Longarts Kristof Cuppens: ‘Ik ben overgeschakeld op automatische piloot’

© DEBBY TERMONIA
Ewald Pironet

Longarts Kristof Cuppens kan best begrijpen dat de mensen het beu zijn, maar hij mist vandaag wel de solidariteit die hij tijdens de eerste golf voelde.

‘Sint-Truiden was de eerste regio in België die zwaar werd getroffen door corona. Hier in de omgeving is er niemand die niet een familielid of vriend verloren heeft. Ik ben gespecialiseerd in longkanker en kom dus vaker in aanraking met de dood, maar steeds op een menselijke manier. Met corona was het heel anders: het ging allemaal zo vlug en veel van die mensen stierven tijdens de eerste golf helemaal alleen, zonder geliefden of vrienden om hen heen. We konden toen niet toestaan dat hele families rond het sterfbed zouden verzamelen. Dat wringt. Ik heb daar als arts niet mijn rol kunnen vervullen zoals ik had gewild, maar het kon niet anders.

Ik heb altijd met veel interesse de berichtgeving gevolgd rond ebola-uitbraken in Afrika of SARS in Azië, maar ik heb nooit gedacht dat zoiets zich op wereldschaal zou kunnen voordoen. Toen we in december 2019 de eerste berichten uit Wuhan kregen, had ik absoluut niet het gevoel dat dit de wereld een hele tijd zou lamleggen. In januari begon de onrust wel te groeien, zeker toen Italiaanse vrienden uit de omgeving van Turijn met onheilspellende berichten kwamen. En plots ging het heel snel en was niets nog zeker.

Als ik mensen tegen elkaar aan zie schurken in een rij voor de winkel, denk ik: ik zal me alvast klaarmaken voor de derde golf.

We wisten niet hoe corona zou evolueren. Als je het vergelijkt met een oorlog: je graaft een loopgraaf, maar ondertussen word je al overspoeld door een nieuwe golf vijanden. Het klinkt misschien raar, maar ik ben toen overgeschakeld op automatische piloot, ik had niet de tijd om stil te staan bij de situatie. De eerste weken heb ik me afgesloten en niet naar mezelf gekeken. Het grotere doel stond voorop: de patiënten zo goed mogelijk opvangen en behandelen. De psychologen in het ziekenhuis hebben me toen meermaals gevraagd: “Dokter, hoe gaat het met u?” Maar ik sliep en at goed en als ik thuiskwam, kon ik de knop nog omdraaien.

Zodra de situatie meer onder controle kwam, heb ik me weleens afgevraagd: wat is dat hier allemaal? We zijn als arts in België niet gewend om geconfronteerd te worden met schaarste, maar bij corona was dat wel het geval: een tekort aan bedden, medicatie, personeel… We zijn hier door het plafond gegaan, we konden de toevloed niet aan en moesten meer dan 30 patiënten transporteren naar andere ziekenhuizen. Dat is vlot verlopen, maar makkelijk was het zeker niet.

Op de covidafdeling draag je de hele dag beschermkledij en een mondmasker. Dat geeft een claustrofobisch gevoel. Ik ben heel blij als ik thuiskom en eindelijk eens lucht kan scheppen. Vrij kunnen bewegen en ademen vind ik heerlijk. Het was in het begin wel moeilijk om me te ontspannen, alles was ook op slot. Op restaurant gaan en reizen zijn mijn voornaamste hobby’s, maar daar was geen sprake van. Zoals heel Vlaanderen ben ik beginnen te wandelen, meer zelf gaan koken en heb ik een recordaantal Netflixseries bekeken.

Tijdens de eerste golf was er een enorme solidariteit: vrienden die een handgeschreven kaartje stuurden, een bosje bloemen dat werd afgeleverd, Skype-aperitieven… Dat deed deugd. Nu, tijdens de tweede golf, is die solidariteit afwezig. Mensen zijn het beu. Ik snap dat men op een bepaald moment de maatregelen heeft versoepeld. Het mentale welzijn van de mensen is ook belangrijk om goede gezondheidszorg te kunnen bieden.

Wat ik niet kan begrijpen, is dat sommigen na een jaar nog altijd niet de essentiële regels snappen: afstand houden, niet met te veel personen afspreken en een masker dragen. Ik ben teleurgesteld als ik mensen tegen elkaar aan zie schurken in een rij voor de winkel, of als ze in drommen naar een of ander lichtspektakel gaan kijken. Dan denk je: ik zal me alvast klaarmaken voor de derde golf. Tegelijkertijd heb ik heel veel bewondering voor de veerkracht en solidariteit van de mensen. Dat stemt me hoopvol. Het komt allemaal wel goed.’

Kristof Cuppens (38)

werkt als longarts in het Sint-Trudo Ziekenhuis in Sint-Truiden.

Partner Content