Gentse troubadour Lieven Tavernier brengt tiende album uit: ‘Deze plaat is een stiltegebied’

© Saskia Vanderstichele
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Muzikant en schrijver Lieven Tavernier schenkt de wereld met Ik was daar ook een ingetogen plaat die uitnodigt tot wiegen, mededogen en het eren van verloren liefdes.

Vroeger schreef hij klassiekers voor collega’s, nu gelukkig vooral voor zichzelf. De melancholische troubadour uit Gent is inmiddels aan zijn tiende plaat toe.

‘Je weet, ik heb het jou beloofd. Je krijgt van mij een regenboog. Maar nu heb ik de kleuren niet’, zingt u in de opener ‘Juwelen’. Wie beloofde u een regenboog?

Lieven Tavernier: Regenbogen zijn als de liefde, ontroerend mooi maar vluchtig, niet vast te houden. ‘Juwelen’ opent het album omdat producer Yves Meersschaert vond dat het nummer alles aanraakt waar ik op de plaat over zing. Wat overblijft van een leven, zijn de juwelen in het graf. In de nummers van deze plaat wil ik de herinneringen aan mijn oude liefdes – mijn juwelen – ophalen, in de geest van Marcel Prousts À la recherche du temps perdu.

U zingt, onder meer in ‘Regen en mist’, met zachtheid over een ex. Is de plaat een ode aan wie u liefhad?

Tavernier: Mijn geluk is dat ik, al schrijvende, mensen die er vaak niet meer zijn alsnog kan bezoeken en zeggen wat niet goed of niet uitgesproken is. ‘Verliezen is een kunst die zich leren laat.’ Dat is een zin uit het lied ‘Ik was daar ook’. Iemand die je hebt verloren, kun je al schrijvende terughalen. Hoe klein ook die troost, het is een troost.

Ik groeide op in vele internaten, zonder veel contact met mijn ouders. Klinkt dat treurig genoeg?

‘Vondeling’ lijkt het buitenbeentje van de plaat.

Tavernier: Dat nummer is een bewerking van Gillian Welsh’ ‘Orphan Girl’. Ik vertaalde het voor Little Kim (de artiestennaam van Kadril-zangeres Kimberly Claeys, nvdr) die dit najaar haar plaat Moederland uitbrengt. Dit nummer staat erop. Maar ik wilde het nummer ook zelf opnemen. Ik heb ontdekt dat mijn naam in de Franse taal ook slaat op een kind dat te vondeling wordt gelegd op de dorpel van een taverne, een café dat bij het ochtendkrieken de deuren opent. Ik voel me als zo’n tavernier. Ik groeide op in vele internaten, zonder veel contact met mijn ouders. Klinkt dat treurig genoeg?

Elke winter kijkt Vlaanderen door uw bril naar de eerste sneeuwvlokken dankzij uw klassieker ‘Eerste sneeuw’. Ook nu zingt u over sneeuw, regen en mist. Waar komt die focus op de natuur vandaan?

Tavernier: Ik houd erg van Nescio, een Nederlandse schrijver die de natuur secuur beschreef. Die bewondering heeft me ongetwijfeld beïnvloed. Via die natuur vertel ik over mezelf en doe ik wat Voltaire aanbeval: ‘ Il faut cultiver son jardin.’ Mijn spade is mijn pen.

Naast uw gitaar, uw stem en een orgeltje in de song ‘Arrannmore’, zijn enkel de stemmen van Les Dames Tavernier te horen. Waarom?

Tavernier: Deze plaat wil een stiltegebied zijn, of poogt het te zijn. In zo’n gebied hoor je meer en beter. Ik onderneem die poging met Les Dames Tavernier. Dat zijn Eva Ackerman, Laura De Bruyn en Marijn Thissen. Zij zijn violistes in het Gentse Room 13 Orchestra van Yves Meersschaert, met wie ik mijn vorige plaat, Oude Regenbogen, opnam en met wie ik graag nog een plaat wil maken. Mijn andere plannen? Ik wil nog Bob Dylan en Georges Brassens in het Gents bewerken. (betrapt) Ik vertel niet graag over mijn plannen. Woody Allen zei ooit: ‘ If you want to give God a good laugh, tell him your plans.’ Maar zolang deze mens niet tussen de juwelen in het graf belandt, blijft hij spitten met zijn pen. En zingen.

Ik was daar ook van Lieven Tavernier wordt op 5 februari in de Handelsbeurs te Gent voorgesteld en kan besteld worden via lieventavernier.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content