Borstkanker en werk: ‘Ik ben zelfstandige. Ik word niet ziek’

© GETTY

De diagnose borstkanker heeft onvermijdelijk een impact op je werksituatie. En als je zelfstandige bent, liggen de zaken nog ingewikkelder. Hoe overleef je het financieel, wat gebeurt er met je klantenbestand en hoe kun je zorgen voor jezelf én voor je zaak?

Je hebt net te horen gekregen dat je borstkanker hebt. Natuurlijk gaat je bezorgdheid in de eerste plaats uit naar je gezondheid. Maar je vraagt je ook af hoe het verder moet op professioneel vlak. Zeker als je zelfstandige bent, krijg je het Spaans benauwd bij de gedachte dat je je activiteiten misschien langdurig moet onderbreken. Dat blijkt ook uit een onderzoek van Unizo (Unie van Zelfstandige Ondernemers) en zijn Franstalige tegenhanger UCM van enkele jaren geleden. Prioriteit nummer 1 van de ondervraagde zelfstandigen: bij ziekte zo snel mogelijk opnieuw aan het werk gaan. Het merendeel wil zelfs tijdens de behandeling blijven werken, eventueel in een wat rustiger tempo. Maar liefst 85% van de zelfstandigen zal bij arbeidsongeschiktheid het ziektebriefje niét volgen.

Blijven werken, of minstens betrokken blijven, is goed voor de mentale welzijn van zelfstandigen. Ze voelen zich dan ook meer dan alleen kankerpatiënt. In die zin kan aan de slag blijven, al is het op een lager pitje, een positief en zelfs therapeutisch effect hebben.
Blijven werken, of minstens betrokken blijven, is goed voor de mentale welzijn van zelfstandigen. Ze voelen zich dan ook meer dan alleen kankerpatiënt. In die zin kan aan de slag blijven, al is het op een lager pitje, een positief en zelfs therapeutisch effect hebben.© GETTY

Zelfstandige uit noodzaak

Als het aankomt op werken na een kankerdiagnose, zit een zelfstandige doorgaans in een nog precairder situatie dan een werknemer. ‘Het is nodig dat we daar meer aandacht voor hebben, ook omdat het aantal zelfstandigen in België jaar na jaar toeneemt’, zegt Evelien Philips, (doctoraats)onderzoeker aan de Vrije Universiteit Brussel. Philips voert een onderzoek naar zelfstandigen en kanker, om na te gaan wat de specifieke noden zijn bij het overbruggen van hun ziekteperiode. ‘Tien jaar geleden waren er in ons land iets minder dan een miljoen zelfstandigen, vandaag zijn het er al 1.150.000. Daar zijn ook mensen bij die halvelings in dat statuut gedwongen worden, bijvoorbeeld omdat in hun sector vooral gewerkt wordt met freelancers. Ook gaat het gemiddeld genomen om een wat oudere populatie: veel zelfstandigen zijn 50-plus. Hun keuze voor het statuut kan samenhangen met hun slechtere kansen op de reguliere arbeidsmarkt. Met andere woorden: ze worden vaak zelfstandige uit noodzaak, om toch maar aan de slag te kunnen blijven. Dat maakt hen extra kwetsbaar.’

Minder goed beschermd

Zeker inzake sociale bescherming is de situatie van zelfstandigen minder rooskleurig, al is de laatste jaren wel gewerkt aan een inhaalbeweging. Evelien Philips: ‘Vroeger moesten zelfstandigen een wachttijd van een maand doorlopen voor ze nog maar recht hadden op een uitkering. Die maatregel is intussen afgeschaft. Maar terwijl werknemers beschermd zijn vanaf de eerste dag, ongeacht de duur van hun arbeidsongeschiktheid, zijn zelfstandigen dat pas als ze minstens 8 dagen arbeidsongeschikt zijn. Hun arbeidsongeschiktheid gaat ook pas van start als de dokter de erkenning ondertekent. En dan is er de ziekte-uitkering: die is voor een zelfstandige haast altijd lager dan voor een werknemer. Bij werknemers wordt rekening gehouden met het brutoloon, bij zelfstandigen gaat het om een forfaitaire uitkering, waarbij louter wordt gekeken naar de gezinssamenstelling. Vaak vallen ze terug op het absolute minimum.’

