Sonja Becq en Sabine de Bethune (CD&V)
‘Geef mannen en vrouwen hetzelfde pensioen’
‘Vrouwen moeten het met zo’n 283 euro per maand aan pensioenbedrag minder stellen, terwijl ze langer leven en zeker dezelfde levensstandaard verdienen’, schrijven Sonja Becq en Sabine de Bethune (CD&V). Ze roepen de regering op om de kaart van de vrouwen te trekken.
Op 20 April, Equal Pension Day, staan we op de barricade voor de pensioenrechten van vrouwen. Het is anno 2017 toch niet geoorloofd dat de kloof tussen het pensioenbedrag van mannen en vrouwen in België nog 30 percent bedraagt? Als mannen vanaf 1 januari pensioen opbouwen, starten vrouwen daarmee pas na bijna vier maanden. Of anders geformuleerd: als een mannelijke werknemer jaarlijks pas begint te werken vanaf 20 april, bouwt hij eenzelfde pensioen op als zijn vrouwelijke collega die een heel jaar werkt.
Dit is onverantwoord. Daarom moeten de regeringen de kaart van de vrouw trekken. We hebben een resolutie over de genderpensioenkloof klaar waarmee we alvast oproepen om de verschillen duidelijk in kaart te brengen, te meten en maatregelen te nemen om ze te dichten. Zodat vrouwen niet pas eind april aan hun pensioen kunnen bouwen.
965,67 euro, dat is het gemiddeld maandelijkse pensioenbedrag van een vrouwelijke werknemer. Haar mannelijke collega ontvangt gemiddeld 1248,76 euro. Vrouwen moeten het met zo’n 283 euro per maand minder stellen, terwijl ze langer leven en zeker dezelfde levensstandaard verdienen. Dat brengt de sociale bescherming van gepensioneerde vrouwen in het gedrang en maakt hen kwetsbaar, met een grotere kans op armoede. Precaire situaties, in het bijzonder na scheiding, moeten ten allen tijde vermeden worden.
Voor wie eraan twijfelt: er is al heel wat verwezenlijkt in de strijd voor gelijke rechten van vrouwen en mannen. Maar ondanks verschillende maatregelen blijven de verschillen te groot. Vrouwen hebben een tewerkstellingsgraad van 63 %, mannen van 71,3%. Vrouwen zijn ook minder actief in zogenoemde mannensectoren met hogere lonen, wat mee verklaard wordt door de gekozen opleiding. Ze verdienen, ondanks het principe van gelijk loon voor gelijk werk, nog steeds gemiddeld minder dan mannen. Daar getuigt de blijvende loonkloof van: op jaarbasis verdienen vrouwen maar liefst 21 procent minder dan de mannen. Dat voelen vrouwen ook in de opbouw van hun tweedepijlerpensioen. Als ze er al één opbouwen, ligt het aanvullend pensioenkapitaal beduidend lager. Vrouwen onderbreken hun carrière veel vaker, bijvoorbeeld voor zorg- en opvoedingstaken. Zeven op de tien vrouwen nemen ouderschaps- of zorgverlof, tegenover drie op de tien mannelijke collega’s. Door de verschillende onderbrekingen bouwen vrouwen een loopbaan op die gemiddeld vijf jaar korter is dan bij mannen en dat voel je uiteraard in de pensioenberekening.
In onze resolutie roepen we de regering op om de problemen duidelijk in kaart te brengen vooraleer oplossingen aan te reiken. Er bestaan vandaag immers geen geactualiseerde en vergelijkbare gegevens over de genderpensioenkloof. Een eerste stap is een globale en gecoördineerde beleidsstrategie om de genderpensioenkloof te meten en te dichten. Laat het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen samen met het jaarlijks loonkloofrapport ook een pensioenkloofrapport uitbrengen. Ook het Federaal Planbureau zou de genderpensioenkloof blijvend moeten monitoren.
Pas wanneer we weten waarover we spreken, kunnen concrete beleidsmaatregelen worden genomen. Zo willen we met onze resolutie de gendertoets consequenter inzetten: Bij elke regeringsmaatregel moet worden nagaan of een van de geslachten wordt benadeeld. Op basis daarvan kunnen we beoordelen of correcties en/of bijsturingen nodig zijn. De hervorming van de gezinsdimensie in de pensioenen is een pensioenwerf bij uitstek waar die genderdimensie moeten worden bewaakt. Informeer burgers over de effecten van beroeps- en loopbaankeuzes. Een gebruiksvriendelijke tool voor de berekening van het pensioen die informatie geeft over de effecten van bepaalde loopbaankeuzes, zoals bijvoorbeeld ouderschapsverlof, op het latere pensioenbedrag van de persoon in kwestie is daarbij het minimum minimorum.
Zelf zitten we natuurlijk ook niet stil. Met het in 2015 goedgekeurde informatieverslag over gelijkheid van vrouwen en mannen en over vrouwenrechten in de Senaat riepen we al op tot actie in het pensioendossier. In de Kamer ligt een resolutie voor met tal van aanbevelingen om de aanvullende pensioenen verder te verbreden en verdiepen. Zo roepen we op om via een groeipad een percentage van het loon te voorzien voor aanvullende pensioenopbouw om een bijdrageniveau van minimum 3% te bereiken. Daarnaast moeten de sociale partners gestimuleerd worden om op sector- of ondernemingsniveau de kaart van de aanvullende pensioenen te trekken. De focus moet hierbij liggen op die sectoren en bedrijven waar nu weinig mensen een aanvullend pensioen opbouwen of waar slechts lage bedragen worden opgebouwd.
Met ons wetsvoorstel voor een pensioensplit voorzien we een verplichte verdeling van de pensioenrechten onder de partners voor de jaren waarop zij samen waren. Door de wettelijke- en aanvullende pensioenrechten gelijk te verdelen, voorkom je dat de zorgende partner na een eventuele (echt)scheiding in armoede terechtkomt.
Slechts indien we samen, mannen en vrouwen, overheid, zelfstandigen, werkgevers en werknemers, ons hiervoor inzetten, zal deze pensioenkloof verder gedicht kunnen worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier