Fi(e)to, de verkeersclown die de wet veranderde

Stefaan Vergaerde als Fi(e)to de verkeersclown: 'Dat clownspak geeft me gezag.' © Saskia Vanderstichele
Stijn Tormans

Elke dag helpt Fi(e)to de verkeersclown kinderen de straat over in Brugge. Maar dit jaar was hij het beu: na een voorval gooide Stefaan Vergaerde zijn clownskleren weg. Hij was kwaad en ontgoocheld. En toen gebeurde er iets wonderlijks.

E verybody loves a clown… But a clown has feelings too’, zongen Gary Lewis & The Playboys lang geleden.

In Brugge loopt er een speciaal exemplaar rond. Iedereen kent hem, zeker in de wijk Christus-Koning. Je kunt er ook moeilijk naast kijken: bijna elke ochtend en avond helpt hij de kinderen van het Sint-Lodewijkscollege de drukke Leopold I-laan over.

Wanneer hij zijn pruik afzet, heet hij Stefaan Vergaerde: een man van zevenenvijftig, verpleegkundige, reserveofficier bij het leger, maar ook een vader. Na de dood van zijn eerste echtgenote werd Stefaan verliefd op een negentien jaar jongere vrouw. Ze schonk hem een tweede leven en nog twee dochters. Elke ochtend brengt hij Trewyn en Eowyn naar school, maar vroeger werd hij daar niet vrolijk van. ‘Het is ongelofelijk hoe ongedisciplineerd mensen in het verkeer zijn’, zegt hij. ‘Zeker aan de schoolpoort: de ene ouder reed door het rode licht, de andere zette zijn auto op het voetpad… Toen ik hen daarop aansprak, kreeg ik vaak dezelfde reactie: “Bemoei je met je eigen zaken. Wie denk je wel dat je bent?”‘

De clown amuseerde zich bij de koning, maar toch vindt hij het jammer dat hij Filip niet gesproken heeft: hij had hem graag gezegd dat zijn natie méér verkeersclowns nodig heeft.

Stefaan reed verder, maar de situatie aan de schoolpoort bleef door zijn hoofd malen. Misschien omdat hij al dertig jaar verpleegkundige is in het ziekenhuis. ‘Elke dag zie ik daar verdriet: kinderen die aan kanker sterven, bijvoorbeeld. Dat is verschrikkelijk, ook voor hun ouders. Maar zij konden tenminste nog afscheid nemen. Als je kind sterft in het verkeer, gaat zelfs dat niet.’

Dat weten de ouders van Yamen maar al te goed: vier jaar geleden was hun zoon op weg naar het Sint-Lodewijkscollege. Hij wilde de Gistelsesteenweg oversteken, maar belandde onder de wielen van een vrachtwagen. Voor altijd bleef hij zes jaar.

‘Brugge stond op zijn kop’, zegt Stefaan. ‘Iedereen was kapot van dat drama. Een paar dagen later was er een vergadering in het politiehuis in Brugge. De politie was er, de schepen van Mobiliteit…’ Ook Stefaan schoof aan, als lid van het oudercomité. Maar het werd een slechte vergadering. ‘Iedereen gaf elkaar de schuld van dat ongeluk. De verwijten vlogen heen en weer. Ik probeerde te bemiddelen, maar dat was niet echt een succes. Ik denk dat we ons allemaal verschrikkelijk machteloos voelden.’

Na de vergadering ging Stefaan een cursus gemachtigd opzichter volgen: dat is iemand die het verkeer mag stilleggen om kinderen of bejaarden te laten oversteken. ‘Ik wilde vooral dat zo’n dodelijk ongeluk nooit meer zou gebeuren aan de schoolpoort’, zegt hij.

Een paar weken later kreeg hij een tricolore armband, een geel fluojasje en een C3-bord. ‘Dat zijn de drie attributen die je moet dragen als gemachtigd opzichter. Maar nergens in de wet staat welke kleren je nog moet aantrekken. Waarom verkleed ik me niet als een clown, vroeg ik me af.’

Stefaan tikte op Google ‘waar kan ik clownskleren kopen’ in en zocht naar een geschikte naam. Die moest eindigen op een o, zoals elke clownsnaam. Ook het woord ‘fit’ moest erin voorkomen, en ‘fiets’: Fi(e)to de clown was geboren. ‘De eerste keer dat ik Fi(e)to speelde, zeiden ouders: “Wat staat die onnozelaar hier te doen?” Maar het respect groeide snel. Als ik iemand zag die de verkeersregels overtrad, floot ik. Dat clownspak gaf me gezag.’