Zelfstandigen hebben ook niet altijd een verzekering gewaarborgd inkomen afgesloten bij een privé-verzekeraar. Al zijn er alsmaar meer zelfstandigen die dat wél doen, zegt Evelien Philips, die daar blij om is. ‘Zo’n verzekering is niet goedkoop, maar als je ze niet hebt en je wordt ziek, lopen de kosten nog veel hoger op. Dat een startende zelfstandige zich niet meteen verzekert, kan ik begrijpen: het is een serieuze financiële drempel, en hij of zij weet nog niet hoe de zaken gaan lopen. Ik pleit er dan ook voor om na pakweg een jaar die verzekering nog eens in herinnering te brengen en te wijzen op het belang ervan.’

Blijven werken

Dé zelfstandige bestaat niet. De groep bestaat uit zowel bakkers, journalisten, kunstenaars en tandartsen als loodgieters, sportcoaches, therapeuten en aannemers. En elke situatie is anders. De ene zelfstandige werkt alleen, de andere heeft personeel in dienst. De ene is afhankelijk van klanten, de andere van opdrachtgevers. Een zelfstandige die zijn winkel tijdelijk moet sluiten door ziekte zit in een andere positie dan een freelance IT’er die in een bedrijf werkt waar hij meteen wordt vervangen door een collega. Van het werk volledig neerleggen om je op je genezing te concentreren, tot blijven doorwerken of iemand aanwerven om je zaak draaiende te houden: er zijn verschillende scenario’s mogelijk.

‘De meeste zelfstandigen willen zo lang mogelijk blijven werken’, zegt Evelien Philips. ‘Vraag aan een zelfstandige “Wat zou je doen bij ziekte?” en het antwoord luidt maar al te vaak: “Ik ben zelfstandige, ik word niet ziek.”‘ Ik heb gepraat met borstkankerpatiënten die zijn blijven werken tot aan de vooravond van hun operatie, en die na 1 of 2 weken de draad alweer opnamen. Veel zelfstandigen werken ook tijdens hun behandeling zoveel mogelijk door en schroeven hooguit hun aantal werkuren wat terug. Een volledige werkstop komt haast nooit voor. Is er toch een periode van arbeidsongeschiktheid, dan keren ze sneller terug naar de werkvloer. Met alle gevolgen van dien: omdat ze te weinig rust hebben genomen, vergroot het risico dat ze na verloop van tijd opnieuw uitvallen.’

Borstkanker en werk: 'Ik ben zelfstandige. Ik word niet ziek'

Loyauteit en identiteit

Hoe het komt dat zelfstandigen vaak te veel hooi op hun vork blijven nemen tijdens een periode van ziekte? De financiële druk speelt zeker een rol. Je wilt dat je zaak blijft draaien en dat je klanten niet massaal naar de concurrentie stappen. Bovendien kost ziek zijn geld; moeten terugvallen op een uitkering kan er behoorlijk inhakken. Maar het zijn zeker niet alleen economische redenen die aan de basis liggen, benadrukt Evelien Philips. ‘Zelfstandigen hebben vaak een groot gevoel van verantwoordelijkheid en loyauteit naar hun cliënteel toe. De klanten rekenen op hen, ze willen hen niet teleurstellen. Er is doorgaans ook een grote emotionele betrokkenheid bij de zaak. Ze hebben ervoor geknokt, er hun ziel en zaligheid in gelegd. Voor veel zelfstandigen is de zaak een deel van hun identiteit. Blijven werken, of minstens betrokken blijven, is goed voor hun mentaal welzijn. Ze voelen zich dan ook meer dan alleen kankerpatiënt. In die zin kan aan de slag blijven, al is het op een lager pitje, een positief en zelfs therapeutisch effect hebben.’

