Psychiatrie: ‘Kwetsbaarste patiënten zijn soms het slachtoffer van meer aandacht voor mentaal welzijn’

De Clinique Saint-Luc in Bouge bij Namen waar een psychiatrische afdeling tijdelijk werd gesloten wegens personeelstekort. © BELGA
Brecht Castel

Vacatures voor psychiaters in een ziekenhuis raken moeilijker ingevuld. Volgens psychiater Thomas Pattyn is de job zwaarder geworden en kan het personeelstekort ten nadele zijn van de meest kwetsbare patiënten.

Al meer dan een maand kunnen patiënten niet meer terecht op de psychiatrische afdeling van het Saint-Luc-ziekenhuis in Bouge bij Namen. Dat komt omdat de vacature voor een nieuwe psychiater niet ingevuld raakt, zo meldde de krant La Dernière Heure. Ook aan het UZ Brussel staan twee vacatures voor psychiaters al langer dan een jaar open, schrijft De Standaard.

Is er echt een structureel probleem?

Thomas Pattyn, crisispsychiater in het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven en voorzitter van Doctors4Doctors, een organisatie die zorgt voor het welzijn van artsen, denkt van niet. ‘In ons team is er wel wat verloop, maar vacatures raken na een tijdje wel ingevuld. Er is meer belangstelling voor geestelijk welzijn, en dus meer vraag. Nu is er soms een mismatch, maar ik zie geen structureel probleem. Dat psychiaters massaal stoppen met de job of niet meer in een ziekenhuis willen werken, geloof ik niet.’

‘Zo uitzonderlijk is het ook niet dat een ziekenhuisafdeling (tijdelijk) wordt gesloten. Het verhaal uit Namen is anekdotisch. We moeten dat niet opblazen.’ Als Pattyn al een trend ziet, gaat die niet alleen over de psychiatrie: ‘Vacatures invullen is moeilijker dan vroeger, maar dat is ook zo bij psychologen, verpleegkundigen, leerkrachten en cipiers. De babyboomgeneratie gaat met pensioen. Die sociodemografische trend is dus niet specifiek voor psychiaters.’

(Lees verder onder de preview)

Is de job van psychiater in een ziekenhuis zwaarder dan in een eigen praktijk?

Thomas Pattyn: De job van psychiater in een ziekenhuis is de laatste decennia zeker complexer geworden. Vroeger was werken in een ziekenhuis een instapjob als psychiater, daarna ging je ambulant werken. Nu is het eerder omgekeerd: eerst ambulant om daarna de moeilijkere job van ziekenhuispsychiater aan te vatten.

Jonge psychiaters geven ook aan dat ze minder grip ervaren op hun werkomstandigheden in het ziekenhuis. De ziekenhuisdirectie staat onder druk om te besparen, en dat sijpelt door naar minder ondersteuning voor de psychiaters. Zo kunnen ze minder focussen op hun contact met patiënten, en dat zorgt voor emotionele uitputting.

’44 procent van de Vlaamse psychiaters zegt uitgeput te zijn.’

Voor het vakblad De jonge psychiater werkte ik mee aan een enquête bij 1000 psychiaters naar hun mentaal welzijn. Daaruit bleek dat 44 procent van de Vlaamse psychiaters aangaf uitgeput te zijn. Dat is een stijging van 11 procentpunten in vergelijking met 2020. Jonge psychiaters willen vaker van negen tot vijf werken, maar hoe rijm je dat met de behoefte aan zorg in de samenleving? We moeten een nieuwe balans zien te vinden.

Waarom is de job van ziekenhuispsychiater zwaarder geworden?

Pattyn: Depressies of schizofrenie zijn nu niet anders dan 100 jaar geleden. Maar vroeger was er meer tijd om langer zorg te bieden. Patiënten verbleven langer in het ziekenhuis en dat was oké. De opnames zijn nu veel korter: het ging van jaren naar maanden naar soms weken. Het moet sneller, en daardoor is de job lastiger geworden. Bovendien zijn de patiënten die uit het ziekenhuis worden ontslagen na die korte behandeling niet in dezelfde mate hersteld, waardoor er sneller herval mogelijk is. En dan kloppen die patiënten terug aan bij het ziekenhuis.

In de media en de politiek is er de laatste jaren meer aandacht voor mentaal welzijn. Psychologen worden gedeeltelijk terugbetaald. Is er daardoor minder aandacht voor de zwaardere psychiatrie?

Pattyn: Klopt, daar speelt een pervers neveneffect. Terugbetaling van psychologische eerstelijnszorg is een belangrijke eerste stap, maar het legt de focus wel op de lichtere problematieken. De financiële middelen die gelukkig stijgen, gaan vooral daarnaartoe, waardoor er relatief minder tijd en geld is voor zwaardere psychische ziekten. De kwetsbaarste patiënten met psychoses of dementie, die langdurig zorg nodig hebben, zijn daar soms het slachtoffer van.

‘Niet álles is een probleem dat moet worden opgelost door hulpverleners.’

U spreekt van te weinig middelen voor langdurige therapie. Tegelijk lopen sommigen ook voor het minste kwaaltje naar een psycholoog.

Pattyn: Wij doen een stuk aan overbehandeling van bepaalde zaken, maar ook nog altijd een stuk onderbehandeling van andere zaken. Ze bestaan alle twee. Dat is logisch in de maatschappelijke slingerbeweging naar meer aandacht voor mentale gezondheid.
Het is zoeken naar een evenwicht en een gepast taalgebruik. De laatste jaren merk ik dat psychiatrisch taalgebruik als ‘ik ben depressief’ of ‘mijn partner is een narcist’ is doorgedrongen in het dagelijks leven. Alles moet een diagnose of een probleem zijn. Ik denk dat we met meer nuance en mildheid moeten spreken.

Niet álles is een probleem dat moet worden opgelost door hulpverleners. Contact met vrienden, familie of zoeken naar een zinvol leven kunnen óók de pijn verzachten. Als bijvoorbeeld je moeder overlijdt, hoeft dat geen psychologisch trauma te zijn. Dat is uiteraard een moeilijke gebeurtenis met een impact op je leven, maar je daarvoor hoef je nog niet twee jaar in therapie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content