‘Kennis over stamcellen neemt in sneltempo toe, we bevinden ons midden in een revolutie’

Voor de Universiteit Van Vlaanderen geeft Esther Wolfs meer uitleg over de mogelijkheden van stamcellen.

Stamcellen, u hebt er ongetwijfeld al over gehoord. De heilige graal van de wetenschap en de toekomstige geneeskunde worden ze ook wel genoemd. Want ja, het zijn wondercellen die een antwoord bieden op tal van ongeneeslijke ziektes. Maar helaas ook een heilige graal die kwakzalverij met zich meebrengt.

Kennis over stamcellen neemt in sneltempo toe, we bevinden ons midden in een revolutie.

Want enkele seconden online zoeken en je komt het al tegen. Klinieken die met hun stamcellen een antwoord bieden op verschillende ziektes die vooralsnog niet te genezen zijn. Deze klinieken werken vanuit het buitenland, maar bieden hun website soms zelfs in het Nederlands aan. Met patiënten die er in interviews en filmpjes trots vertellen over de – uiteraard- succesvolle behandeling die ze er ondergingen. Dit heeft inmiddels zelfs geleid tot ‘stamceltoerisme’. Met grote verwachtingen reizen patiënten met een ernstige ziekte of aandoening naar Thailand, China of India. Helaas moet hun laatste sprankeltje hoop op genezing al te vaak plaats ruimen voor een zware ontnuchtering. De stamceltherapie deed immers niet wat er beloofd werd. Geen genezing dus, en de patiënt die keert huiswaarts met enkele bijwerkingen als extra ballast in de bagage. We moeten het overigens niet zo ver gaan zoeken, ook in buurlanden zoals Duitsland kan men terecht in privéklinieken waar stamceltherapie wordt aangeboden tegen monsterbedragen. En ook daar leiden behandelingen tot een grote teleurstelling, vaak uitgevochten in rechtszaken.

Dit soort verhalen heeft ertoe geleid dat er wel eens sceptisch wordt gekeken naar stamcelonderzoek en -therapie.

Waar ligt nu precies de waarheid? Wat zijn stamcellen eigenlijk en wat kun je ermee doen?

Stamcellen zijn de oercellen van ons lichaam, en bezitten twee belangrijke eigenschappen. Ten eerste doen zij aan zelfvernieuwing. De cellen kunnen zich delen en er zo voor zorgen dat er een groter aantal stamcellen van dezelfde soort ontstaat. Een tweede eigenschap van stamcellen is dat zij kunnen differentiëren. Dit betekent dat ze zich kunnen specialiseren tot verschillende soorten cellen van het lichaam met elk een eigen specifieke functie. Zo zijn er bijvoorbeeld stamcellen die specifiek werken in de huid, in de lever of de hersenen.

Er bestaan verschillende soort stamcellen. Embryonale stamcellen zijn – zoals de naam al aangeeft – aanwezig in de embryonale ontwikkeling tot 4 dagen na de bevruchting. Daarna gaan deze zich steeds meer en meer specialiseren tot lichaamseigen cellen. Voor onderzoeksdoeleinden worden zij gehaald uit IVF rest-embryo’s.

Daarnaast zijn er ook de zogenaamde adulte stamcellen. Zij zijn aanwezig in alle organen van ons lichaam gedurende ons hele leven. Deze voorraad stamcellen in de volwassen weefsels zorgen ervoor dat ons lichaam nieuwe gespecialiseerde weefselcellen kan maken bij ziektes of kwetsuren, of cellen kan vervangen wanneer ze te oud worden en niet meer goed functioneren. Dit proces verloopt niet hetzelfde in alle organen: de stamcellen in de lever slagen er heel goed in om nieuwe levercellen te vormen en schade te genezen, maar die in onze hersenen niet.

We bevinden ons in een revolutie waarbij de kennis over stamcellen in sneltempo groeit.