Het is dus zeker niet zo dat zieke zelfstandigen alleen maar nadelen ondervinden van hun statuut. ‘Als ze weer aan de slag willen na een periode van arbeidsongeschiktheid, kunnen ze zelf bepalen wanneer ze daar klaar voor zijn en hoeveel ze aankunnen. Dit in tegenstelling tot werknemers, die meer gebonden zijn aan vaste dagen en uren. Die mogelijkheid om flexibel om te springen met hun uren en hun planning ervaren de meeste zelfstandigen als een groot pluspunt.’

Bieke (44): ‘Op vrijdag chemo, in het weekend recupereren, maandag weer op post’

‘Ik ben diëtiste en zaakvoerder: ik run een groepspraktijk waarin ook een beweegcoach en een mental coach werken. Toen ik begin 2019 de diagnose borstkanker kreeg, heb ik meteen open kaart gespeeld met mijn medewerkers.

Voor hen veranderde er niets. Of en hoe ik mijn eigen activiteiten kon voortzetten, zou de tijd uitwijzen. Ik kon alleen maar hopen dat ik niet te lang uit de running zou zijn.

Ik heb eerst een borstsparende operatie gehad, waarna ik een week ben thuisgebleven. Daarna volgde chemotherapie: 6 keer, om de 3 weken. Ik koos ervoor om op vrijdag naar het ziekenhuis te gaan voor mijn chemo. Zo had ik telkens het weekend om te recupereren. Op maandag was ik weer op post, al was het maar voor een paar uur. Ik ben tijdens mijn hele behandeling niet in arbeidsongeschiktheid gegaan. Wel nam ik minder klanten aan, waardoor mijn werkdagen minder lang waren. En de administratie van de zaak, die ik altijd zelf had gedaan, gaf ik voor een stuk uit handen aan een externe medewerker. Verder ben ik blijven werken. Dat was soms zwaar, maar het bood ook afleiding en voldoening. Ik droeg kleurrijke sjaaltjes en verdoezelde mijn grauwe teint met wat extra foundation en blush. Tegen mijn klanten ben ik altijd eerlijk geweest: ze wisten dat ik borstkanker had. Op die manier kon ik ook op begrip rekenen als ik eens een afspraak moest afzeggen of plotseling onwel werd. Want ja, met al dat praten over eten ben ik een paar keer flink misselijk geworden. (lacht)

Op de helling

In juli was de chemo afgelopen en ben ik met mijn gezin op vakantie gegaan. Tijdens die vakantie heb ik ontzettend veel geslapen. Alsof ik toen pas voelde hoe moe ik was en hoe mijn lichaam al die maanden op zijn reserves had geteerd. Ook geestelijk was ik op; ik kreeg nog geen sudoku ingevuld. Daarna volgden nog 7 weken bestralingen. Elke werkdag om 8 uur stipt stapte ik het ziekenhuis binnen, om als eerste aan de beurt te zijn. Rond halftien was ik in de zaak. Mijn man was soms bezorgd omdat ik almaar doorging, en ook vrienden en familieleden maanden me aan om aan mijn gezondheid te denken. Maar als zelfstandige is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Ik had al die jaren zo veel geïnvesteerd in mijn zaak, moest leningen afbetalen, had zo veel moeite gedaan om te staan waar ik stond. Dat wilde ik niet op de helling zetten. Ik heb soms wel gedacht: als werknemer zou ik een tijdje ziekteverlof nemen, nu niet. Of ik dat betreurde? Ja en nee. Natuurlijk zou het heerlijk zijn geweest om soms meer rust te kunnen nemen. Maar ik vond het ook wel fijn om van dag tot dag in alle vrijheid zelf mijn werkritme te kunnen bepalen, zonder aan iemand verantwoording te moeten afleggen.’

Partner Content