De vaccinatiecampagne: ‘Eind mei prikken we wekelijks een half miljoen vaccins’

Ook voor premier Alexander De Croo blijft het bang afwachten of België een versnelling hoger zal kunnen schakelen. © Serge Baeken
Jeroen de Preter

Na zes weken proefdraaien gaat het in de vaccinatiecentra eindelijk vooruit met de spuit. Waarom duurde het zo lang? Wie heeft boter op het hoofd? En komt dat fameuze rijk der vrijheid nu eindelijk in zicht?

‘Het rijk der vrijheid is in zicht’, zei minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) begin januari. De minister doelde daarmee op de vaccinatiecampagne die ons na bijna een jaar dictatuur van het coronavirus eindelijk zou bevrijden.

Helaas. Vier maanden vaccinatiecampagne hebben niet kunnen verhinderen dat deze regering zich vorige week verplicht zag om het land opnieuw op slot te doen. Dat dit tot nationaal tandengeknars leidt, mag geen verbazing wekken. Dat er vragen komen over het tempo van de vaccinatiecampagne al evenmin. ‘Derde lockdown wordt een feit, met “dank” aan te trage vaccinatiecampage’, kopte de nieuwsbrief 8AM Wetstraat Insider onlangs. En Caroline Ven, ceo van Pharma.be, tweette: ‘Met een voorraad van meer dan 600.000 vaccins is een lockdown toch een zwaktebod?’

Het is niet omdat het Britse contract een voorrangsbepaling bevat, dat de EU zomaar in de wachtrij moet gaan staan.

Contractspecialist Hannes Claes (KU Leuven)

Had een efficiëntere nationale vaccinatiestrategie een derde besmettingsgolf en lockdown inderdaad kunnen vermijden? Wellicht niet. Zoals alle lidstaten besteedde België de bestellingen van vaccins uit aan de Europese Commissie. Om diverse, verderop toegelichte redenen lieten de bestellingen langer op zich wachten. Een aantal landen slaagde er kennelijk iets beter in om die vertragingen te managen. Toch lijken ook zij niet te ontsnappen aan de klauwen van de Britse variant. Oostenrijk, dat naar Europese normen een van de snelste campagnes voert, ziet zijn besmettingscijfers even snel stijgen als ons land. Hongarije staat mede dankzij Russische en Chinese vaccins los op kop in de Europese vaccinatierace. Toch stierven er afgelopen donderdag 275 mensen aan covid-19. Premier Viktor Orban had geen andere keus dan een verlengde scholensluiting af te kondigen.

1. Waarom loopt de Europese Unie achter?

Het is vooral de vergelijking met landen als Israël, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk die de Europese Unie in verlegenheid brengt. Vanwaar die grote verschillen? ‘De Europese Unie exporteert heel veel vaccins naar de rest van de wereld’, stelt de Britse hoogleraar Europees recht Gareth Davies (Vrije Universiteit Amsterdam). ‘Er is geen enkel land ter wereld dat zo veel uitvoert en tegelijkertijd in een heel nijpende epidemiologische situatie verkeert. Als de EU alle uitgevoerde vaccins voor zichzelf had gehouden, dan had vandaag ongeveer 35 procent van de bevolking een eerste dosis gekregen. Het Verenigd Koninkrijk, dat afhankelijk is van de Europese dosissen, zou aanzienlijk minder ver staan. De EU zou het minstens even goed doen als de Verenigde Staten, die nauwelijks vaccins uitvoeren en waar we met enige jaloezie naar kijken.’

Maar de Europese staatshoofden en regeringsleiders moeten zeker ook in eigen boezem kijken, vindt Davies. ‘Zij hebben de vaccinstrategie bij de Europese Commissie geparkeerd en niet meer naar de kwestie omgekeken. Een veel te gemakzuchtige houding. Ze hadden constant over de schouders moeten meekijken en de druk op de bedrijven en de Commissie hoog moeten houden.’

