Kamiel Vermeylen

‘Het Belgische EU-voorzitterschap begint met een pijnlijke achterstand’

Als stichtend lid van de Europese Unie staat België te boek als een uitgesproken pro-Europees land. Toch hollen we steeds meer achter de feiten aan.

Zestien. Zo veel Europese richtlijnen heeft België eind 2023 te laat omgezet. Daarmee is ons land bijna de slechtste leerling van de Europese klas, al gaat het om een gedeelde verantwoordelijkheid van de federale overheid, de gewesten en de gemeenschappen. In 2022 werden wegens de laattijdige omzetting maar liefst 38 inbreukprocedures gestart. Door die achterstand, maar ook omdat België de Europese wetgeving vaak foutief omzet, lopen er tegen ons land meer Europese inbreukprocedures dan tegen om het even welke andere Europese lidstaat.

Naar aanloop van het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in de eerste helft van 2024 is dat voor de reputatie van ons land ronduit kwalijk. Met het roterende voorzitterschap krijgen de lidstaten niet alleen de kans om een half jaar boven hun soortelijk Europees gewicht te boksen, maar moeten ze ook hun schouders op verantwoorde wijze onder het Europese project zetten. Dat laatste doet ons land dus onvoldoende, en wees maar zeker dat zoiets in andere lidstaten niet onopgemerkt blijft.

De grootste oorzaak van het probleem ligt volgens politici bij het Belgische federalisme en haar complexe bevoegdheidsverdeling. Dat niet één minister of staatssecretaris, maar soms wel acht politici verantwoordelijk zijn voor de omzetting van een Europese richtlijn maakt de zaak er inderdaad niet gemakkelijker op. Maar er heerst gelatenheid en dat was ooit anders. Naar aanloop van onze vorige voorzitterschappen, in 2001 en 2010, stelden respectievelijk Freddy Willockx en Olivier Chastel nog wat orde op zaken. Vandaag is dat minder het geval.

Vlaanderen heeft de omzettingsachterstand intussen op de radar: de regering-Jambon wil die tijdens het voorzitterschap zo veel mogelijk wegwerken. Beter laat dan nooit natuurlijk, al dient die laattijdige ambitie ook een Vlaams-nationalistische agenda: ‘Wat we zelf doen, doen we beter.’ Die invalshoek illustreert hoe de Belgische communautaire kwestie alsmaar vaker op het Europese niveau afstraalt. Dat kan ook moeilijk anders: in België worden de bevoegdheden alsmaar meer gedecentraliseerd, terwijl ze in Europa steeds vaker samenkomen.

Met veeleer eurosceptische Vlaams-nationalisten in de Vlaamse regering en doorgaans pro-Europese partijen in de federale regering zorgt die evolutie voor spanningen: veel vaker dan vroeger moet België zich in de Raad van de Europese Unie of haar voorbereidende organen onthouden. Het dertig jaar oude samenwerkingsakkoord tussen federale overheid, gewesten en gemeenschappen bepaalt namelijk dat alle bevoegde regeringen het eens moeten zijn voordat België op het Europese toneel kan voor- of tegenstemmen. Zonder consensus geen Belgisch standpunt.

Belgische of regionale assertiviteit op het Europese toneel is niet noodzakelijk een slechte zaak: aan onbehouwen meestappen in een soms te ambitieuze Europese marsrichting heeft niemand iets. Wel zorgt een kritisch-constructieve houding ervoor dat andere lidstaten met Belgische besognes rekening houden: wetsvoorstellen worden bijgestuurd, bijkomende fondsen vrijgemaakt of nieuwe initiatieven genomen. Onthoudingen komen daarentegen met een kostprijs: wie niet aan tafel zit, wordt niet geserveerd en wie vaak verstek geeft, krijgt na verloop van tijd geen uitnodiging meer.

Als klein land met een open economie heeft België er veel belang bij dat zijn stem in Europa gehoord wordt. Op het armere Hongarije na profiteert geen enkele lidstaat meer van de Europese interne markt dan België. Daarom zijn niet alleen het voorzitterschap en de Europese stembusgang in juni belangrijk, maar ook de Vlaamse en federale verkiezingen. Leiden die twee tot een staatshervorming, dan heeft dat zonder meer repercussies voor België op het Europese niveau. De politiek kan er maar beter rekening mee houden – meer dan dat ze met de omzetting van Europese wetgeving doet.

Partner Content