‘Geen reden tot ongerustheid? Ik ben eigenlijk wél wat ongerust’

‘De huidige tendens om zo snel als mogelijk terug te willen gaan naar wat men ‘normaal’ noemt, en hierbij ongewild ook weer voorbij te gaan aan de angst, de onzekerheid, het verdriet en de rouw die corona teweeggebracht heeft, baart ons zorgen’, schrijft psychiater Athena Beckers.

Wie de afgelopen maanden het nieuws met betrekking tot de coronacrisis volgde, zal kunnen beamen dat je daar heel erg duizelig van kon worden. Wat men ’s morgens in de krant las, daar kon men ’s avonds soms al niet meer zo zeker van zijn. Wetenschappelijke studies en krantenartikels over corona schoten als paddenstoelen uit de grond, en spraken elkaar (soms flagrant) tegen. Soms zelfs dezelfde dag nog.

Geen reden tot ongerustheid? Ik ben eigenlijk wél wat ongerust.

Ongerust moesten we alvast nooit zijn, volgens dr. Steven Van Gucht, interfederaal woordvoerder van het crisiscentrum en viroloog bij Sciensano, die dit ongeveer dagelijks benadrukt in zowat elke krant en op elk televisiekanaal. ‘Er is geen reden tot bezorgdheid’.

Ik heb het de afgelopen tijd dan ook wel wat verwarrend gevonden om vast te stellen dat ik eigenlijk wél wat ongerust ben.