De vaccinatiecampagne: 'Eind mei prikken we wekelijks een half miljoen vaccins'

Ook Guntram Wolff, directeur van de invloedrijke Brusselse denktank Bruegel, meent dat de Unie heeft getreuzeld. ‘De lidstaten en de Europese Commissie zijn erg laat aan de race begonnen door pas in de zomer van 2020 de aankopen op Europees niveau te centraliseren. De Verenigde Staten waren enkele maanden eerder al met een grootschalig programma begonnen. Bovendien heeft de Unie onvoldoende geld vrijgemaakt en weinig contractuele stimuli gegeven om snelle leveringen af te dwingen. De Europese eis om de aansprakelijkheid bij de bedrijven te leggen, heeft ze nog meer ontmoedigd om prioriteit te geven aan de EU.’

2. Waarom ondervindt het Verenigd Koninkrijk géén hinder van productieproblemen bij AstraZeneca?

De grootste vertragende factor in de Europese vaccinatiecampagnes was tot nu toe AstraZeneca, een producent die veel meer vaccins beloofde dan hij tot dusver kon leveren. In België, dat bijna 8 miljoen vaccins AstraZeneca moet krijgen, werd nog maar een tiende van de beloofde hoeveelheid geleverd. AstraZeneca-topman Pascal Soriot schreef in januari het productieprobleem toe aan onderaannemers op Europese bodem. Later bleek dat het Verenigd Koninkrijk een voorrangsclausule had afgedwongen, waardoor de eerste 100 miljoen vaccins die op twee Britse sites gemaakt worden in het Verenigd Koninkrijk blijven.

Contractspecialist Hannes Claes (KU Leuven) heeft twijfels bij die gang van zaken. ‘Het is niet omdat het Britse contract een voorrangsbepaling bevat, dat de EU zomaar in de wachtrij moet gaan staan voor de contractueel afgesproken dosissen. AstraZeneca heeft de EU bovendien uitdrukkelijk gegarandeerd dat het geen afspraken met een derde partij had die de verbintenissen met de EU in de weg kunnen staan.’

Professor Dirk Ramaekers, hoofd van de Belgische Taskforce vaccinatie, heeft weinig moois over AstraZeneca te vertellen. ‘Het bedrijf had geen ervaring met de productie van vaccins. Als je dan plots op een ongeziene schaal moet gaan produceren, zijn problemen niet onbegrijpelijk. Wat ik niet begrijp, is het totale gebrek aan transparantie. Pas in januari kregen we te horen dat de beloofde leveringen niet zouden komen. U gaat me niet vertellen dat ze dat pas toen wisten. Dit gaat over productieprocessen die maanden in beslag nemen.’

3. Doet België het slechter dan andere Europese landen?

De vertraagde levering van AstraZeneca- vaccins is ook een probleem in andere EU-landen. Zijn die even traag uit de startblokken geschoten? Het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) en de website Our world in data houden de score bij. In hun rankings presteerde ons land een aantal weken minder goed dan gemiddeld, maar dankzij een bescheiden inhaalbeweging behoren we intussen tot de Europese middenmoot.

Die tijdelijke dip had volgens Ramaekers te maken met de verschuiving van de campagne van de woonzorgcentra en zorginstellingen naar de grote vaccinatiecentra. ‘In Vlaanderen ging dat vlotter dan in Wallonië, en in Brussel waren er kinderziektes met het uitnodigingssysteem. Maar die problemen zijn opgelost, en vooral in Wallonië hebben we een grote inhaalbeweging gezien.’

Toch betwijfelt Ramaekers of we ons land binnenkort aan de kop van het peloton zullen zien. ‘Wij hebben, mede door onze opdeling in deelstaten, een complex gezondheidssysteem. Dat maakt dat je ons eerder kunt vergelijken met een land als Duitsland dan met Denemarken. Ik kijk met enige jaloezie naar het Deense gezondheidssysteem, een razend efficiënte machine waar snel topdown wordt beslist.’

4. Houdt ons land echt 600.000 vaccins in stock?

‘België houdt op dit ogenblik 579.000 doses in stock, ongebruikt in de koelkast’, meldde de nieuwswebsite Politico.eu vorige week. Het gerucht dat ons land meer dan een half miljoen vaccins onbenut laat, blijkt bijzonder hardnekkig, maar is niet juist. In werkelijkheid gaat het over vaccins die al toegediend zijn maar waarvan de registratie nog niet is verwerkt of – het grootste deel – vaccins die ‘in transitie’ zijn. Tussen levering en inenting ligt onvermijdelijk een doorlooptijd. Die periode verschilt naargelang van het vaccin. Bij Pfizervaccins liggen er tussen aankomst en prik 3 tot 9 dagen.

