Stavros Kelepouris

‘De eens staalharde idealen van de Zweedse coalitie vertonen tekenen van metaalmoeheid’

Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

Met de regering-Michel zou het anders worden: de staatsfinanciën moesten eindelijk op orde, en met de systeemuitdagers van N-VA in de coalitie zouden de klassieke machtsstructuren grondig hertekend worden. Maar macht verleidt, en principes zijn zelden zo onbuigzaam als ze worden voorgesteld, schrijft Knack-redacteur Stavros Kelepouris.

Aan de linkerzijde van de binnenlandse politiek zijn nieuwe belastingen al te vaak de passe-partoutvoor de financiële vraagstukken. De meest karikaturale exponent daarvan is de rijkentaks, een heffing die een deel van de bevolking ongetwijfeld goed in de oren klinkt maar voorlopig weinig vooruitzichten biedt. Niemand weet hoe de precieze modaliteiten van zo’n rijkentaks eruit zouden moeten zien, niemand weet bijgevolg hoeveel die zou kunnen opbrengen. Het staat wel in steen gekapt dat ‘de rijken’ gaan betalen, en dat de toekomst van onze sociale zekerheid erdoor gewaarborgd wordt. Er is niet zo gek veel veranderd sinds PS’er Guy Mathot verklaarde dat de staatsschuld vanzelf zou verdwijnen.

In politiek mag uiteraard gedroomd worden, maar die dromen komen beter niet in de weg te staan van deugdelijk beleid. Het is een pluim op de hoed van de centrumrechtse regering-Michel dat ze haar begrotingspolitiek weigerde te stutten met financieel bijgeloof. In 2014, bij het aantreden van de Zweedse coalitie, waren de staatsfinanciën een reden tot grote bezorgdheid. Michel-I koos daarom voor een nuchter, soms ronduit bleek financieel realisme en een saneringsbeleid dat de tering naar de nering zou zetten. Het gevolg is dat ons land er op vele vlakken beter voorstaat dan enkele jaren terug, al vergeten we best niet dat onze economie en arbeidsmarkt het nog veel beter hadden kunnen doen.

De eens staalharde idealen van de Zweedse coalitie vertonen tekenen van metaalmoeheid

Een groot deel van de ommezwaai mag op conto van N-VA geschreven worden, dat zeker in 2014 in haar DNA nog een systeemuitdagende partij was. Met de regeringsdeelname van de Vlaams-nationalisten diende zich in zekere zin een paradigmawissel aan: na een kwarteeuw waarin blauw, oranje en rood de macht onder elkaar verdeeld hadden – een kortstondige groene regeringsdeelname niet te na gesproken – was het moment aangebroken om de klassieke machtscenakels in vraag te stellen. Bestaande structuren in vraag stellen is gezond: het toont dat de democratie niet vastgeroest is maar dat onze volksvertegenwoordigers blijven zoeken naar de ideale manier om de maatschappij te besturen. De schandalen rond Publifin en Samusocial boden het afgelopen jaar parabelen van machtsstructuren die te lang onaangeroerd bleven en enkel nog bestonden om aan zelfbehoud te doen. Vroeg of laat loopt dat flink mis.

Drie jaar na de start van de regering tonen de eens staalharde Zweedse idealen en beloften evenwel tekenen van metaalmoeheid. Bijzonder pijnlijk was het moment waarop de regering haar beloofde begrotingsevenwicht definitief moest lossen. Al viel daar een en ander voor te zeggen: een begrotingsevenwicht was enkel mogelijk door te snel te diep te snijden, waarmee de rekening binnen afzienbare tijd wel weer gepresenteerd zou worden. Een bittere maar noodzakelijke pil om te slikken, maar het begrotingsevenwicht was vooral nog een must voor masochistische cijferfetisjisten.

Veel kwalijker zijn de inventieve goocheltrucs en excuses die in aanloop naar de verkiezingen de kop beginnen opsteken. Dat de Europese Commissie de Belgische begrotingsplannen voor 2018 niet lustte, was al enkele weken bekend. In een uitgebreider rapport maakt de Commissie vorige week ook brandhout van de wiskundige creativiteit waarmee Begrotingsminister Sophie Wilmès (MR) de tabellen liet vullen. ‘Dit doet vragen rijzen over de onafhankelijkheid en het realiteitsgehalte van het volledige macro-economische model dat de begroting stut.’ Politiek jargon voor: maak dat een ander wijs.

Voorlopig lijkt de vlaktaks niet verder te raken dan het al overvolle Pantheon van Leuke Ideetjes

Ook bij de Vlaamse liberalen lijkt een gedetailleerde berekening de laatste weken bijzaak. Op haar ideologisch congres schoof Open VLD een vlaktaks naar voren als liberale speerpunt voor de komende jaren. Nog afgezien van het feit dat zo’n vlaktaks van 30 procent zo goed als zeker een stuk minder herverdelend is dan een systeem met progressieve belastingschalen, zou de taks ook een kloofje van 15 miljard slaan. Hoe dat betaald moet worden? De antwoorden blinken uit in nattevingerwerk: terugverdieneffecten, automatisering van de overheid, kerntakendebat voeren. Voorlopig lijkt de vlaktaks niet verder te raken dan het al overvolle Pantheon van Leuke Ideetjes.

Een andere optie is dan weer om de maatregelen wél te becijferen, maar de cijfers vervolgens te negeren. Dat is de tactiek die CD&V aangenomen heeft om haar effectentaks te realiseren. Er is te lande geen expert te vinden die de begrote opbrengst van 254 miljoen geen utopie noemt, en toch blijft de taks stevig gebetonneerd als hoeksteen van het zomerakkoord van de regering. Het politiek akkoord en het vermijden van gezichtsverlies bij het eigen kiespubliek zijn in dit dossier belangrijker geworden dan een realistisch begrotingsdoel.

Dat bij N-VA-minister Johan Van Overtveldt de cijfers ook wel eens de soep in draaien, is bekend. Dat Van Overtveldt niet kan tellen, zoals wel eens smalend wordt beweerd, klopt dan weer niet – althans volgens Peter Vanvelthoven (SP.A) in Knack, wiens collega-socialist Inti Ghysels dat mantra lanceerde. Sinds kort weten we dat de rekenfouten van de Financiënminister vooral het gevolg zijn van een onderbemande ambtenarij, en niet zozeer van een klunzige minister met dyscalculie. Over de neutraliteit van de hervormde vennootschapsbelasting bestaat weliswaar nog enige twijfel, maar bij hervormingen van dat kaliber is er nu eenmaal altijd een zekere mate van onvoorspelbaarheid.

Maar ook bij de Vlaams-nationalisten zijn de signalen legio dat de verworven macht begint te vreten aan de hooggestemde idealen. Vastgoed wordt hoe langer hoe meer een achilleshiel van de partij. Etentjes met bouwpromotoren zijn vanzelfsprekend geen halsmisdrijven, maar voeden wel precies de sfeer van achterkamerjespolitiek die zo kenmerkend was voor de oude politieke cultuur waar N-VA de socialisten bijna persoonlijk verantwoordelijk voor acht. Wie zich koste wat het kost als systeemuitdager wilt profileren, is selectiever en wijzer in zijn tête-à-têtes – met of zonder Cola Zero.

Dat de verleidingen van de macht zich nestelen in het DNA van de partij is een evolutie die al veel langer aan de gang is. Denk aan Kamervoorzitter Siegfried Bracke (N-VA), die in opspraak kwam omwille van zijn mandaat bij Publilec – een van de vele vertakkingen van Publifin – en zijn zitje in de adviesraad van Telenet. Een sprekende anekdote: een teleurgestelde N-VA’er wees toen in de Kamer naar de binnenwandelende Raoul Hedebouw (PVDA), en verzuchtte dat het lang geleden was dat zijn partij met zulk idealisme in het halfrond zetelde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content