De triatlete vs. de bokser: ‘Ik heb liever kettingvet aan mijn vingers dan nagellak’

Oshin Derieuw (r.) en Charlotte Deldaele: 'Wij gaan zo'n koppel zijn dat op dezelfde dag sterft.' © Jelle Vermeersch
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Charlotte Deldaele is een van Belgiës beste triatletes, haar echtgenote Oshin Derieuw is wereldkampioene boksen. Derieuw kampt zaterdag tegen Gülsüm Tatar, een Turkse met een gevaarlijke linker. Charlotte is er gerust op: ‘Haar tegenstander, díé moet ze knijpen.’

Ze leerden elkaar kennen in een wellnesshotel. Oshin Derieuw, wereldkampioene boksen bij de superlichtgewichten, was er manager en Charlotte Deldaele, zilver op het laatste BK triatlon, was een van haar werknemers. Van het een kwam het ander: vorige zomer trouwden Derieuw en Deldaele onder de Portugese zon. Bij de wellness zijn ze ondertussen weg. Derieuw ging aan de slag als rechterhand van de burgemeester van Kuurne, Deldaele werkt in de lokale Decathlonwinkel en is parttime make-upartieste. ‘Handig als ik een blauw oog moet verstoppen’, grapt ze.

Het sportkoppel staat dit jaar voor grote uitdagingen: Charlotte Deldaele probeert een selectie af te dwingen voor de Olympische Spelen van Tokio, terwijl Oshin Derieuw dit weekend in Roeselare Gülsüm Tatar bekampt. De Turkse kan maar beter haar borst nat maken: Derieuw won alle tien haar profkampen, waarvan vier met knock-out. O ja, als u het zich zou afvragen: de naam Oshin komt van een Japanse soapserie waar haar ouders fan van waren, al is Derieuw zo West-Vlaams als tatjespap.

De triatlete vs. de bokser: 'Ik heb liever kettingvet aan mijn vingers dan nagellak'
© Jelle Vermeersch

Partners in de topsport: is dat handig of juist moeilijk?

Oshin Derieuw: Sinds Charlotte in mijn leven is gekomen, ben ik nog veel strikter gaan leven. We eten supergezond, mijden uitspattingen en motiveren elkaar. Met een echtgenote die zelf op hoog niveau sport, durf ik niet meer lui te zijn. ( lacht)

Deldaele: Er zijn van die dagen dat mijn lichaam niet wil, of mijn hoofd. Iemand hebben die je dan uit de zetel duwt, maakt een groot verschil. Oshin doet haar sport zo ontzettend graag, ze popelt om naar de training te vertrekken. Dat werkt aanstekelijk.

Derieuw: Het lastige van onze sportlevens is dat we het allebei druk hebben. Er blijft weinig ruimte voor qualitytime, maar koppels die niet sporten hebben vaak hetzelfde probleem.

Wie van jullie tweeën traint het hardst?

Deldaele: Bokstraining is bijzonder intensief, een aanslag op je lichaam. Drie uur gaan fietsen is dat niet, al duurt de inspanning een stuk langer.

Derieuw: Maar vraag mij niet om drie uur te fietsen. Ik kan mezelf volledig smijten op training, zo zet ik de zorgen van me af. Bij een duurtraining, zoals Charlotte er veel moet afhaspelen, blijft het molentje malen. Ik vraag me wel af wat het met je lichaam doet om al die kilometers te zwemmen, te fietsen en te lopen.

Deldaele: Ooit gaan we de uitdaging aan: ik in de ring en Oshin in een triatlon!

Charlotte, jij bent geboren om te sporten: je ouders Geert Deldaele en Inge Coeck namen allebei deel aan het kajakken op de Olympische Spelen van 1988 in Seoul.

Deldaele: Bij ons thuis werd er nooit veel over de Spelen gesproken, gek genoeg. Maar ik heb van mijn ouders wel een enorme liefde voor sport geërfd. Al kan ik nooit zo fanatiek zijn als mijn ma: die is 53 en deed vorig jaar nog mee aan de Ironman van Hawaï.

Jij was een van de grote Belgische triatlontalenten, maar je bent niet langer prof.

