‘EU-leiders moeten stoppen met het podium te delen met klimaatvervuilers’

‘De kater van COP26 in Glasgow is nog niet goed weggeëbd of in het hart van de zichzelf op de borst kloppende Europese Unie, lijkt het al weer business as usual’, schrijven Hans van Scharen en Chloé Mikolajczak. ‘We hebben sterkere firewalls nodig tussen beleidsmakers en de meest vervuilende industrieën.’

Deze week – op 17 en 18 november – mogen grote internationale vervuilers weer met tal van EU-leiders gezellig het podium delen op de European Business Summit (EBS) in Brussel. Tal van multinationals en grote private spelers die valse klimaat-oplossingen aandragen, zoals Exxon Mobil, Pepsico, de Bill en Melinda Gates Foundation (met de organisatie Breakthrough Energy ) zijn sponsors van de EBS.

Wil de EU echt een internationale voorloper worden en blijven op het vlak van klimaatbeleid dan is het de hoogste tijd voor een heuse firewall tussen de beleidsmakers en private bedrijven die de klimaatverandering blijven aanwakkeren.

Die firewall bestaat al twee decennia voor het uit elkaar houden van tabaks-multinationals en beleidsmakers, dankzij het internationale FCTC-verdrag; Het is volgens dat verdrag aan beleidsmakers verboden om nog te spreken met tabakslobbyisten, maar EBS laat zich doodleuk sponsoren door Japan Tobacco International (JTI). Dat bedrijf mag ook spreken in een panel over ‘vertrouwen in het publieke debat‘. De tabaksindustrie werd al decennia geleden ontmaskerd als ‘verkopers van twijfel’ over de relatie tussen hun rookwaar en kanker. De tactieken van de tabaksindustrie werden vanaf de jaren ’80 dankbaar gekopieerd door de olie-industrie om klimaatbeleid te frustreren.

EU-leiders moeten stoppen met het podium te delen met klimaatvervuilers.

Uit deze EBS blijkt wederom een grove onderschatting van wat voor een impact bedrijfslobby’s op beleid kunnen hebben. Onlangs nog werd de CEO van Exxon Mobil samen met andere fossiele energie bedrijven op de rooster gelegd in het Amerikaanse Congres omdat deze bedrijven decennialang klimaatopwarming onder de mat hebben geveegd en ontkend, twijfel hebben gezaaid en overheidsoptreden vertraagd en afgezwakt. Als politici ontkennen dat bedrijfslobby’s op hen geen invloed hebben, is dat zoals mensen zeggen dat reclame op hen geen impact heeft. Waarom zouden bedrijven dan miljoenen aan reclame spenderen?

We waren allemaal getuige van hoe de wereldleiders op de COP 26 de mensheid hebben verraden en in de steek gelaten – vooral het Zuiden. Ondanks aanvankelijk positief klinkende, maar vrijblijvende aankondigingen (en een slotakkoord dat “slechter had gekund”), werden opnieuw de belangen van de fossiele-brandstofindustrie en machtige ondernemingen beschermd boven die van de mensheid en biodiversiteit.

De kleffe relaties van beleidsmakers en grote vervuilers met een actieve geschiedenis van lobbyen tegen doortastend klimaatbeleid is een van de belangrijkste redenen waarom het voor activisten en burgers zo moeilijk is om “verbintenissen” en “beloftes” van wereldleiders te vertrouwen.

Meer dan twee derde van de door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen is afkomstig van de fossiele-brandstofindustrie; De grip van deze industrie op politieke besluitvorming is en blijft een belangrijk obstakel voor een echte aanpak van deze crisis.

Op de COP26 hadden de fossiele bedrijven de overhand, terwijl de stemmen van inheemse activisten, jongeren en activisten uit het Zuiden herhaaldelijk opzij werden geschoven. De ongelijkheid in toegang tot vaccins, de torenhoge kosten in Glasgow en de problemen met accreditatie, waardoor het zelfs moeilijk was om de onderhandelingen te volgen, maakten deze COP tot een showcase van ongelijkheid.