Als de EU alle uitgevoerde vaccins voor zichzelf had gehouden, dan had vandaag ongeveer 35 procent van de bevolking een eerste dosis gekregen.

‘Pfizer levert al wekenlang klokvast’, zegt Joris Moonens van het Agentschap Zorg en Gezondheid. ‘Dat heeft een immens voordeel: we durven de centra op voorhand over hun leveringen te informeren, waardoor ook de uitnodigingen veel eerder de deur uitgaan. Dat risico kunnen we met AstraZeneca niet nemen, de onvoorspelbaarheid van de leveringsschema’s blijft veel te groot.’ Bij die vaccins loopt de doorlooptijd soms op tot twee weken en meer.

5. Is de 11 julibelofte van Wouter Beke realistisch?

Als de vaccins tijdig worden geleverd, heeft tegen 11 juli elke volwassen Vlaming de kans op minstens één prik gekregen. Die belofte maakte Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) onlangs in De zevende dag. Een blik op het schema dat Beke zelf verspreidde, leert dat het niet makkelijk zal zijn om die belofte na te komen. Volgens de planning zouden alle 65-plussers al rond 20 april een eerste prik moeten hebben gekregen. Afgelopen weekend was dat voor 20 procent van de doelgroep het geval, zo blijkt uit de Vlaamse vaccinatieteller. De resterende 80 procent staat voor iets meer dan 1 miljoen mensen. Toch heeft Joris Moonens er vertrouwen in. ‘Het is optimistisch maar niet onrealistisch.’

Vanuit het productiefront komen intussen wel hoopvolle signalen. Ons land zou de komende vijf weken meer dan 2 miljoen vaccins geleverd krijgen. Moonens maakt zich sterk dat de vaccinatiecentra de capaciteit hebben om die in hoog tempo toe te dienen. ‘Op dit ogenblik zijn de centra slechts enkele dagen per week open, met twee vaccinatielijnen. Het is de bedoeling om straks elke dag vier vaccinatielijnen te openen, desnoods van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Maar dat heeft enkel zin als je daar de vaccins voor hebt. We verwachten dat we tegen eind mei op volle snelheid zullen draaien, vanaf dan kunnen we wekelijks ongeveer een half miljoen vaccins toedienen.’

6. Waarom wordt er niet op zondag gevaccineerd?

Op zondag prikken heeft volgens Moonens op dit ogenblik geen enkele zin. ‘Het zou betekenen dat we vaccins in de week laten liggen om ze op zondag te kunnen toedienen. In de 95 vaccinatiecentra stonden twee weken geleden 87.000 vaccinaties gepland, iets minder dan duizend per centrum. We weten dat twee tot drie dagen volstaan om die vaccins te prikken. Het zou absurd zijn om verplegend personeel en artsen zeven dagen op zeven in de vaccinatiecentra te zetten. Het zou geen enkele impact hebben op de snelheid. En vergeet niet dat we die mensen ook elders hard nodig hebben.’

7. Waarom is het zo stil in het vaccinatiecentrum?

‘Het is frustrerend’, zegt Alexandra Thienpont, CD&V-burgemeester en huisarts in Kortenberg. ‘Ons centrum heeft vier lijnen, personeel en vrijwilligers staan klaar om desnoods zeven dagen per week, twaalf uur per dag te vaccineren. De realiteit is dat we tot slechts twee dagen per week konden draaien, goed voor 4 à 500 vaccins. Gelukkig is er beterschap in zicht. Deze week kunnen we 1000 vaccins zetten, volgende week 2000. De sneltrein komt langzaam maar zeker op gang.’