Deldaele: In 2016 kreeg ik de boodschap dat de federatie alleen de twee atletes zou steunen die naar de Spelen van Rio gingen. Een bikkelhard verdict: 20 jaar had ik voor mijn olympische droom gezwoegd. Ik studeerde af, wilde op eigen benen staan en ben deeltijds beginnen te werken. Die stap achteruit viel me zwaar. Ik stelde mezelf de vraag: ben ik zo dol op triatlon dat ik toch wil doorzetten? Het antwoord bleek ‘ja’. Ik richtte me op de Belgische wedstrijden, vond het plezier terug en haal nu opnieuw mijn allerbeste niveau.

Charlotte Deldaele

– Geboren op 5 juni 1993 in Kortrijk

– 2010: 16e op de Jeugd Olympische Spelen in Singapore en zilver op de Junior European Cup in Echternach (Luxemburg)

– 2011: twee keer brons en een keer zilver in Europabeker voor junioren

– 2014: brons in de gemengde estafettetriatlon op het EK voor belofte

– 2015: zilver op het Belgisch kampioenschap in de sprinttriatlon. – 2016: wint de Europabekertriatlon van Altafulla (Spanje)

– 2018: opnieuw zilver op het BK sprinttriatlon

De mixed relay is een olympische discipline geworden: twee mannen en twee vrouwen werken een triatlon af in estafette. Dat is mijn nieuwe droom. Twee profatletes en drie semiprofs – van wie ik er een ben – strijden om een plek in het team. Die profs hoeven alleen maar te denken aan eten, slapen en trainen. Ik combineer drie jobs met loodzware trainingen en toch moeten ze alles uit de kast halen om mij eronder te krijgen.

Triatlon en boksen zijn geen verdiensporten, integendeel. Wat drijft jullie?

Deldaele: Winnen. Als ik het gevoel heb dat ik ergens goed in ben, dan wil ik dat tot het uiterste drijven en daar erkenning voor krijgen.

Derieuw: Zoals je verliefd kunt worden op iemand, zo ben ik verliefd geworden op boksen. De eerste vonk was de film Girlfight. Het hoofdpersonage smeet zich in de sport, verloor er zichzelf helemaal in. Dat inspireerde me. Een vriend nam me later mee naar een bokstraining en die avond ben ik van een fuifbeest in een topsporter veranderd, van het ene moment op het andere. Ik was op zoek naar een doel, besefte ik achteraf. Ik wilde iets betekenen en door boksen viel het allemaal in de plooi. Ik geef boksles aan hangjongeren voor Zwaargewichtig, een antiradicaliseringsproject. Dat rusteloze, dat op zoek zijn naar structuur en het zelf niet beseffen: ik herken dat bij die gasten. Zelf was ik óók zo’n zoekende puber met te veel energie.

Mensen verbazen zich erover dat ik zo’n rustig karakter heb en toch boks, maar het ene verklaart het ander. Mijn slechtste trainingen zijn wanneer ik gefrustreerd ben of met een muizenis zit. Dan boks je agressief, vergeet je je techniek en krijg je klappen. Bij boksen gaat het om de mentale controle: dat is waar ik zo van hou.

Geeft het een goed gevoel om iemand tegen het canvas te slaan?

Derieuw: Als ik een meisje knock-out sla, juich ik, maar geen halve minuut later vraag ik haar of alles oké is. Je zit in hetzelfde schuitje, hè. De ander heeft ook hard getraind om daar te staan. Sommige boksers drijven op nijd. Ze haten hun tegenstander letterlijk. De boksersweging, de avond voor de kamp, durft weleens te ontsporen als je twee zulke types tegenover elkaar zet. Dat opgefokte gedoe vind ik belachelijk, ik probeer juist te ontmijnen. Mijn laatste twee tegenstanders kwamen uit de Dominicaanse Republiek. Ik heb opgezocht hoe ik in het Spaans ‘Hoe is’t?’ moest zeggen en heb hen vriendelijk een handje gegeven.

Deldaele: Intimideren doen ze in de triatlon ook. Er zijn meisjes die je straal negeren de dag van de race. Je kunt je daarin opjagen. Of je denkt: het is hun manier om zich voor te bereiden, laat hen maar doen.

Zaterdag boks je in de Roeselaarse eventhal Schiervelde tegen Gülsün Tatar. De Turkse is een gevaarlijke tegenstander.

Derieuw: Tatar klopte twee keer Katie Taylor, dé referentie in het vrouwenboksen. Maar ik geloof in mijn kansen. Maakt niet uit wie er in de andere hoek staat: in Roeselare ben ik altijd favoriet. Een tegenstander van het formaat van Tatar kloppen, zou betekenen dat ik hogerop mag kijken. Misschien zit er dan een titelmatch in de WBC in, de meest prestigieuze boksbond. Ik ben wereldkampioene in de kleinere World Boxing Foundation.