Om stamcellen te kunnen gebruiken als therapie bij verschillende ziektes en aandoeningen, is het belangrijk dat men eerst al hun mogelijkheden in kaart brengt, maar ook hun potentiële gevaren. Op dit moment verzamelen onderzoekers wereldwijd al deze informatie. Zoals u weet, vraagt wetenschappelijk onderzoek echter veel tijd en staan we nog voor een aantal uitdagingen. Zo slaagt men er al wel in om stamcellen in het labo te differentiëren naar een breed gamma aan immature celtypes, maar is het in de meeste gevallen niet mogelijk om stamcellen volledig te differentiëren naar een mature gespecialiseerde cel, zoals de cellen in ons lichaam. Dit kan gevaarlijk zijn omdat immature, onvoldoende gedifferentieerde stamcellen tumoren kunnen vormen na transplantatie. Verder is het ook een uitdaging om de stamcellen na transplantatie te laten meedraaien in het ingewikkelde systeem van een orgaan. Want het gaat dan om een orgaan dat onderhevig is aan een ziekte of aandoening, en waarbij men in vele gevallen zelfs nog niet voldoende kennis heeft over de oorzaak en het verloop van de ziekte. Daarnaast is er nog een acute nood aan onderzoeksfinanciering die ons toelaat om onderzoek te kunnen blijven doen. U begrijpt dus dat het geen sinecure is om dit op korte termijn allemaal te laten slagen.

Op dit moment worden stamcellen wel al met succes gebruikt als standaard behandelingsmethode bij een heel beperkt aantal ziektes van het beenmerg, immuunsysteem of het bloed. Denk hierbij bijvoorbeeld aan leukemie. Echter, stamcellen en stamceltherapie in het algemeen zijn een relatief nieuw gegeven. Alle toepassingen voor andere ziektes en aandoeningen bevinden zich nog in de onderzoeksfase.

En toch liggen ook in deze onderzoeksfase de kaarten gunstig. We bevinden ons midden in een revolutie waarbij de kennis over stamcellen en hun toepassingsmogelijkheden groeit aan een sneltempo. Dit wordt onderstreept door het toenemende aantal wetenschappelijk publicaties. Hier valt echter wel bij op te merken dat het onderzoeksveld gefragmenteerd is. Onderzoekers bouwen kennis op over stamceltoepassingen binnen verschillende ziektebeelden, elk met hun eigen achtergrond en met een andere onderzoeksvraag. Ook hier gaat het snel, maar vooraleer we een globaal beeld kunnen vormen over alle aspecten van stamcellen en de therapeutische toepassingen, moet er nog veel gebeuren. Een gerichte aanpak is dus nodig, en daar worden goede stappen in gezet dankzij de oprichting van netwerken waarbij stamcelonderzoekers hun bevindingen met elkaar delen en richtlijnen opstellen.

De toekomst ziet er dus rooskleurig uit. En dat dankzij de inspanningen van de stamcelonderzoekers en de snelle vooruitgang van de technologie zoals bijvoorbeeld de CRISPR-technologie of de steeds meer accurate genetische sequencing op celniveau. Bovendien kan men inmiddels volledig gespecialiseerde lichaamscellen herprogrammeren naar stamcellen met gelijkaardige eigenschappen aan die van embryonale stamcellen. Deze stamcellen worden induced pluripotent stem cells genoemd, of kortweg iPS-cellen en bieden enorm veel mogelijkheden zonder het gebruik van rest-embryo’s. Deze revolutionaire ontdekking leverde de onderzoekers de Nobelprijs op in 2012. De kennis over stamcellen zal zich hierdoor opstapelen tot een mooi geheel waarbij we deze oercellen zullen kunnen gebruiken als nieuwe therapie voor een groot aantal ziektes en aandoeningen.

In de tussentijd kunt u echter het volste vertrouwen hebben in de keuze die uw arts maakt bij het bepalen van de best mogelijke behandeling. Ga niet op eigen houtje ten rade bij obscure klinieken, gewapend met loze positieve ervaringen van zogenaamde lotgenoten. Dergelijke kennis reikt zeker niet verder dan die van de wereldwijde stamcel-community, en zal u bovendien handen vol geld kosten. Indien u dus twijfelt, raadpleeg steeds eerst uw arts. Hij of zij is altijd op de hoogte van de nieuwste behandelingsmethoden. De wetenschap van vandaag vormt immers de geneeskunde van morgen.

Professor Esther Wolfs is biomedicus aan de UHasselt.

Partner Content