Uit onderzoek van Corporate Europe Observatory, Global Witness en Corporate Accountability bleek dat als de fossiele industrie een land zou zijn, het op de COP26 de grootste delegatie was geweest. De lobby voor fossiele brandstoffen had met minstens 503 afgevaardigden nog altijd twee dozijn afgevaardigden méér dan Brazilië, het land met de grootste delegatie.

Deze grootschalige fossiele lobby belemmerde – niet alleen China en India – de noodzakelijke politieke actie om “1,5°C overeind te houden”, aangezien de toezeggingen van na Glasgow de wereld volgens Climate Action Tracker nog steeds op weg zetten naar een rampzalige opwarming van 2,4°C. Ondertussen voelen mensen nu al overal de gevolgen van de klimaatnoodsituatie, met recordstormen, overstromingen, droogtes en branden. Zij het dat zij die het minst bijdroegen aan klimaatverandering er al met meest onder lijden.

‘Post-Glasgow’ beloofden de rijke landen aan de slag te gaan en dus ook de Europese Unie, de Europese Commissie en lidstaten. Hoewel veel EU-klimaatplannen, waaronder het #FitFor55-pakket en de Green Deal, goede bedoelingen hebben, gaat het om de concrete uitvoering van dat beleid en het voorkomen dat dat wordt gekaapt en verwaterd door bedrijfslobby’s die valse en toekomstige oplossingen (Net Zero, CCS en waterstof) verkopen om écht ambitieuze klimaatmaatregelen uit te stellen.

Dit is precies waarom we sterkere firewalls nodig hebben tussen beleidsmakers en de meest vervuilende industrieën. Toch zien we dezer dagen in Brussel precies het tegenovergestelde.

Slechts enkele dagen na het einde van COP26 delen verschillende EU-leiders, waaronder de Europese commissarissen Timmermans, Simson en Sinkevicius, hoofden van directoraten-generaal en leden van het Europees Parlement, het podium op de European Business Summit met enkele van ’s werelds grootste vervuilers.

De EBS bestaat al twintig jaar en is het geesteskind van het Belgische VBO en de Europese bedrijfskoepel Business Europe, een van de machtigste lobby’s in Brussel die in het verleden klimaatmaatbeleid heeft vertraagd. Business Europe vertegenwoordigt de belangen van bedrijven, waaronder reuzen uit de fossiele-brandstofindustrie zoals Shell, BP en Exxon die, samen met Chevron, verantwoordelijk zijn voor meer dan 10% van de koolstofemissies in de wereld sinds 1965. Zoals gezegd waren oliegiganten als Exxon en Shell ook verantwoordelijk voor desinformatie over de klimaatcrisis.

Vorige week publiceerde Knack nog een artikel over Greenwashing, een fenomeen dat dankzij bijeenkomsten als de EBS in turbo gaat. Een vertegenwoordiger van Pepsico Europe zal op het EBS bijvoorbeeld spreken over “circulaire economie”, terwijl dat het bedrijf – naast Coca-Cola – door Greenpeace voor het vierde jaar op rij door tot plastic-topvervuiler is uitgeroepen. En dat allemaal onder “patronage” van het Belgische koningshuis, de Europese Commissie en de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès.

We moeten een einde maken aan de cultuur van straffeloosheid waarbij het delen van een platform met schadelijke bedrijven normaal wordt bevonden. Gezien hun invloed op de besluitvorming en de urgentie van de situatie waarin we ons bevinden, is het nog nooit zo belangrijk geweest om de vervuilende industrieën zoveel mogelijk bij de politiek weg te houden.

Dat is ook wat de Fossil Free Politics campagne beoogt: net als bij tabaksindustrie, mogen vertegenwoordigers van de overheid niet langer verschijnen op evenementen, debatten of activiteiten die direct of indirect gesponsord worden door fossiele brandstofbedrijven.

De geloofwaardigheid van de EU om de ecologische crisis effectief aan te pakken staat op het spel. De geloofwaardigheid van politici wellicht ook.

Chloé Mikolajczak is een activist en campagnevoerder voor klimaatrechtvaardigheid.

Hans van Scharen , onderzoeker bij lobbywaakhond Corporate Europe Observatory (CEO)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content