  • Ik ben ongerust dat dat percentage voor wie op de afdeling intensieve zorgen belandde, met 42% bijna dubbel zo hoog is
  • Ik ben ongerust dat vooral in de verf wordt gezet dat het aandeel 80-plussers dat met corona wordt opgenomen, momenteel bijna de helft bedraagt van het totale aantal opnames.
  • Ik ben ongerust dat deze bewoording gekozen lijkt te zijn om geruststelling te induceren, en zodoende lijkt te suggereren dat het op de één of andere manier minder te betreuren is als een 80-plusser met corona wordt opgenomen of overlijdt.
  • Ik ben ongerust hoe slechts in de kantlijn (sommige kranten gebruiken hiervoor letterlijk de term ‘terzijde‘) wordt vermeld dat er wel nog altijd dertigers, veertigers en vijftigers met corona in het ziekenhuis belanden. En dat zij weliswaar ‘doorgaans‘ onderliggende aandoeningen hebben, maar 20% van hen niet (‘jong en gezond, maar toch met corona in het ziekenhuis beland‘).
  • Ik ben ongerust omdat dit opnieuw lijkt te willen impliceren dat (de jonge, gezonde personen die worden opgenomen met corona even ’terzijde’) ‘de meesten van ons‘ niet ongerust moeten zijn, en dat tot de mensen met onderliggende aandoening eigenlijk niet rechtstreeks gesproken wordt.
  • Ik ben ongerust dat deze kwetsbare ouderen en mensen met onderliggende aandoening wat aan hun lot worden overgelaten. Dat in de exitstrategie tot nu toe zeer weinig rekening werd gehouden met hen.
  • Ik ben ongerust dat het momenteel nog steeds aangeraden wordt voor deze kwetsbare groepen om voorzichtig‘ te blijven, terwijl de rest van ons dat schijnbaar niet meer hoeft te zijn.
  • Ik ben ongerust omdat het niet duidelijk is hoe deze kwetsbare groepen dat dan wel moeten doen, ‘voorzichtig blijven’, wanneer hun risico om met het virus in contact te komen toeneemt doordat iedereen via bubbels van 10 (per persoon, per week, met bovendien allerlei uitzonderingen) ondertussen terug met zowat iedereen in contact staat.
  • Ik ben daarom ook ongerust dat mondmaskers tot op heden nog steeds geheel vrijblijvend te dragen zijn, en niet verplicht worden in publiek toegankelijke, afgesloten ruimten. Enkel in de ziekenhuizen zie ik hierover duidelijke richtlijnen, allicht omdat de concentratie aan kwetsbare personen daar erg hoog is. Maar weet u, kwetsbare personen gaan ook wel eens graag naar de supermarkt, of op restaurant, of willen zich ook veilig voelen wanneer zij terug aan het werk gaan. En ze willen hun kind ook met een ‘gerust’ hart terug naar school kunnen laten gaan. Of bezoek ontvangen in het woonzorgcentrum, of hun kleinkind knuffelen.
  • Ik ben ongerust dat kwetsbare personen om bovengenoemde redenen een vergeten groep worden, die omdat zij nog steeds waakzaam en voorzichtig moeten zijn en vooral zichzelf moeten beschermen, dreigt geïsoleerd te geraken van ‘het gewone leven’ dat de rest van ons al terug heeft opgenomen.
  • Ik ben ongerust dat er door de exitstrategie op die manier onbewust, en allicht ongewild, een polarisatie ontstaat in de samenleving; met name ‘zij die niet ongerust moeten zijn’ versus ‘de kwetsbare groepen‘.
  • Daarnaast ben ik ongerust over het dagelijks keurig afgelezen aantal zogenaamd ‘genezen verklaarde patiënten‘. Enige research leert namelijk dat er een grote groep patiënten is die, na het doormaken van corona, een lange en stevige revalidatie te wachten staat en mogelijks permanent letsel of beperkingen overhoudt aan de besmetting.
  • Ik ben ongerust over het aantal zorgverleners dat, in de uitoefening van hun beroep, op die manier getroffen werd door corona. En over het aantal zorgverleners dat al maanden onder erg hoge druk hun job moet uitoefenen. Ik ben ongerust dat deze zorgverleners dit niet kunnen volhouden.
  • Ik ben ongerust over de teststrategie die ons voor een tweede golf moet behoeden, met name de wildgroei aan testen die momenteel plaatsvindt, de tijd, energie en financiële middelen die hieraan verloren gaan en veel efficiënter konden besteed worden.
  • Ik ben ongerust dat er behoudens deze teststrategie te weinig geanticipeerd wordt op een mogelijke tweede golf, en tegelijkertijd dat spreken in termen van een ’tweede golf’ en een ‘plateau’ bijna impliceert dat we bij dit ‘plateau’ niet moeten stilstaan.
  • Ik ben ongerust dat er te weinig stilgestaan wordt bij de mensen, de families die nog steeds door corona worden getroffen. Ik ben ongerust dat we deze mensen reduceren tot cijfers en statistieken. Ik ben ongerust dat als we niet opletten, we onze menselijkheid dreigen te verliezen ten voordele van ons ‘gezond’ verstand.
  • Ik ben ongerust dat dit alles tot doel heeft om zo snel mogelijk terug te keren naar een maatschappij die als ‘normaal‘ beschouwd wordt. Ik maakte me namelijk, eerlijk gezegd, vóór de coronacrisis al wat zorgen over deze maatschappij.

De wachtlijsten voor geestelijke gezondheidszorg waren vóór deze crisis al zo lang dat je voor je depressie of angststoornis op sommige plaatsen pas na 6 maanden kon geholpen worden. De huidige tendens om zo snel als mogelijk terug te willen gaan naar wat men ‘normaal’ noemt, en hierbij ongewild ook andermaal snel voorbij te gaan aan de angst, de onzekerheid, de ongerustheid, het verdriet en de rouw die corona teweeggebracht heeft, nog steeds teweegbrengt en nog zal teweegbrengen– dat baart me wel degelijk zorgen.

Zoals u ziet, ben ik nogal een zorgelijk type. Dat zit wat in mijn aard. Maar ik ben ook psychiater, en vanuit dat oogpunt geloof ik dat ik niet de enige ben die deze bezorgdheden deelt. Een aantal collega-psychiaters treden alvast mijn standpunt bij.

Ik hoop met dit schrijven de mensen te bereiken die toch nog wat ongerust zijn. Ik zou hen vooral willen zeggen dat dat oké is, en normaal in deze tijden, en dat dat mag. Het moét niet. Maar het mag.

Deze bijdrage werd mee ondertekend door psychiaters Dirk Monsieur en Caroline Van Damme.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content