word herinnerd aan ‘speedboot TINA’. En ik ben duidelijk niet alleen: Zijn metafoor werd door de jaren heen druk gedeeld op sociale media. Nieuwe metaforen zijn erbij gekomen: de rat race, het hamsterwiel, de collectieve burnout.

Velen zijn het er over eens: Het leven lijkt steeds sneller en harder te gaan. Heel wat mensen kunnen niet meer volgen. Steeds meer mensen krijgen te maken met chronische ziekte, niet zelden gaat het om een psychische aandoening. De zorgsector staat onder druk.

‘Speedboot TINA’ is met andere woorden actueler dan ooit.

Wie hoop koesterde dat de stuurlui ondertussen begrepen zouden hebben dat de boot veel te snel gaat, dat mensen en masse overboord vallen en dat dit zo niet verder kan, is eraan voor de moeite.

Ik hou van de analogie tussen zorgverleners en reddingsbootjes, dus ik zou hier graag op verdergaan. Dit is de huidige situatie, hoe ik die zelf heb beleefd vanuit mijn reddingsbootje:

Hulpverleners hebben ondertussen zoveel drenkelingen aan boord getrokken van hun rubberbootjes dat ze zelf kapseizen onder het gewicht. Zoveel mensen roepen om opgevist te worden dat ze sommigen de toegang tot de bootjes moeten ontzeggen.

Uit alle macht proberen ze mensen terug aan boord te krijgen. Tevergeefs. De boot gaat zo griezelig hard dat sommige passagiers zelfs overboord spríngen, meer vertrouwend op de zorgverleners in hun rubberbootjes dan de mensen aan het stuur van de boot.

Als psychiater ben ik één van die zorgverleners, een reddingsbootje. Maar eerlijk gezegd zou ik liever het bootje verlaten en kéihard weg zwemmen, in de hoop ergens een stukje onbewoond eiland te vinden.

Het is een publiek geheim, maar toch nog wel een beetje taboe, dat veel zorgverleners zorgmoe” aan het worden zijn. Het wordt steeds moeilijker om zorg te krijgen. Wachtlijsten en patiëntenstops zijn legio. Vooral bij huisartsen, psychiaters, psychologen. Maar ook hele ziekenhuisafdelingen moeten de deuren sluiten wegens onvoldoende personeel.

Uiteraard is er een toegenomen zorgnood door de vergrijzing, maar laten we ook de ogen niet sluiten voor het feit dat de job an sich gewoon niet meer aantrekkelijk is. (Hetzelfde geldt trouwens voor onderwijs en kinderopvang, die ik persoonlijk ook als zorgverleners beschouw).

Het zit zo: Binnen het labyrint van steeds complexer wordend beleid, moet de zorgverlener als een vuurtoren overeind staan om anderen te helpen. Als een rots in de branding. Er moet àltijd zorgcontinuïteit zijn. Tegelijk moeten zorgverleners zo flexibel en veerkrachtig zijn als een rubberen elastiekje. Als ze toch durven verzaken aan hun deontologische plicht en/of impliciete maatschappelijke verwachtingen, of deze wat te liberaal durven te interpreteren (lees: een betere work-life balans zoeken), dan is dit een groot probleem.

Het valt mij op dat de stuurlui, de regering, blijkbaar denkt dit probleem te kunnen oplossen met allerlei “verplichtingen”. We verplichten de zorgverleners in hun rubberbootjes te blijven, we verplichten mensen die in het water beland zijn zo snel mogelijk terug aan boord te krabbelen, we verplichten de bemanning om de boot harder te laten varen en reddingsvesten uit te delen.

Wanneer verplichten niet werkt, heeft de overheid nog andere tactieken: bijvoorbeeld het beïnvloeden van de publieke opinie door het negatief framen van zorgverleners. Ze verdienen veel te veel en werken zogezegd niet hard. Wat een schande.

Zo hopen de stuurlui dat de lui in de rubberbootjes hun taak blijven volbrengen zonder al te veel morren. In plaats van hen respect, beloning en ondersteuning te bieden, wordt er vaak nog gedreigd met iets “af te pakken”, waardoor de gefrustreerde en plichtsbewuste zorgverlener uiteindelijk toch zijn job blijft doen en zich tevreden stelt met wat kruimels.

Maar wanneer teveel mensen het rubberbootje willen aanklampen, dan zinkt het. Zorgverleners gaan kopje onder, geven het op, zwemmen weg of verdwijnen compleet van de radar. Ze zijn niet meer te bereiken. Dat mag u gerust zéér letterlijk nemen, probeer maar eens een psychiater aan de lijn te krijgen.

Collega’s die wel nog aan het werk zijn kampen niet zelden met psychische klachten, stress en burnout. Ze dreigen eveneens te kapseizen.

Steeds meer mensen belanden in het water. Wie nog op de boot staat (‘de werkende mens’) begint zich ook vragen te stellen: Er worden steeds hogere bijdrages van hen verwacht om “het systeem” in stand te houden, terwijl ze er zelf weinig voordeel uit halen en ze zich absoluut niet gewaardeerd voelen.

De speedboot kraakt in haar voegen. Waar die op af stevent? Geen idee. Maar de stuurlui zijn schijnbaar potdoof, onbereikbaar en verblind door de zon.

Mocht één van hen toevallig dit opiniestuk lezen en toch willen afdalen naar de reddingsbootjes om te zien hoe het daar is, be our guest.

Oh ja, het kan wel zijn dat u een tijdje moet aanschuiven. 6 maanden tot 2 jaar om precies te zijn. Dat zijn namelijk de wachttijden in de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg op dit moment.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content