Soms protesteerde een ouder weleens, maar lang duurde dat nooit. ‘Mama,’ zei de dochter dan, ‘je gaat nu toch niet kwaad worden op Fi(e)to de clown?’ Dan moest zelfs de grootste zuurpruim lachen.

Zo werd Fi(e)to de clown een begrip in Brugge. ‘Ik werk fantastisch samen met de politie’, zegt Stefaan. En niet alleen met hen: op scholen ging hij lessen geven, over het hoe en waarom van de verkeersclown. Alle politieke partijen wilden de clown ook op hun lijst. ‘Maar dat heb ik geweigerd. Ik wil alleen maar dat kinderen veilig de straat kunnen oversteken: of ze nu oranje, groen, geel, rood of paars zijn.’

Vorig jaar liep het bijna fout. ‘Het was op een donderdagnamiddag’, zegt Stefaan. ‘Ik stond op het zebrapad. Net op het moment dat een aantal kinderen wilden oversteken, negeerde een vrouw mijn instructies. Ze reed gewoon door. Had ik er niet gestaan, dan was er een drama gebeurd. Meestal stoppen ze dan wat verder. “Mevrouw of meneer, let de volgende keer op”, zeg ik dan. Maar die vrouw stopte dus niet. Als gemachtigd opzichter mogen wij een verslag opmaken en dat bezorgen aan de politie. Dat deed ik ook. De vrouw kreeg een verkeersboete, maar weigerde die te betalen. “Wie denkt die clown wel dat hij is?” zei haar advocaat. “Hij is geen agent.” De vrouw beweerde ook dat ze mij nooit gezien had.’

Fi(e)to met 'zijn' schoolkinderen. 'Als ik 's morgens het ziekenhuis verlaat na een nachtdienst, trek ik mijn clownspak aan.'
Fi(e)to met ‘zijn’ schoolkinderen. ‘Als ik ’s morgens het ziekenhuis verlaat na een nachtdienst, trek ik mijn clownspak aan.’© Saskia Vanderstichele

Een beetje vreemd, zegt Stefaan. ‘Je kunt veel zeggen over mij, maar niet dat ik niet opval (lacht). Toch wil ik haar geloven: ze was misschien gewoon verstrooid. Voor mijn part had ze ook helemaal geen verkeersboete hoeven te krijgen. Maar ik verwachtte wel een signaal, zodat het duidelijk is dat je een gemachtigd opzichter ernstig moet nemen.’

Een paar weken later kreeg Stefaan telefoon: de vrouw was vrijgesproken, omdat ‘de vaststellingen van een gemachtigd opzichter geen bewijswaarde hebben’. ‘Ik stond net klaar om met mijn dochters naar school te vertrekken’, zegt Stefaan. ‘Ik heb meteen mijn clownskleren uitgetrokken. “Foert, dat ze het zelf doen”, riep ik. Mijn kinderen huilden: “Allee papa, ga je nu nooit meer Fi(e)to spelen?” Zelfs de burgemeester en de politie belden me later op: “We willen dat je doorgaat, Stefaan.” Maar mijn besluit stond vast. Het hoefde niet meer voor mij. Ik was kwaad. Teleurgesteld vooral – als kinderen al niet meer beschermd worden door het gerecht. Ik wilde niet meer de clown zijn.’

Stefaan bracht zijn kinderen weer in gewone kleren naar school. Maar daar vroegen ze hem elke dag: ‘Wanneer komt Fi(e)to terug?’

Ze vroegen het zo vaak, tot hij overstag ging. Na drie maanden maakte Fi(e)to de clown zijn comeback aan de Leopold I-laan, op algemeen verzoek. En de vrouw kreeg in beroep 240 euro boete, waarvan de helft voorwaardelijk. ‘Ze moet ook nog haar advocaat betalen’, zegt Stefaan. ‘Zuur voor haar – ik heb absoluut geen leedvermaak. Ik had veel liever gehad dat ze als straf een cursus voor gemachtigd opzichter had moeten volgen. Dan had ze me een dag kunnen vervangen en kunnen zien hoe broos het leven soms is.’

