Dagboek uit Odessa: ‘Hebben wij iets verkeerds gedaan, papa?’

Odessa, 5 maart. Burgers vullen zandzakjes in de plaatselijke zeiljachtclub. © Gettyimages
Jeroen Zuallaert

Welke impact heeft het conflict op wie achterblijft? Dit is het dagboek van Guy De Smet (55), Vlaming in Odessa.

Dinsdag 01/03: geplooid

Ik ben dan toch geplooid. Morgen vertrekken we naar Moldavië. Het doorslaggevende moment was de speech van Volodymyr Zelensky in het Europees Parlement. Mijn vrouw en haar moeder stonden te huilen van ontroering. Maar tegelijk deed het ons beseffen dat we de veiligheid van onze zevenjarige dochter niet konden garanderen. Ik vind het vreemd dat Odessa zo lang gespaard is gebleven. Er doen geruchten de ronde dat Gennadi Troechanov, de nogal Russischgezinde burgemeester van Odessa, een deal heeft gesloten. Ik vind het moeilijk te geloven.

In het stadsdeel waar we wonen, werkt het luchtalarm niet. Omdat het niet lukt om de installatie te repareren, heeft een jonge IT’er uit Odessa een app ontwikkeld. Als hij de sirenes in het centrum hoort, stuurt hij een signaal zodat de rest van de inwoners ziet wanneer ze moeten schuilen.

Oekraïners met wie ik samenwerk, bemannen nu een checkpoint in de buurt van Dnipro. Ze sturen me foto’s waarop ze met hun wapens poseren. Ze hebben zelf modernere geweren gekocht, beter dan degene die je in het Oekraïense leger krijgt. Ze zeggen dat ze tot de laatste man zullen vechten. Ik moet zeggen dat het mij niet onberoerd laat. Ik kan me voorstellen dat ik hetzelfde zou doen, als ik geen vrouw en kind had.

Het doet me pijn om mijn huis hier achter te laten. Ik hou me voor dat het maar voor even is, dat ik snel terug zal kunnen komen. Maar eigenlijk heb ik geen enkele reden om daarvan uit te gaan.

Woensdag 02/03: de file

We hebben vanmorgen Odessa verlaten. Dat ging eerst behoorlijk vlot, maar de miserie begon al kilometers voor de Moldavische grens. Hoewel de weg maar één rijstrook heeft, stonden er na verloop van tijd drie rijen auto’s aan te schuiven. Totale chaos. Tegelijk proberen duizenden Oekraïners om te voet de grens over te steken.

Het zijn schrijnende taferelen. Ik heb jonge meisjes met de moed der wanhoop zien voortstrompelen. Een trolley zonder wieltjes onder de ene arm, een boreling op de andere. Ik heb ze alles gegeven wat ik maar kon: water, koekjes, fruit.

Omdat we het niet zagen zitten om de nacht in de auto door te brengen, hebben we onderdak gezocht in een naburig dorpje. Dat was niet eenvoudig, want het leger heeft overal de richtingsborden weggenomen. Toen we uiteindelijk in Izmajil aankwamen, kregen we van een stelletje tot de tanden gewapende jongens te horen dat we vanwege de avondklok de stad niet in mochten. Ze gaven ons de tip om naar Reni te rijden. Daar hebben we als bij wonder nog plaats gevonden in een aftandse kamer. We zullen het er voorlopig mee moeten doen.

Ik hoor van onze buren die nog altijd in Odessa zijn dat er Russische oorlogsschepen voor de kust liggen. Het verhaal doet de ronde dat ze afgelopen nacht klaarstonden om aan te vallen, maar dat de Russische soldaten weigerden te schieten. Ik weet niet meer wat ik moet denken.

Donderdag 03/03: niemandsland

Ik heb vandaag een hele dag de Moldavische grens gezien. Ik kon ze bijna aanraken, zo dicht was ik. En toch ben ik nog altijd in Oekraïne.

De dag was veelbelovend begonnen. We raakten vlot voorbij de Oekraïense grenscontrole, maar aan de Moldavische grensovergang stokte het. De hele dag hebben ze maar vijf auto’s per uur doorgelaten. Zes uur lang hebben we op 500 meter voor de Moldavische grens gestaan.

Moldavië organiseert geen enkele vorm van humanitaire hulp. Zelfs water is nergens te krijgen terwijl je aanschuift. Voor ons is dat geen enorm probleem, we hebben meer dan genoeg. In tegenstelling tot voor veel Oekraïners is geld voor ons niet echt een probleem. En toch merk je dat geld in een echte oorlogssituatie weinig helpt. Een vriend zei me ooit: ‘Je moet niet de rijkste van het kerkhof willen zijn.’ Daar zit veel waarheid in.

Finaal gaf iemand van de Moldavische grenswacht ons de raad om terug te rijden. Zodra de avondklok aanbreekt, gaat het nog trager. Bovendien hadden we de hele dag nauwelijks gegeten. In Reni wilde het enige restaurant ons niet meer bedienen vanwege de avondklok. Na lang aandringen hebben ze mijn dochtertje toch wat te eten gegeven. We zijn allemaal doodmoe.

