Marleen Teugels

Follow the money

Marleen Teugels Marleen Teugels is onderzoeksjournalist en auteur. Haar onderzoeksartikelen verschijnen hoofdzakelijk in het tijdschrift Knack. De voorbije zes jaar is ze als docent onderzoeksjournalistiek verbonden aan meerdere journalistieke opleidingen.

Wanneer complexe dossiers op het eerste gezicht niet duidelijk zijn voor journalisten, loont het om ze vanuit een financiële hoek te bekijken. Dat gaat ook op voor vrouwenzaken.

Wanneer complexe dossiers op het eerste gezicht niet duidelijk zijn voor journalisten, loont het om ze vanuit een financiële hoek te bekijken. Dat gaat ook op voor vrouwenzaken.

Als tiener kon ik niet begrijpen waarom er zoiets nodig was als vrouwenemancipatie. Zelf was ik opgegroeid in een gezin waar vrouwen alle kansen kregen. Toen we klein waren, stond mijn vader achter het fornuis. Hij stopte ons in bad en in bed. Mijn moeder ging uit werken. Ik hield ervan te spelen in het thuiskantoor van mijn vader. Toen ik nog niet kon lezen, staarde ik op zijn schoot naar de lettertjes in de krant. Hij nam me zelfs mee naar de kapper, zodat ik steevast rondliep met een jongenscoupe. Verder studeren was bij ons thuis voor de oudste dochter geen probleem. Zij het dat de lat danig hoog lag dat ik ooit eens een mislukte poging heb gedaan om in mijn rapport een zeven er als een negen te doen uitzien. Latijn-Grieks studeren kon niet, want dan moest ik naar school in een naburige stad, met het risico dat ik daar op woensdagmiddag op café zou gaan zitten. Communicatiewetenschappen studeren, kon ook niet, want volgens een ver familielid die toen hoofd was van de VRT-nieuwsdienst was Germaanse talen zoveel beter voor wie droomt van het journalistenvak.

Groot was mijn verbazing toen op het werk de kaarten toch iets anders lagen voor vrouwen dan voor mannen. Mannelijke collega’s met minder ervaring mochten ‘baas’ spelen, omdat ze met de grote baas na de uren een glas gingen drinken. Zij kregen ook andere voordelen. Een grote Saab om in rond te toeren, bijvoorbeeld, terwijl ik het moest redden met een kleine Golf. Niet dat ik daar van wakker lag. Een auto is voor mij altijd een werkpaard geweest. Ik hoef geen auto om mijn imago op te krikken, vond ik.
Mijn verbazing werd nog groter toen ik kinderen kreeg. Niet dat het fysiek lastig was. Als kerngezonde nazaat van een boerengeslacht liep alles op wieltjes. En ook de combinatie van gezin en mijn baan als adjunct-hoofdredactrice verliep vlekkeloos. Altijd kon ik beroep doen op een fantastische onthaalmoeder, een hulpvaardige poetsvrouw en de Italiaanse traiteur om de hoek. Toen ik na mijn derde zwangerschap terug aan de slag ging, kwam de koude douche. Een van de collega’s wilde graag op mijn stoel zitten en ik kon binnen het bedrijf een ander blad gaan leiden.

Plots begreep ik dat vrouwen in werkelijkheid een minderheidsgroep zijn die voor hun rechten moeten opkomen. Ik was niet de enige vrouw die na haar zwangerschap plaats mocht ruimen voor concurrerende collega’s. Rond me heen zag ik ook dat bazen doorgaans mannen zijn. Mannelijke bedrijfsleiders, mannelijke ministers, mannelijke premiers. Ik keek verontrust naar mijn kleine babydochter. Dit was niet de wereld die ik voor haar had gedroomd. Ze verdiende evenveel kansen als haar grote broers. Dat bijsturen, gaat niet zonder slag of stoot. Zo besef ik nu.

Er zijn in de wereld immers wetmatigheden die helderder worden naarmate je als journalist door het leven gaat. Zo brengt de slagzin Follow the money ons in onderzoeksdossiers geregeld op het juiste spoor. Wanneer complexe dossiers op het eerste gezicht niet duidelijk zijn, loont het om je als journalist af te vragen hoe de financiële kant in elkaar steekt. Dat gaat ook op voor vrouwenzaken.