Klachten over te laat ontvangen uitnodigingen, centraal verstuurd vanuit het Agentschap Zorg en Gezondheid, zijn schaars geworden. Gegadigden vernemen hun afspraak per mail of brief, naargelang van de beschikbare gegevens in het softwareprogramma Doclr. Wie twijfels heeft, kan altijd my e-Box checken, de elektronische postbus voor overheidscommunicatie die dankzij corona een flinke boost heeft gekregen.

De uitnodigingen worden eentalig verstuurd, in een ambtelijk jargon dat zelfs voor veel Vlamingen ondoorgrondelijk is.

Hans Bonte (Vooruit), burgemeester van Vilvoorde

Het zijn de vaccinatiecentra die op basis van de aangekondigde vaccinleveringen de afspraaklijsten opstellen. ‘We hebben daar één week tijd voor’, zegt Thienpont, die een coördinerende rol speelt in de organisatie van het vaccinatiecentrum. ‘We bedienen Kortenberg en Bertem, samen 41.000 mensen van wie we er minstens 70 procent moeten vaccineren. Een haalbare kaart. We registreerden de voorbije weken bij de 80-plussers niet meer dan 10 procent no-shows. Dat zijn overigens geen antivaxers, maar mensen die de uitnodiging toch hebben gemist of een dringende afspraak hebben in het ziekenhuis. Vanaf vijf uur spreken we de reservelijst aan, binnen dezelfde doelgroep van 65-plussers. Ik steek er mijn hand voor in het vuur: hier gaat geen dosis verloren.’

8. Waarom bengelt Vilvoorde achteraan?

In het overzicht per gemeente op de handige website laatjevaccineren.be bengelt de stad van burgemeester Hans Bonte (Vooruit) helemaal achteraan. ‘We registreren tot 25 procent no-shows’, stelt Bonte vat. ‘Dat is heel veel. Zo zullen we de beoogde 70 procent nooit bereiken.’

De Vilvoordse burgemeester wijst met een beschuldigende vinger naar het Agentschap Zorg en Gezondheid. ‘Het bureaucratische uitnodigingssysteem werkt niet in de meest taaldiverse stad van Vlaanderen. De uitnodigingen worden eentalig verstuurd, in een ambtelijk jargon dat zelfs voor veel Vlamingen ondoorgrondelijk is. Er staat weliswaar een verwijzing naar een website met meertalige uitleg, maar die is wel erg discreet. Zoiets pakt niet in bijvoorbeeld Koningslo, een wijk binnen de Brusselse ring waar de overgrote meerderheid van de 8000 inwoners een migratieachtergrond heeft. Velen beseffen daar niet eens dat ze in Vlaanderen wonen, ze denken dat Koningslo bij Brussel hoort. Je kunt dat betreuren, maar het zijn evengoed burgers die in het belang van de volksgezondheid gevaccineerd moeten worden.’

Wat ook speelt: Vilvoorde telt heel wat minderheden bij wie vaccinscepsis hoge toppen scheert. Het hoge percentage no-shows biedt overigens een voordeel: het vaccinatiecentrum kan via de reservelijst eigen prioriteiten bepalen. De instructie van het Agentschap Zorg en Gezondheid om ook daarvoor 65-plussers te selecteren, werd door Bonte niet gevolgd. ‘Onze eerste reservelijst is bijna afgehandeld. Er stonden zorgkundigen op en leden van politie- en hulpdiensten. Maar ik heb op die lijst ook onze daklozen en kwetsbare OCMW-klanten laten zetten.’

Deze week komt een tweede lijst met 1300 leerkrachten aan de beurt. ‘Het virus circuleert al wekenlang sterk in onze scholen’, legt Bonte uit. ‘In een dichtbevolkte stad krijg je dan echte broeihaarden. We willen die keten zo snel mogelijk doorbreken, maar het vervroegen van de paasvakantie dreigt ons parten te spelen. Reservelijsten werken alleen wanneer mensen snel, binnen het uur, oproepbaar zijn. Dat is niet het geval voor onze leerkrachten, die in meerderheid buiten Vilvoorde wonen.’