Vrijdag 04/03: weerbaarheid

Ik ga de auto hier achterlaten. Morgenvroeg komt iemand ons oppikken. Hij zal ons afzetten aan de slagboom voor de Oekraïense grens. Van daaruit is het een kilometer stappen tot aan de Moldavische grensovergang. Als we daar voorbij zijn, brengt een andere chauffeur ons naar Galati, in Roemenië.

Reni is een typisch Oekraïens plattelandsstadje: een orthodox kerkje, een park met een buste van Taras Sjevtsjenko, en veel huizen met daken in golfplaten. Onze kamer is wat je kunt verwachten voor 20 hryvna (ongeveer 0,60 euro): een paar bedden, oud behang en grote ramen. De openbare douches hebben geen douchegordijn, de toiletten op de gang hebben geen deur.

Ik heb niets dan bewondering voor hoe rustig mijn vrouw en haar moeder blijven. Ik zou kunnen wenen van alle miserie die ik zie aan de grensovergang. Ik betrap mezelf erop dat ik voortdurend denk: dit kan toch niet gebeuren? Zij hebben dat niet. Zij bijten op hun tanden en zetten door.

Lees verder onder de foto

Guy De Smet
Guy De Smet

Zaterdag 05/03 businesskansje

We zijn verbazend vlot in Roemenië geraakt. Om klokslag zeven uur is onze chauffeur ons komen oppikken in Reni. Zowel aan de Oekraïense als aan de Moldavische kant ging het vlot. In Moldavië werden we opgepikt door een andere Oekraïense chauffeur, die ons uiteindelijk naar Galati bracht. Om 11.30 uur waren we al ingecheckt.

Onze eerste chauffeur wilde onder geen beding geld aanvaarden. ‘Dit is mijn manier om te vechten’, vertelde hij mij. Hij rijdt voortdurend op en af tussen de grens, om mensen te helpen vluchten. Ik heb 500 gryvna (ongeveer 15 euro) in zijn busje achtergelaten, om hem minstens te compenseren voor de benzine.

Het contrast met de Roemenen is groot. In Galati lijken de hotels de vluchtelingencrisis aan te grijpen om te compenseren voor de voorbije twee coronajaren. De kamer die ik geboekt had, bleek plotseling overboekt. De prijs van een flesje water is verdubbeld. Zo gaat dat: voor veel Roemenen is dit een businessopportuniteit.

Het barst in Galati van de Oekraïners. Ik merk een enorme verbondenheid. Ze begroeten elkaar op straat, iets wat Oekraïners voordien eigenlijk ooit deden. Het is een van de redenen waarom ik denk dat Poetin finaal niet kan winnen. Hij kan zijn zwaarste bom gooien, hij kan het hele land kapotschieten, en nog zal hij hun eensgezindheid niet breken.

Zondag 06/03: gedoucht

Ik heb me hier ondertussen al drie keer gedoucht. Het is vreemd hoe belangrijk het is om je goed te voelen. De voorbije weken hebben me veranderd. Ik heb in mijn leven heel wat gereisd en op niet-vanzelfsprekende plekken gewoond. Maar ik had nooit gedacht dat ik nog een oorlog zou meemaken. De miserie en ontreddering die Poetin ontketend heeft, zullen de volgende generaties in Oekraïne tekenen.

Zelensky heeft vandaag aangekondigd dat ook Odessa binnenkort gebombardeerd zal worden. Ik maak me zorgen om onze vrienden die daar zijn gebleven. Een vriend van me heeft geprobeerd om de grens over te steken. Zijn vrouw is acht maanden zwanger, en hij wil natuurlijk bij haar blijven. Maar zoals alle mannen mag hij het land niet uit omdat hij opgeroepen kan worden voor het leger. Hij is uiteindelijk teruggekeerd naar Odessa. Hij is de wanhoop nabij.

Ik overweeg om binnenkort naar Boekarest door te reizen. Mijn bedrijf heeft daar een afdeling waar ik verder kan werken. Het is ook handiger om contact te houden met de Belgische ambassade. Het zou ook goed zijn voor mijn dochtertje. Ze zou er enkele klasgenootjes kunnen terugzien die met hun ouders uit Odessa vertrokken zijn.

Ik probeer haar zo veel mogelijk de waarheid te zeggen. Je kunt oorlog niet verborgen houden voor kinderen. Ze horen ons praten, zien ons constant op onze laptops en telefoons kijken, op zoek naar nieuws. In Odessa moesten we meermaals naar de schuilkelder. Ze heeft me gevraagd waarom Rusland dit doet. Hebben wij iets verkeerds gedaan, papa? Is Poetin boos op ons? Ik heb haar verteld dat ik het niet weet. Ik weet niet wat ik haar moet zeggen.

Partner Content