Dat weet Stefaan als geen ander. ‘Ik ben opgegroeid in een heel warm nest’, vertelt hij. ‘Mijn moeder was huisvrouw, mijn vader kolenhandelaar. Allebei waren ze heel sociaal, volksmensen. Tot mijn moeder op haar 46e stierf aan kanker. Zo heb ik de dood leren kennen. Mijn vader heeft dat verlies nooit kunnen verwerken. Hij was gebroken.’

Stefaan was kind aan huis in het ziekenhuis, al kwam dat ook omdat zijn grootmoeder er portier was. ‘Tijdens de zomer ging ik soms mee als vrijwilliger om te helpen tijdens ziekenvakanties. Daarna ben ik begonnen aan mijn studie verpleegkunde. Toen ik afstudeerde, waren er veel te veel verpleegkundigen. Gelukkig kenden de dokters mij intussen. “Je mag bij ons beginnen, Stefaan”, zeiden ze.’

In een van zijn eerste maanden fietste hij na het werk naar huis. In de tegenovergestelde richting zag hij blauwe zwaailichten. Hij reed terug naar het ziekenhuis en vroeg wat er aan de hand was. ‘De Herald of Free Enterprise is gezonken’, zeiden ze.

Drie dagen kampeerde Stefaan in het ziekenhuis, om de eerste slachtoffers te verzorgen. Daarna werkte hij jarenlang op de dienst radiotherapie, vandaag op de afdeling palliatieve zorg. ‘Elke dag word ik daar geconfronteerd met de dood. Na al die jaren went dat nog altijd niet. “Stefaan,” vragen mensen mij vaak, “hoe hou je dat vol?” Maar dat is niet moeilijk. De mensen die bij ons komen, hebben geen keuze meer: ze liggen in een bed en gaan sterven. Ik kan nog doen wat ik wil. Als ik ’s morgens het ziekenhuis verlaat na een nachtdienst, trek ik mijn clownspak aan.’

Af en toe gaat hij ook vrijwillig werken bij de medische dienst van het leger. ‘Dat vind ik altijd heel fijn’, zegt Stefaan. ‘Het leger heeft een hard imago – er zijn duidelijke regels die je niet mag overtreden, maar tegelijkertijd is het ook een warme omgeving. De chefs staan er nog tussen de mensen. Tijdens mijn opleiding was de slogan: hard maar hart. Dat probeer ik ook te zijn als ik Fi(e)to de clown speel.’

Hij weet niet hoelang hij nog zijn clownskleren zal aantrekken. ‘Zolang het nodig is. Ik ben nu zevenenvijftig. Misschien heb ik nog ontzettend veel tijd, misschien is mijn leven morgen voorbij: dat weet je nooit op voorhand. Daarom wil ik dat mijn kinderen een goed beeld hebben van hun vader. Ze zijn ook best wel trots.’

Onlangs stuurde zijn dochter Trewyn zelfs een brief naar de koning, nadat die gevraagd had of er nog helden waren in zijn land. ‘Beste Koning, onze papa zorgt niet alleen dat wij veilig van en naar school kunnen, hij zorgt er ook voor dat alle andere kindjes van onze school dat kunnen. Voor ons is papa een echte held, want hij is Fi(e)to de verkeersclown.’

Uit de duizend brieven werden er vijftig geselecteerd: die van Trewyn was erbij en Stefaan kreeg een uitnodiging voor het defilé op onze Nationale Feestdag.

‘Eerst was ik van plan om als Fi(e)to de clown naar Brussel te trekken’, zegt Stefaan. ‘Tot ik een vriendelijke telefoon kreeg van de dienst protocol van het Paleis. “Stefaan, je bent heel welkom op 21 juli, maar liever niet in clownskostuum. De koning en de koningin zijn aangeslagen door de overstromingen in Pepinster.” Dat begreep ik wel. Al heb ik wel mijn fluojasje aangetrokken.’

De clown van Christus-Koning amuseerde zich op de tribune van de echte koning. Maar toch vindt hij het jammer dat hij Filip niet gesproken heeft.

Hij had hem graag gezegd dat zijn natie meer verkeersclowns nodig heeft. En dat ze de bevoegdheden van de gemachtigd opzichter moeten uitbreiden, zodat ook zijn bevindingen bewijslast krijgen. ‘Daar wordt nu over gesproken.’

Het zou wel wat zijn, mijmert hij, een clown die de wet verandert.

Partner Content