Hypochondrie: wat valt ertegen te doen?

© /
Carine Stevens Freelancejournalist

Wie last heeft van hypochondrie, is zo gefocust op zijn lichaam en op fysieke klachten dat die overbezorgdheid een eigen leven gaat leiden.

Het overkomt iedereen weleens: je hebt een raar vlekje op je huid of een hoest die wat langer aanhoudt, en je begint je zorgen te maken. Het zal toch niet…? Je googelt je klachten, maar nu word je pas echt ongerust. Want had je vanmorgen ook geen last van kortademigheid en pijn in de borststreek!?

‘Zo goed als iedereen is weleens bang een bepaalde ziekte te hebben’, beaamt Lili De Vooght, psychiater en supervisor van de Mind-Body Unit (MBU) van het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven, campus Gasthuisberg. ‘Die ongerustheid kan bijvoorbeeld opduiken als een persoon in je omgeving een ernstige ziekte heeft. Ineens voel je zelf ook iets of krijg je last van gelijkaardige symptomen. Het is een klassiek fenomeen bij geneeskundestudenten: bij het bestuderen van ziektebeelden denken ze regelmatig zelf de een of andere aandoening onder de leden te hebben. Meestal is die angst van voorbijgaande aard. Je wacht even af en de klachten verdwijnen. Of je stapt ermee naar de dokter, die je onderzoekt en geruststelt.’

Om welke klachten het ook gaat, wij trekken ze niet in twijfel.

Lili De Vooght, psychiater Mind-Body Unit

Het is meteen het verschil tussen ‘gewone’ ziektevrees, waar iedereen soms last van heeft, en hypochondrie: het feit dat de arts geen afwijkingen vindt of dat onderzoeken niet uitwijzen dat je ziek bent, leidt bij een persoon met hypochondrie niet of slechts kortstondig tot een gevoel van opluchting en geruststelling. Meteen daarna slaan de twijfels en angsten weer toe: ‘De dokter heeft vast iets over het hoofd gezien of kent de ziekte niet, wellicht consulteer ik beter een andere.’

Lichaam en geest

‘Er is sprake van hypochondrie als aan een aantal voorwaarden tegelijk wordt voldaan’, zegt De Vooght. ‘De patiënt heeft subjectieve klachten, zoals pijn of ongemakken, die niet objectief worden bevestigd. De klachten zijn zowel excessief als disproportioneel. Ze slorpen dus buitensporig veel aandacht en energie op, zodat er een soort ‘verenging’ van het leven ontstaat. Nog een belangrijke voorwaarde: de excessieve overbezorgdheid houdt langer dan zes maanden aan.’

In de vorige versie van de DSM, het classificatiesysteem voor psychiatrische stoornissen dat wereldwijd gebruikt wordt, staat ‘hypochondrie’ nog uitvoerig beschreven. In de nieuwe versie, de DSM-5, is de diagnose vervangen door ‘somatisch-symptoomstoornis’. Een goede zaak, vindt De Vooght. ‘Dat nieuwe begrip geeft de complexiteit van lichaam en geest beter weer. In het verleden lag de nadruk op het ontbreken van een medische verklaring voor de lichamelijke klachten, waardoor de weg open lag voor negatieve connotaties als aandachttrekkerij en aanstellerij. Hypochondrie werd iets wat ’tussen de oren zit’. Bij de term somatisch-symptoomstoornis staat niet centraal of de symptomen al dan niet samenhangen met een lichamelijke ziekte. We kijken nu in de eerste plaats naar het feit dat de patiënt niet meer kan functioneren. De focus ligt op zijn gedachten, gevoelens en gedragingen, die zo sterk naar de klachten toe worden gezogen dat er een enorme impact is op de levenskwaliteit.’

Als mensen bij de Mind-Body Unit aankloppen, hoeven ze dat dus niet te doen met hun medisch dossier onder de arm om te bewijzen dat ze hulp nodig hebben. ‘Wij luisteren naar het parcours dat de patiënt doorlopen heeft, zonder in discussie te gaan over diagnoses. Als hij zegt dat er iets is, dan is er iets. Als hij zegt dat hij lijdt, dan lijdt hij. De hamvraag is voor ons: hoe komt dat? Waar is zijn lichaam zo verkrampt en zijn geest zo verengd geraakt? Hoe komt het dat iets in het lichaam van deze persoon zo excessief en disproportioneel veel aandacht vraagt?’

Piekergedachten

Hoe hypochondrie precies ontstaat, is niet duidelijk. Al lijkt het er wel op dat ‘levensgebeurtenissen’ een rol kunnen spelen. Zo kan de ervaring met een ernstige ziekte in de kinderjaren, bij jezelf of een gezinslid, ertoe leiden dat lichamelijke sensaties extra beangstigend zijn. ‘Het levenselan kan door sommige omstandigheden gebroken worden’, bevestigt De Vooght. ‘Je moet maar de pech hebben dat er veel samenvalt. Je krijgt als tiener een ongeval waardoor je niet meer met je vrienden kunt sporten, je relatie loopt op de klippen, je vader wordt ontslagen op zijn werk, waardoor het gezin in de financiële problemen komt. Dat soort coïncidenties veroorzaakt nogal eens een verhoogde kwetsbaarheid.’