Laat ons eerlijk zijn, het Follow the money denkspoor verklaart minstens een deel van het vrouwenprobleem. Hoe lucratief is het niet om als werkgever een deel van je medewerkers minder te hoeven betalen? Een beetje zoals het in de negentiende eeuw ging met goedkoop werkvolk in de fabrieken. Zelfs bij journalisten zijn mannen nog altijd beter betaald dan vrouwen, terwijl ze hetzelfde werk doen. Dat gaat relatief gemakkelijk, want medewerksters zijn doorgaans minder geneigd om zwaar over hun lonen te onderhandelen dan medewerkers. Ze liggen minder wakker van hoge lonen, ronkende titels, stoere bedrijfswagens, dan van de leuke werkinhoud, goede relaties met collega’s, of de betere combinatie van werk en gezinsleven.

Nu heeft dit mechanisme gevolgen voor de carrières van mannen en vrouwen. In koppels met kinderen gaat gewoonlijk één van de partners voor de carrière, de andere partner zorgt in grotere mate voor het gezin. Bij die keuze speelt uiteraard het loon zwaar mee. Het hoogste inkomen in de gezinnen wordt meestal verdiend door de mannen. Hierdoor komen als vanzelf meer mannen aan de top.

Snel winst boeken door een deel van de bevolking minder kansen te geven, legt werkgevers op korte termijn geen windeieren. De winst blijkt helaas wel van korte duur. Werkgevers met een divers personeelsbeleid scoren beter, stel ik met genoegen vast. Dat blijkt niet alleen uit studies van Catalyst en McKinsey. Kijk ook even naar de bankencrisis, om maar een voorbeeld te noemen. Volgens IMF-topvrouw Christine Lagarde hadden we die kunnen voorkomen met meer vrouwen aan de top die minder kiezen voor snelle resultaten en meer voor duurzame langetermijnoplossingen.

De duurzame langetermijnblik is volgens wetenschappers niet alleen het gevolg van opvoeding en cultuur. Herman Van den Broek (Vlerick) wees me enige tijd geleden op de impact van de vrouwelijke aanleg. Mannelijke hersenen zijn goed in het oplossen van crisissituaties op korte termijn, terwijl vrouwelijke hersenen uitblinken in langetermijnoplossingen waarbij ze rekening houden met vrienden, persoonlijke relaties, werk en situaties op langere termijn. Het gaat hier niet om beter of slechter, maar gewoon om een andere manier van informatie verwerken.

Voor dat fenomeen zijn er volgens Van den Broeck neurologische verklaringen. In vrouwelijke hersenen is de verbinding tussen de twee hersenhelften omvattender. Ze hebben, als het ware, een grotere kabel voor datatransmissie. Tijdens het ‘webdenken’ worden problemen door de twee hersenhelften verwerkt en bewerkt. Het vrouwelijke denken houdt daarom met een hoop parameters rekening om oplossingen te kiezen. Beslissingen worden op langere termijn bekeken, voor een bredere groep factoren, inclusief duurzame normen en waarden.

Mannelijke hersenen concentreren zich op een probleem en gaan dat gericht oplossen. Met dit ’tunneldenken’ lossen mannelijke hersenen problemen een voor een in de linkerhersenhelft op. Oplossingen zijn hierdoor minder breed toepasbaar dan de oplossingen van vrouwelijke hersenen. Enige nuance is hier wel op zijn plaats. Er zijn vrouwen met mannelijke hersenen, zoals Margaret Thatcher, en mannen met vrouwelijke hersenen.

Als we niet overtuigd zijn van de kracht van evenredig samengestelde managementteams en radicaal het tij keren, duurt het volgens wetenschappers nog wel honderd jaar vooraleer onze meisjes evenveel kansen krijgen als de jongens. Daar heb ik geen tijd voor. Deze zomer wordt mijn dochter achttien.

Marleen Teugels

Partner Content