9. Is voorrang voor medische risicoprofielen een goede strategie?

Uiterlijk eind april beginnen de vaccinatiecentra en bedrijfsartsen aan het gros van de meerderjarige populatie, de min-65-jarigen. Net zoals bij de senioren zal die fase in dalende orde van leeftijd verlopen. Op dat principe geldt één uitzondering: een groep van zo’n anderhalf miljoen Belgen met onderliggende gezondheidsproblemen wordt prioritair gevaccineerd. Comorbiditeit en verhoogde kans op een verblijf op intensieve zorg zijn doorslaggevende criteria. Denk aan kankers, nier- en leverziekten, hart- en longaandoeningen, hypertensie en diabetes, maar ook aan obesitas.

Het samenstellen van de lijsten is een titanenwerk, waarbij vanuit vier hoeken data worden aangeleverd. De grootste bijdrage leveren de ziekenfondsen aan de hand van medicatiegegevens. De huisartsen kunnen met speciale software risicoprofielen uit hun Globale Medische Dossiers (GMD) filteren. Het Kankerregister deelt ook gegevens mee, en voor zeldzame aandoeningen wordt op artsen-specialisten gerekend.

De vaccinatiecampagne: 'Eind mei prikken we wekelijks een half miljoen vaccins'

‘We zijn onze leden via webinars aan het klaarstomen’, zegt Roel Van Giel van huisartsenvereniging Domus Medica. ‘Interessant is dat het systeem automatisch linkt met de instanties die de uitnodigingen versturen. Vooral in Vlaanderen zal dat veel tijdwinst opleveren, in Brussel en Wallonië is het GMD helaas veel minder ingeburgerd.’ Intussen worden huisartsen overstelpt met vragen van kerngezonde patiënten om zich op de lijst te laten inschrijven. ‘We hebben onze leden een standaardrepliek gesuggereerd: “Wees blij dat u niet tot een prioritaire groep behoort, dat betekent dat de kans erg klein is dat u na een besmetting ernstig ziek wordt”‘, zegt Van Giel.

Bij BVAS, het grootste artsensyndicaat van België dat vooral specialisten verenigt, vinden ze die voorrang een slecht idee. ‘Tijd- en energieverlies’, zegt erevoorzitter Marc Moens. ‘Het zou veel efficiënter zijn om per leeftijd, van oud naar jong, te vaccineren. Alle studies wijzen erop dat leeftijd de grootste risicofactor blijft. Een 35-jarige diabetes- of hiv-patiënt heeft veel minder kans op overlijden of ernstige ziekte door covid-19 dan een 65-jarige zonder chronische ziekte.’ Volgens Moens is het beleid gezwicht voor de druk van patiëntenverenigingen.

Die kritiek wordt niet gedeeld door Domus Medica. ‘Neem nu een 50-jarige obese hartpatiënt’, zegt Van Giel. ‘Als je die geen voorrang geeft, blijft hij nodeloos lang blootgesteld aan het risico op corona. Die periode kan tot weken oplopen, gelet op de trage uitrol van de campagne.’

10. Was de huidige lockdown nodig?

Hoe traag de vaccinatiecampagne tot dusver ook liep, ze heeft al enig effect. In de woonzorgcentra, waar de campagne zo goed als afgelopen is, worden nog nauwelijks besmettingen gesignaleerd, en ook bij de 85-plussers die zelfstandig wonen is een heel duidelijke afname te zien. Nu een steeds groter deel van de oudere populatie gevaccineerd raakt, mag je verwachten dat het positieve effect langzaam maar zeker merkbaar wordt in de algemene cijfers.

Dat de derde golf niet dezelfde dramatische vormen zal aannemen als de tweede lijkt nu al duidelijk. De Standaard presenteerde afgelopen weekend een aantal simulaties van de Simid Groep, geleid door biostatisticus Niel Hens en gezondheidseconoom Philippe Beutels. Opvallende vaststelling: ook zonder de nieuwe beperkende maatregelen hadden we vanaf midden april een langzame daling van de ziekenhuisopnames mogen verwachten. Het doet de vraag rijzen of de nieuwe maatregelen, de schoolsluiting voorop, wel in verhouding zijn.