Oshin Derieuw

– Geboren op 29 april 1987 in Roeselare

– 2016 profdebuut tegen Aliana Neibauere: winst met technisch knock-out ?

– 2017 verovert de internationale WBF-titel en de intercontinentale WBF-titel

– 2018 wereldkampioen voor de WBF-bond – 2019 kampt in Roeselare tegen de Turkse Gülsüm Tatar

Hoe beleef jij zo’n kamp, Charlotte? Het is wel jouw vrouw die daar een pak rammel riskeert.

Deldaele: Ik let meer op de competitie en de strijd dan op de pijn achteraf. Tot nu toe was ik er ook altijd van overtuigd dat Oshin zou winnen. Haar tegenstander, díé moet ze knijpen. ( lacht) Misschien verandert dat zodra ze nog sterkere boksers gaat bekampen.

Derieuw: Gelukkig heeft Charlotte een rustig karakter. Ik kan geen stress om me heen verdragen in de aanloop naar een gevecht. Dan klap ik dicht.

Deldaele: Ik weet dat je niet veel moet zeggen wanneer zo’n belangrijke afspraak eraan komt. Vlak voor een grote triatlon ben ik ook niet de makkelijkste mens.

Derieuw:Amai, die dagen is het geen cadeau om met Charlotte samen te wonen. Ik maak al eens graag een kluchtje, maar zij verdraagt dan niks. Je voelt je als partner een beetje verloren, terwijl je toch iets wilt betekenen.

Eén week na jullie huwelijk nam Charlotte deel aan het Belgisch kampioenschap kwarttriatlon.

Deldaele: We zijn getrouwd in Portugal en ik heb de huwelijksgasten opgetrommeld om mee te gaan trainen. Het was ideaal: goed weer, mooie wegen om te fietsen en een uitstekend zwembad. De stress van de trouw en de ontspanning van de dagen daarna gaven me vleugels. Het werd een toprace. Ik pakte zilver na Valerie Barthelemy, die voltijds prof is, en het verschil was klein.

Derieuw: Het deed me zo veel deugd om Charlotte te zien uitpakken. Barthelemy trok grote ogen. We zullen vaker moeten trouwen, hè. Wanneer is je volgende triatlon? ( lacht)

Vrouwen die met elkaar trouwen: is dat in Vlaanderen anno 2019 nog een issue? Krijgen jullie vervelende opmerkingen?

Deldaele: We worden vaak aangestaard en ik weet nooit goed hoe ik dat moet interpreteren. Sommige mensen vinden het juist leuk dat je ervoor uitkomt, misschien zijn die blikken dan een aanmoediging? Twee keer siste een voorbijganger iets gemeens: wie is de man bij jullie, of iets in die trant. Twee onnozelaars in al die jaren: dat valt best mee.

Uitgaan doen we alleen op gay feestjes. Wij tonen onze affectie graag en hebben het al ervaren dat sommige heterojongens kussende of dansende vrouwen iets te tof vinden. Alsof we het doen om hen op te winden.

Derieuw: Ik weet sinds mijn dertiende dat ik op vrouwen val. Dat was nooit een probleem, niet voor mijn ouders, niet voor mijn vrienden, niet op school. Ik hoefde niet uit de kast komen, want ik heb er nooit in gezeten. Af en toe merk je dat er mensen zijn die het niet ‘normaal’ vinden en dat is telkens een schok.

Ik ben geen type dat mijn tegenstander wil of kan haten, laat staan dat je me zou vragen mijn sparringpartner af te maken.

Leandro Trossard zei vorige week in Knack dat hij geen homoseksuele collega’s kent. Een voetballer die uit de kast komt, zou het niet onder de markt hebben, vreesde hij.

Deldaele: Wij zijn lid van Out For The Win, een organisatie voor holebiatleten. Uitkomen voor je geaardheid ligt niet in elke sport voor de hand. Voor een homojongen is het stereotiepe beeld nog steeds: ‘Doe jij maar ballet. In voetbal heb jij niks te zoeken.’

Derieuw: Mijn coach, Mohamed Nichane, is zestiger en moslim. Ik was bang om het Mohamed te vertellen, maar voor hem bleek het geen probleem. Respect voor iedereen, zegt zijn cultuur. Nu hij Charlotte beter kent, is hij er militant in geworden. Wie iets slechts over haar zegt, zet hij eruit.

