Jonas Bruyneel

Het verdriet van het Lam Gods

Uitgeverij Lannoo, Tielt 2019

254 blz., ? 21,99 ISBN 978 94 014 4324 1

Joos Vijd staat dan wel op het altaarstuk De aanbidding van het Lam Gods, deze mecenas bleef altijd overschaduwd door het meesterschap van Jan Van Eyck. In de berg literatuur is er doorgaans weinig meer over hem te vinden dan ‘rijke patriciër en schepen/wethouder van de stad Gent’. Nochtans, zonder Vijd geen Lam Gods. Wie was die man precies, hoe en waarom liet hij dit uitzonderlijke retabel voor zijn kapel in de Sint-Janskerk, nu Sint-Baafskathedraal, schilderen? Context en ontstaansgeschiedenis blijven, op een enkele studie na, grotendeels onderbelicht. In deze historische roman neemt de auteur hiervoor ruim de tijd; we zitten al halfweg het boek wanneer Joos in het 15de-eeuwse Gent verschijnt. Eerst wordt de afkomst van de ingeweken Gentenaar stevig gedocumenteerd uitgespit – telg uit een turfhandelaarsfamilie in Beveren. Eén en ander wordt levendig opgeroepen, met een flinke dosis human interest, in de jaren van de verbeten strijd van oproerige steden onder een Vlaamse graaf, een Franse koning en ten slotte een Bourgondische hertog, waarbij geen enkel bloederig treffen – en dat zijn er nogal wat – buiten beeld blijft. Climax van het verhaal is de mogelijke toedracht van de Lam Gods-opdracht en de uitvoering ervan door de broers Van Eyck, hier betekenisvol met woorden opnieuw geschilderd. Joos Vijd bleef kinderloos. Bruyneel ziet dit verdriet als de belangrijkste drijfveer. Het echtpaar Vijd-Borluut investeerde enorm veel middelen in dit groots opgevatte kunstwerk omdat ze niet vergeten wilden worden. Het omslagbeeld focust subtiel op de extreme godsvrucht van de middeleeuwers: Vijds biddende handen. Less is more.

Partner Content