Stoned aan de rookstoof
Historici hebben lang hun hoofd gebroken of ze een verhaal van Herodotus over de Scythen af moesten doen als ‘feit’ of als ‘fictie’. In boek IV, 75, beschrijft hij hoe leden van dit steppevolk, dat in de buurt van de Kaspische Zee rondtrok, in een tent de zaden van hennep op hete stenen legden. Direct steeg er een geur uit op die – aldus Herodotus – ‘aangenamer is dan Griekse wierook’. De Scythen zouden het bij het inademen van de dampen uitgeschreeuwd hebben van vreugde.
Een onderzoeksteam van Duitse en Chinese archeologen heeft onlangs in Science Advances de bewijzen gepubliceerd dat deze rituele handelingen inderdaad werden uitgevoerd in de tijd dat Herodotus zijn reisverslag schreef. In het uiterste westen van China, op de hoogvlakte van Pamir, bevinden zich bijzondere ronde grafheuvels, omringd met brede banen van afwisselend witte en donkere stenen. Bij verschillende opgravingen aldaar werden in totaal tien houten stoven aangetroffen met daarin nog de hittestenen. Met behulp van gaschromatografi e werden organische resten van cannabis gevonden. Zowel aan de binnenkant van de rookstoven als op de nog aanwezige stenen werden sporen aangetroffen van cannabis met een uitzonderlijk hoog THC-gehalte, de hallucinerende stof. De ongeveer 5000 jaar geleden gedomesticeerde hennepplant waaruit olie gewonnen wordt en waarvan de vezels voor touw worden gebruikt, heeft echter een erg laag THC-gehalte. Daarom vermoedt het onderzoeksteam dat de variëteit van de hennepplant die 2500 jaar geleden op de hoogvlaktes in Centraal-Azië verbouwd werd, speciaal voor ritueel gebruik was geselecteerd en gedomesticeerd.
G/Geschiedenis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier