‘(Geen) zin in burgerzin: we kunnen veel mensen vertrouwen, maar een groep zullen we bij de les moeten houden’

Professor sociale psychologie Alain Van Hiel (UGent) staat stil bij hoe we zij die mogelijk laks met de versoepelde coronamaatregelen zullen omgaan, kunnen overtuigen om niet buiten de lijntjes te kleuren.

Tijdens de persconferentie woensdag van premier Sophie Wilmès over een eerste versoepeling van de coronamaatregelen, viel het woord “burgerzin” nadrukkelijk. Dat is de media en vele mensen niet ontgaan. Rekenen op de algemene verantwoordelijkheidszin van de mens, daar is niets mis mee, althans voor het overgrote deel van de mensheid. In België en elders deden miljoenen mensen hun best; ze hebben alle maatregelen nauwgezet opgevolgd. En ze zullen dit blijven doen, ook wanneer op het vlak van sociaal contact meer mogelijk wordt.

(Geen) zin in burgerzin: we kunnen veel mensen vertrouwen, maar een groep zullen we bij de les moeten houden.

Sterker nog, ze blijven meedenken en op een gewetensvolle en veilige manier omgaan met de nieuwe vrijheden. Dit kan vanuit een positieve motivatie en de overtuiging goed te doen, door angst, of door de persoonlijke situatie van henzelf of hun partner, zoals hoge leeftijd en ziekte. Het is goed dat al deze mensen het vertrouwen krijgen.

(Geen) zin in burgerzin: enkele vuistregels voor veilig sociaal contact.

Toch zijn er ook een aantal risicoprofielen in onze samenleving die het niet al te nauw zullen nemen met de maatregelen. Door de versoepeling ervan kan hun impact op de verspreiding van het virus toenemen. Misschien zijn het er tien percent, of misschien wel twintig, of wie weet, misschien slechts vijf percent. Maar zelfs vijf percent op een totale bevolking van zo’n elf miljoen mensen, betekent dat er enkele honderdduizenden mensen bewust, met voorbedachten rade, of in een moment van impuls, in de fout zullen gaan.

Ik schets eerst enkele risicoprofielen van mensen voor een lakse houding tegen de maatregelen, en sta daarna stil met hoe we hen best overtuigen binnen de lijntjes te kleuren.

  • Beknotte noden

Sociale noden worden gezien als de meest fundamentele behoefte van mensen, naast bijvoorbeeld behoeften aan voedsel en veiligheid. Het spreekt voor zich dat wanneer deze sociale behoeften gefrustreerd worden, mensen gestresseerd en ongelukkig worden.

Niet iedereen heeft die sociale behoeften in dezelfde mate, maar de meer sociale medemens vormt na een maandenlang sociaal dieet een mogelijk risicoprofiel. Zeker, sommigen hebben die sociale behoeften vervuld op sociale media, of hebben genoten van het samenzijn met het gezin. Maar anderen zijn hier niet toe gekomen, of hebben een onbevredigend gevoel over gehouden aan computercommunicatie. Die laatste groep, daar heb ik het over.

Hoe dit komt? Mensen zijn niet goed in het onderdrukken van hun neigingen. Of het nu gedachten zijn, gevoelens of motivaties, maakt niet uit. ‘Denk niet aan een witte beer’, zou ik je kunnen vragen. Wanneer je je best doet, lukt dit wel. Maar plots, als de concentratie even verslapt, denk je aan … een witte beer.

Zo gaat het met onderdrukte neigingen. Als de aandacht verslapt, is het alsof een bal onder water losgelaten wordt. Precies zoals de bal die naar boven komt, komen gefrustreerde neigingen ook naar boven. Voor mensen die hun sociale behoeften al wekenlang beknot zien, wordt het dus opletten om de regels te blijven volgen.

  • Gehoorzaam zonder meer (maar niet betrokken)

Wie de regels volgt enkel maar door sociale controle of een boos oog van de buren, of uit schrik voor een bekeuring van de politie, is een ander type van risicoprofiel.

In de rechtspsychologie is het een welbekend fenomeen. Het positieve aan straffen in de brede zin is dat ze een afschrikkingseffect sorteren. Hierdoor wordt schadelijk gedrag niet of minder gesteld. Gelukkig maar. Er is echter ook een keerzijde. Het is niet omdat mensen hun gedrag aanpassen, dat hun onderliggende normen ten goede veranderen. Het is zoals bij flitscamera’s in het verkeer. Vele remlichten schieten aan bij het naderen ervan, en dan plots rijden de auto’s weer sneller. De autobestuurders pasten dus hun gedrag aan, maar ze zien de noodzaak van snelheidsbeperking niet in.

Een aantal mensen hebben zich dus nog niet kunnen uiten als onvoorzichtig, louter omdat ze zich gecontroleerd voelden. Ze ontbreken echter de interne motivatie om de maatregelen toe te passen. Wanneer zij in situaties komen waarin sociale of politionele controle ontbreekt, kunnen ze in de fout gaan.

  • Twijfelend overtuigd

Mensen die beslist en direct de maatregelen afwezen, en dit zijn blijven doen, zijn een vanzelfsprekende risicogroep. Maar je zou bijna vergeten dat er ook heel veel twijfelende mensen zijn, en ook zij kunnen (een minder vanzelfsprekend) risico vormen.

Je zou kunnen denken dat twijfelaars lang nadenken over de dingen en nadien een gefundeerd besluit nemen. Na veel wikken en wegen kan de twijfelende mens dus eindelijk besluiten dat de coronamaatregelen nodig zijn en zal hij erin meegaan. Twijfelaar kan je zijn van nature, als een persoonlijkheidstrek, of omdat oordelen nu eenmaal gebaseerd kunnen zijn op onzekere en dubbelzinnige informatie.

Toch zijn mensen die snel de knop omdraaien vaak het zekerst van hun stuk. Dat klinkt paradoxaal, want in hun haast neigen ze een hele boel informatie naast zich neer te leggen, of zijn ze helemaal niet geïnteresseerd in argumenten. Maar toch hangen ze het sterkst vast aan hun oordelen en blijven ze die met vuur verdedigen.

Twijfelende mensen verwerken veel informatie, maar hun overtuiging blijft wankel. Als op hen ingepraat wordt ‘dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen’, dan kunnen ze hun overtuiging verliezen en nalatig worden.

  • Andere risicoprofielen

Er zijn nog een aantal andere types van mensen die als vanzelfsprekend grote risico’s lopen om de versoepelde regels te overtreden, of er zelfs rabiaat misbruik van te maken.

Geen betere voorspeler van toekomstig gedrag dan hetgeen we in het verleden deden. Mensen die ondertussen er de kantjes van afliepen of de regels aan hun laars lapten, zullen dit in grote getale blijven doen.

Cynische mensen die hun vertrouwen in de overheid en de wetenschap (of wetenschappers) verloren, complotdenkers, en ‘je m’en foutisten’ zullen ook deze keer slordig en nalatig zijn.

Dan is er nog een groep van mensen die naar niets of niemand luistert, en met niemand inzit. Ook van hen valt weinig heil te verwachten als het erop aankomt om de regels gewetensvol toe te passen.

De sociale situatie

Laten we niet vergeten dat iemands persoonlijkheid slechts een deel van het verhaal is. Mensen worden niet alleen door interne bronnen gedreven, maar hun gedrag wordt ook vormgegeven door de sociale omgeving waarin ze zich bevinden.

Die sociale context kan ten goede en ten kwade werken. Als twijfelende mensen samenleven met mensen die de regels strikt volgen, dan is dit uiteraard verschillend dan wanneer ze onder een dak samenwonen met gehoorzamen zonder interne motivatie, of met andere twijfelaars, of gelijk welke combinatie.

De sociale psychologie toont op vele manieren aan dat mensen in groepen door elkaar beïnvloed worden. Het is in groepen vaak zo dat de meerderheid ‘wint’. Als het initiële sentiment in je nieuwe cocoon van vier personen eerder aan de lakse kant is, dan ontstaat de neiging om zelf mee te gaan in die slordigheid. Kom je in een strikt gezelschap terecht, dan zal je als vanzelf ook strikt zijn.

Van de macht van de sociale context en het meerderheidseffect in groepen moet je zelf doordrongen zijn. Burgerzin betekent immers niet alleen dat je jezelf beperking oplegt, maar ook dat je verantwoordelijkheid neemt tegenover anderen. Het is niet fout, zelfs moedig, om met stelligheid sociale afstand te eisen, ook tegenover diegenen die geen graten zien in overtredingen. Bereid je dus mentaal voor om je grenzen te bewaken.

Wat te doen?

Vaak gaat in de psychologie het positieve samen. Mensen die hun best doen, gaan nog meer hun best doen als ze vertrouwen krijgen. Bij hen werken positieve interventies het best. En het is hierop dat premier Sophie Wilmès beroep doet.

Maar er zijn nu eenmaal mensen die niet hun best doen; of onzeker, behoeftig of ongeduldig zijn. Zij vormen gemakkelijke prooien voor nalatigheid. Bij hen kan je niet alleen op het heilzame effect van vertrouwen rekenen.

Om hen te overtuigen en hen bij de les te houden, kan je best ook beroep doen op het motiverend effect van het negatieve. Angst helpt in deze. De verschrikkelijke beelden van lijdende mensen hier bij ons, of in Italië of de Verenigde Staten, frissen het geheugen op en zetten onze aandacht op scherp.

Doemberichten zijn een andere mogelijkheid. Je vertelt er geen leugens mee. Tegen mensen die geen afstand houden of hun hele netwerk mobiliseren zou iemand moeten zeggen: ‘Jullie zorgen voor een zomer zonder cafés, zonder restaurants en zonder tripjes naar het buitenland. En dat doe je niet alleen anderen aan, maar ook jezelf.’

Ook de “Stel je eens voor dat”-techniek werkt overtuigend. Stel je dit even voor: een zomer tussen vier muren. Of, stel je voor: een volledige lockdown binnen enkele weken, enkel omdat een aantal mensen zich niet aan de regels houden.

Het is duidelijk dat we vele mensen kunnen vertrouwen, maar het is eveneens duidelijk dat we bepaalde mensen bij de les zullen moeten houden. En ook dat is burgerzin.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content