Hens verdedigt de beslissing door naar de bezetting van de intensieve zorg te verwijzen. Die zou zonder maatregelen stijgen naar 1000 patiënten midden april, om vervolgens maar heel langzaam te dalen. ‘Als je die druk blijft toelaten, ‘ zegt Hens, ‘komt ook de andere intensieve zorg onder druk te staan. In een aantal ziekenhuizen is dat nu al het geval. Bovendien is versoepelen op zo’n hoog plateau van besmettingen heel moeilijk. Je riskeert telkens weer nieuwe opflakkeringen.’

De schoolsluiting was volgens Hens misschien niet nodig geweest als de telewerkverplichting beter was opgevolgd. ‘Maar uit de mobiliteitscijfers leiden we af dat heel wat mensen die regels niet naleven. En we weten dat de mobiliteitscijfers een goede graadmeter zijn voor latere ziekenhuisopnames.’ Hens verwacht dat de lockdown, in combinatie met een versnelling van de vaccinatiecampagne, ervoor zal zorgen dat de druk op de ziekenhuizen en hun IC-afdelingen snel zal afnemen. ‘Bovendien zal ook het seizoenseffect een rol beginnen te spelen. In welke mate de Britse variant daardoor beïnvloed wordt, is moeilijk in te schatten, maar ik verwacht wel een effect.’

Hoop op snelle versoepelingen is dus niet ijdel, denkt Hens, al wil hij geen datum noemen. ‘En ik hoop ook dat de politiek dat niet zal willen doen. We moeten kijken naar de cijfers, ze evalueren, en op basis daarvan openen. Alleen als we op die manier te werk gaan, zullen we niet opnieuw moeten sluiten.’

11. Waar begint het Rijk der Vrijheid?

Naar algemeen aannemen bereiken we de groepsimmuniteit zodra 70 procent van de populatie immuun is, door vaccins of op een natuurlijke manier na besmetting. Steeds meer internationale studies noemen dat cijfer echter een onderschatting, en volgens het wetenschappelijk tijdschrift Nature is groepsimmuniteit simpelweg een illusie. De ongelijkmatige uitrol – zowel geografisch als sociologisch – van vaccins is een spelbreker, net zoals het telkens weer opduiken van nieuwe, erg besmettelijke varianten. Opvallend is dat Nature ook ons gedrag als obstakel ziet. Een vaccin mag dan 90 procent bescherming bieden, als de ontvanger zijn sociale contacten vervolgens tienvoudig uitbreidt, heeft het geen effect. ‘Tienvoudig uitbreiden vind ik een nogal forse aanname’, zegt hoogleraar virologie (KU Leuven) en GEMS-lid Marc Van Ranst. Hij beschouwt groepsimmuniteit niet als een illusie: ’70 procent ligt inderdaad aan de lage kant, ik schat het eerder rond de 75 procent. Dat is haalbaar voor een land als België met een sterke vaccinatiecultuur.’

Uit de mobiliteitscijfers leiden we af dat heel wat mensen de telewerkregels niet naleven. En we weten dat de mobiliteitscijfers een goede graadmeter zijn voor latere ziekenhuisopnames.

Biostatisticus Niel Hens (UHasselt en UAntwerpen)

Eind augustus zou de (te lage) drempel van 70 procent worden bereikt. De vraag is of we echt zo lang moeten wachten. Tijdens de tweede coronagolf werd een versoepelingsdrempel vastgesteld op 800 besmettingen en 75 ziekenhuisopnames per dag. Maar zijn beide criteria wel even belangrijk? Enkele weken geleden betoogde epidemioloog Luc Bonneux in Knack dat alleen het aantal ziekenhuisopnames en de daarmee samenhangende druk op de afdelingen intensieve zorg echt van tel is. De stelling steunt op de belangrijke premisse dat alle kwetsbare bevolkingsgroepen al gevaccineerd zijn. Zover is het nog niet, maar er komt wel schot in de zaak. Als het tempo crescendo blijft gaan, dan zijn tegen de zomer alle anderhalf miljoen Belgen met onderliggende gezondheidsproblemen gevaccineerd en wenkt het rijk der vrijheid. ‘Begin van de zomer lijkt me toch wat te optimistisch’, tempert Van Ranst. ‘Misschien in de loop van de zomer, maar denk vooral niet dat meteen alle maatregelen zullen verdwijnen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content