Deldaele: Mohamed ziet me vaak, want ik rijd met Oshin mee om in de buurt van Lens te gaan trainen. Mijn duurtrainingen kan ik evengoed in Kuurne doen, maar die paar uur op de weg zijn ideaal om bij te praten.

Derieuw: Eigenlijk heb ik niet graag dat Charlotte daar traint. Het is een nogal gure buurt.

Klopt het dat jij, Charlotte, ringmeisje was tijdens de kampen van Oshin?

Deldaele: De mensen van haar club hadden dat gevraagd. Ik wilde wel, zolang het niet in een ministring was, maar haar coach verkoos sowieso een smaakvol, zedig jurkje. Het ging allemaal goed, tot een van haar tegenstanders avances begon te maken.

Derieuw: Dat was Aleksandra Vujovic, een Montenegrijnse van wie je van meters ver zag dat ze lesbienne was. Tussen twee rondes knipoogde ze naar Charlotte.

Deldaele: Ik dacht: meisje, zo schaamteloos flirten, terwijl je midden in een wedstrijd zit! Hou je hoofd erbij! Straks doet Oshin je echt pijn.

Derieuw: Mijn trainer pikte het op: ‘Heb je gezien wat ze gedaan heeft? Straf haar!’ ( lacht) Na de kamp stelde Vujovic mij honderduit vragen: ‘Dus jullie gaan trouwen?!’ Dat was voor haar ondenkbaar, een onbereikbare droom.

Wie in België boksen zegt, zegt Delfine Persoon. Jullie hebben een tijd samen getraind, maar het klikte niet?

Derieuw: Mijn toenmalige coach, Filiep Tampere, speelde ons tegen elkaar uit. Ik ben geen type dat mijn tegenstander wil of kan haten, laat staan dat je me zou vragen mijn sparringpartner af te maken. Dat vroeg Filiep ook niet, maar als onze oefenpartijtjes ontspoorden, duurde het veel te lang voor hij ingreep. Toen ik mijn hand had gebroken en Tampere drie maanden lang niks van zich liet horen, ben ik vertrokken. Alle respect voor wat hij en Persoon bereiken, maar naast het sportieve moet er ruimte zijn voor menselijkheid.

Intimideren doen ze in de triatlon ook. Er zijn meisjes die je straal negeren de dag van de race.

Jullie boksen in een andere gewichtsklasse, maar een kamp tussen jullie beiden: dat zou volk lokken.

Derieuw: Dat denk ik ook. ( geheimzinnige lach) Wie weet.

Zijn er plannen?

Derieuw: Mijn trainer zou de uitdaging graag aangaan, maar je moet het organisatorisch ook voor elkaar krijgen. En nee: er zijn geen concrete plannen.

Deldaele: Maar als iets echt gewild is, dan komt het er vroeg of laat wel van.

Klopt het dat jullie elkaar tegelijkertijd ten huwelijk hebben gevraagd?

Derieuw: Vroeger dacht ik dat ik nooit zou trouwen. Maar met Charlotte ging alles vanzelf. We waren nog maar een paar maanden samen toen ik al wist: die wordt het. Ik ging informeren naar een ring. Achteraf bleek dat Charlotte bij dezelfde juwelier langs was geweest.

Deldaele: Die zal nogal met ons gelachen hebben! Oshin is de slechtste leugenaar ter wereld, ik wist dat er iets op til was. Als vrienden ernaar vroegen, zei ze heel overdreven: ‘O nee, wij trouwen nooit.’ We trokken op vakantie naar Thailand en ik dacht: mij ga je niet hebben.

Derieuw: Ik wil eindelijk dé vraag stellen, haalt zij tegelijk haar ring boven. ( lacht) Wij zijn soulmates, dat soort dingen overkomt ons wel vaker. Wij gaan zo’n koppel zijn dat op dezelfde dag sterft.

Ik ben zogezegd de man in de relatie, want ik boks. Da’s niet cool. Natuurlijk ben en blijf ik vrouw, no matter what. Er is geen dominante partner in onze relatie. Soms voert zij het hoge woord, soms ik.

Deldaele: Omdat ik blond haar heb en make-upartieste ben, moet ik zogezegd het meisje-meisje zijn. Terwijl ik liever kettingvet aan mijn vingers heb dan nagellak. Mijn droomjob als klein meisje was automonteur.

Derieuw: Ik wilde actrice worden. Dan mocht ik veel kussen.

Deldaele: Ze kust nu met haar vuisten. ( lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content