Personen die kampen met hypochondrie kunnen daar zwaar onder lijden. Niet alleen de partnerrelatie, maar alle sociale relaties komen onder druk te staan. Ze kunnen geïsoleerd raken, omdat de omgeving steeds moeilijker overweg kan met hun eindeloze stroom piekergedachten. Dat leidt tot frustraties, verdriet en verbittering, omdat ze het gevoel hebben nergens gehoord te worden. Op het werk kunnen problemen ontstaan door regelmatige afwezigheid of lichamelijke ongeschiktheid. Concentratie en aandacht kunnen verstoord raken. Hobby’s en fysieke inspanningen worden steeds vaker uit de weg gegaan.

Parallel spoor

Mensen met hypochondrie stappen met uiteenlopende klachten en ziektebeelden naar de dokter. ‘Sommigen signaleren buikpijn en vermoeidheid, anderen hebben last van krampen en spiertrekkingen, soms zelfs verlammingsverschijnselen, nog anderen klagen over duizeligheid en flauwvallen’, zegt De Vooght. ‘Om welke klachten het ook gaat, wij trekken ze niet in twijfel. We onderzoeken de algemene toestand en stemming van de patiënt, kijken of er bijvoorbeeld sprake is van een onderliggende depressie. Maar vooral polsen we of hij bereid is samen met ons, het behandelteam, een parallel spoor te bewandelen. We kijken hoe hij, ondanks de klachten, zijn levenskwaliteit kan verbeteren. Hoe kan hij zich leren ontspannen, zijn conditie opbouwen, beter slapen? Hoe kunnen zijn sociale relaties weer op gang komen? Hoe maken we een opening in de vicieuze cirkel waarin hij zit opgesloten, zodat er ruimte vrijkomt om opnieuw geïnteresseerd te zijn in andere dingen, om te genieten? We bieden groepstherapie aan, waar al sprekend naar een uitweg gezocht kan worden. Maar ook bewegen en creatieve bezigheden kunnen helpen om ervoor te zorgen dat de geest niet alleen door piekeren wordt ingenomen, maar opnieuw verwonderd kan worden en kan luisteren naar wat nieuw is.’

Partner, familieleden en vrienden worden zoveel mogelijk betrokken bij de behandeling. Voor hen heeft dokter De Vooght deze goede raad: ‘Probeer je geliefde niet eindeloos gerust te stellen of af te leiden van zijn gepieker. Het lukt doorgaans toch niet, en zo voelt hij zich alleen nog minder begrepen. Zelf blijf je teleurgesteld en met een gevoel van machteloosheid achter, omdat je inspanningen telkens op niets uitdraaien. Beter is het om een parallel spoor te blijven openhouden. Maak samen een wandeling in de natuur, bezoek een tentoonstelling, luister naar muziek. Laat zien welk plezier je daaraan beleeft, zodat de ander via jou misschien opnieuw contact krijgt met zijn eigen vermogen om te genieten en zijn lust in het leven terugvindt.’

Hypochondrie: wat valt ertegen te doen?
© istock

3 maal zelfhulp

Houd een dagboek bij. Noteer hoe vaak je je lichaam checkt, mensen om geruststelling vraagt of gezondheidsinformatie opzoekt. Probeer de frequentie ervan gradueel te verminderen.

Bekijk je gedachten. Neem een vel papier en maak twee kolommen. Aan de ene kant noteer je je angstgedachten (‘Ik maak me zorgen over mijn hoofdpijn’), aan de andere kant stel je daar een positieve gedachte tegenover (‘Hoofdpijn heeft meestal te maken met stress’). Lees deze positieve gedachten na op moeilijke momenten.

Breek uit je hoofd. Leg een lijstje aan van alles wat jou helpt om de gedachtemolen in je hoofd stil te leggen: de hond uitlaten, een vriendin opbellen, in de tuin werken, ademhalingsoefeningen doen…

Checklist: lijd jij aan hypochondrie?

Maak je je constant zorgen over je gezondheid?

Controleer je je lichaam regelmatig op bultjes, vlekken, steken en pijntjes?

Vraag je regelmatig om de geruststelling van anderen dat je niét ziek bent?

Ben je bij doktersbezoeken en onderzoeken bezorgd dat iets over het hoofd wordt gezien?

Ga je vaak op zoek naar medische informatie, bijvoorbeeld op het internet?

Vermijd je situaties (ziekenhuizen, medische tv-programma’s…) die je confronteren met ernstige ziektes?

Gedraag je je als een zieke, door fysieke activiteiten uit de weg te gaan?

Hoe meer ja-antwoorden, hoe groter de kans dat het om hypochondrie gaat. Praat erover met je huisarts en laat je eventueel doorverwijzen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content