Spanje heeft voor het eerst een coalitieregering, maar voor hoelang?

Pedro Sanchez © belga
Kamiel Vermeylen

Het Spaans parlement geeft zijn zegen voor samenwerking tussen de sociaaldemocratische PSOE van premier Pedro Sanchez en het radicaallinkse Podemos. Opvallend: Spanje krijgt voor de eerste keer in zijn recente geschiedenis een coalitieregering. Maar Madrid staat voor een hobbelige rit.

De nieuwe Spaanse regering is een feit. Maandag verloor Sanchez zoals verwacht de eerste parlementaire stemming, waarvoor een absolute meerderheid vereist is. Bij de tweede stemronde, die dinsdagnamiddag plaatsvond, had de Spaanse premier slechts een gewone meerderheid nodig.

Hij kon daarvoor op de steun rekenen van de Baskische onafhankelijkheidspartij PNV en enkele kleine regionale partijen. De Catalaanse separatistische partij ERC van voorzitter Oriol Junqueras onthield zich. Uiteindelijk stemden 167 parlementsleden voor, 165 tegen.

Crisis na crisis

Hoe zijn we hier beland? In november moesten de Spanjaarden voor de vierde keer in vier jaar tijd naar de stembus. Door de economische crisis, een resem corruptieschandalen en de Catalaanse kwestie geraakte het partijlandschap de afgelopen jaren danig versnipperd. Bij de laatste verkiezingen in november behaalde de PSOE 120 van de 350 zetels, het slechtste resultaat dat de grootste partij van het land na de val van het Franco-regime wist te bemachtigen. Geen enkele partij slaagt er nog in om op eigen houtje een absolute meerderheid in de wacht te slepen. De opeenvolgende minderheidsregeringen stierven keer op keer een vroegtijdige dood. De ene politieke crisis volgde de andere op.

Sanchez belooft dialoog met Catalonië. Voor zowel de dogmatische Catalaanse separatisten als de Spaanse rechterflank betekent dat hoogverraad.

Bij de vorige verkiezingen in het voorjaar weigerde Sanchez nog om in zee te gaan met het radicaallinkse Unidas Podemos. De reden? De partij van voorzitter Pablo Iglesias eiste in ruil voor steun ook enkele ministerposten. Dat klinkt logisch in België, maar dat is het niet in Spanje. Ondanks het proportionele kiesstelsel kent het land helemaal geen traditie van coalitieregeringen. Sinds de democratische overgang van het Franco-regime was er nog nooit een coalitie aan de macht. Bovendien gaf Sanchez te kennen dat hij Iglesias niet vertrouwde.

Ditmaal lagen de kaarten anders. Sinds hij in 2018 toenmalig premier Mariano Rajoy uit het zadel kon tillen, verloor Sanchez bij de verkiezingen in november voor de eerste keer een aantal zetels. Door die dynamiek zag hij zich verplicht om ditmaal wel water bij de wijn te doen – nieuwe verkiezingen kon hij zich namelijk niet permitteren.

Vrijwel meteen na de verkiezingen kwamen de PSOE en Podemos tot een voorlopige overeenkomst om samen in zee te gaan, waarbij Podemos enkele ministers mag leveren. Pablo Iglesias wordt zelfs vicepremier.

Het coalitieakkoord draagt vanzelfsprekend een linkse stempel. Het minimumloon moet met 60 procent stijgen tot een maandelijks bedrag van 1200 euro. Bovendien wordt het pensioenbedrag niet langer gekoppeld aan de gemiddelde levensverwachting.

Daarnaast stijgt zowel de belasting op inkomen voor zij die meer dan 130.000 euro per maand verdienen. Wie meer dan 140.000 euro inkomsten genereert uit kapitaal, mag zich ook aan een belastingverhoging verwachten. Ook banken en energiebedrijven kijken tegen een verhoogd tarief aan.

Pedro Sanchez en Pablo Iglesias
Pedro Sanchez en Pablo Iglesias© Belga Image

Dialoog

Toch komen beide partijen niet aan een voldoende meerderheid in het parlement. Zelfs in coalitie vormen de twee partijen een minderheidsregering met 155 van de 350 zetels.

Daarom is Sanchez de komende regeerperiode voor een aanzienlijk deel afhankelijk van de onafhankelijken. De ERC, die 18 zetels bezit in het Spaans halfrond en pragmatischer is dan de partij van Puigdemont, is voor Sanchez van cruciaal belang om een nieuwe politieke patstelling te voorkomen. Begin vorig jaar wilden de separatisten het begrotingsvoorstel van Sanchez enkel goedkeuren indien er een nieuw Catalaans onafhankelijkheidsreferendum kwam. Madrid weigerde, waardoor de regering viel.

Even zag het er naar uit dat de ERC alsnog tegen zou stemmen.

Ook ditmaal is de gedoogsteun bijzonder fragiel. Afgelopen vrijdag besloot de Spaanse kiescommissie dat Catalaans minister-president Quim Torra niet langer recht heeft op een parlementair mandaat. Omdat de Catalaanse minister-president lid moet zijn van het Catalaans halfrond, ziet Torra zijn leiderschapsfunctie in gevaar.

De oorzaak van de beslissing? Vorig jaar weigerde Torra tijdens de tijdens de verkiezingscampagne om separatistische symbolen van openbare gebouwen te verwijderen. Even zag het er naar uit dat de ERC door het incident alsnog tegen Sanchez zou stemmen. Het wordt afwachten of het Catalaans parlement zijn mandaat ook effectief afneemt.

Sanchez heeft de Catalaanse separatisten ditmaal een dialoog over de Catalaanse status beloofd waarin de Catalaanse kwestie open en bloot moet worden besproken. Uiteindelijk moet de Catalaanse kiezer zich uitspreken over het ganse proces.

Daarmee geeft Sanchez impliciet toe dat de Catalaanse kwestie een conflict van politieke – en dus niet van juridische – aard is. De Spaanse premier houdt zich echter sterk dat er doorheen de dialoog geen duimbreed van de grondwet zal worden afgeweken.

Bewaking

Het lijkt een kwestie van tijd vooraleer nieuwe problemen zullen opduiken. De dogmatische Catalaanse separatisten vinden dat de ERC een knieval doet voor Madrid. Na een reeks bedreigingen besloot de Mossos D’Esquadra politiebewaking te voorzien aan de ERC-hoofdkwartieren.

Maar ook de partijen langs de rechterkant van het politieke spectrum roeren zich. Zij menen op hun beurt dat Sanchez de Spaanse staat verraadt omwille van politiek gewin. Van de Partido Popular en de Ciudadanos moeten de PSOE en Podemos alleszins geen geschenken verwachten. De eerstgenoemden staan na de verkiezingsoverwinning van het radicaal-rechtse Vox flink onder druk op de rechterzijde van het politieke spectrum.

Binnen afzienbare tijd kan het opnieuw beginnen rammelen. Het is niet ondenkbaar dat de Spaanse onderzoeksrechter of de Spaanse permanente vertegenwoordiging in Brussel het Europees Parlement vraagt om de immuniteit van Europarlementsleden Puigdemont, Junqueras en Toni Comín op te heffen. Komt het tot een stemming, dan zal de Spaanse sociaaldemocratische delegatie in het Europees halfrond kleur moeten bekennen. Stemt die voor de opheffing, dan kan Sanchez zijn gedoogsteun vergeten. Stemt ze tegen, dan zullen de andere partijen furieus reageren.

Wordt vervolgd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content