‘Wolfzomer’ van Hans Rosenfeldt: ‘Natuur, weer, dier en mens versmelten tot de oerbrij’

Hans Rosenfeldt, bekend van de Bergmankronieken en The Bridge, schreef met ‘Wolfzomer’ een thriller waarin extreme omstandigheden elk laagje ‘beschaving’ wegschrapen: de mens valt opnieuw samen met de zombie.

Had Haparanda in Sami gebied gelegen, dan was het allicht een vergeten gat geworden pal op de grens tussen Zweden en Finland aan de Botnische Golf. De Lappen zijn destijds door de Lutheraanse predikanten, en met name door dominee Lars Læstadius midden negentiende eeuw, religieus gekneed. Læstadius hield er een piëtistisch fundamentalisme op na om de overdadig geachte drinkgewoonten van de Sami in te perken.

Haparanda, een stadje met geen 7.000 inwoners, ligt op afstand netjes omringd door Saminederzettingen, maar heeft er geen enkele band mee. Met de Finnen en de Russen des te meer, omdat het het enige stadje is dat als grenspost voor handel en toerisme naar de Noordkaap dienstdoet. Zweden heeft tot tweemaal toe geprobeerd de dorpskern verder van de grens te vestigen (1812 en 1921), uiteraard tevergeefs. Want wie handel zegt, zegt smokkel. Daar komt bij dat Haparanda het eindpunt van de E4 autoweg is, net onder de poolcirkel met lange lichte zomerdagen en eindeloos donkere winters. Er is geen spoorverbinding meer, de Oostzee is alleen in de zomer bevaarbaar, de rivier onbruikbaar. De enige luchthaven ligt aan de Finse kant bij Tornio. Het drietalige gebied wisselde geregeld van soevereiniteit, Zweeds of Russisch, of uiteindelijk vooral Fins. Die tegenstellingen geven Rosenfeldt (de naam van zijn moeder, want eigenlijk heette hij Petersson) een gedroomd canvas om in Wolfzomer (Vargasommar) de versmachtende dreiging van nijpende misdaad uit te tekenen, van drugssmokkel en autodiefstal tot kinderroof en afpersing.

Het gebied is ook woest genoeg om in de bossen en rotspartijen roedels wolven te zien rondtrekken. De opening van de roman is pakkend, een stervende wolvin na het eten van bedorven, vergiftigd vlees. De natuur is, net als de mens, onbarmhartig. In een nerveuze stijl, met een tachtigtal korte hoofdstukjes en snel verglijdende perspectieven, tekent Rosenfeldt de illusieloze kleine gemeenschap uit, die wankelt tussen kruimeldiefstal en bende-oorlog, tussen luizige armoede en gevoelloze omgang met elkaar. Daarin moet agente Hannah Wester haar weg zien te vinden, al is ze even leeg vanbinnen als de stugge inwoners. Redenen heeft ze genoeg voor de wrangheid die ze meedraagt. Een levenslang trauma omdat haar dochtertje Elin van twee in een onweer uit haar auto is verdwenen, en ze zichzelf de schuld geeft. Maar ook de toenemende verwijdering die haar man Thomas toont, hoewel hij niet naar andere vrouwen kijkt. Het barre leven scheidt liefde en seks, ze heeft geen scrupules om met haar baas Gordon het bed te delen, zonder dat ook maar één van beiden aan liefde denkt, hooguit aan wanhopige bekommernis.

Hans Rosenfeldt
Hans Rosenfeldt© Getty Images

De vlam slaat onmiddellijk in de pan bij een mislukte drugstransactie diep in de bossen. Die loopt uit op een schietpartij waarbij Russen en Finnen gedood worden, en amper twee mensen weten te vluchten. Een wordt nog doodgereden – in het bos? Het onderzoek loopt al snel spaak. Gezochte auto’s zijn verdwenen of geruild (ook garagist UV – Uiterst Verdacht – is geen gewone ritselaar), lijken onherkenbaar, de ruilwaren foetsie, verdachten hebben allemaal wat op de kerfstok (gehad), de omertà in het grote dorp wordt alleen doorbroken als het op bloot overleven aankomt. En wat doet die Finse speurder Sami (jawel) Ritola bij het onderzoek, alsof hij zichzelf heeft uitgenodigd?

Na een klein derde van het boek lijkt de hele zaak opgelost, ware het niet dat geld en drugs in het niet zijn opgelost, en inmiddels een moordzuchtige onbekende er net als de politie naar op zoek is. Die ijlte, die zwaarmoedige sfeer van niet-kunnen, de onbeheerste uitbarstingen van geweld, ze zijn van een primitiviteit die alleen outcasts in een dwingende natuur delen.

Wolfzomer is de nukkige tegenhanger van de Noor Trygve Gulbranssen, ‘En Eeuwig Zingen de Bossen’ (1933), met dien verstande dat de vete tussen twee machtige families bij Rosenfeldt een hedendaags pakje heeft aangetrokken: de bloedbanden zijn helemaal gelost (hoewel), alleen wraak en vergelding kunnen de geldhonger nog stillen. Verdierlijking is al wat de altijd sluimerende misdaad heeft opgeleverd. Homo homini lupus.

De krachtigste figuur is natuurlijk de huurmoordenares Katja, die ooit Tatiana heette. Onder meer. In haar cynische razernij in opdracht van haar Russische ‘Oom’ roept ze het beeld op van Lisbeth Salander uit Stieg Larssons Män Som Hatar Kvinnor (Mannen die Vrouwen Haten, verfilmd als The Girl With The Dragon Tattoo, die krachtig vertolkt wordt door Rooney Mara). Ze is als wees grootgebracht en daarna opgeleid tot gewetenloze killer in ‘de Academie’ van de maffia. Hoe het met haar afloopt is voer voor psychologen, en dat heeft een beslissende weerslag op Hannah – wat meteen enkele vervolgen suggereert. In elk geval speelt een brug een doorslaggevende rol voor Katja.

Ook dat mag niet verbazen. Rosenfeldt is met Michael Hjorth niet alleen de bedenker van de Bergmankronieken, zes thrillers die naar een TV-reeks geschreven zijn, hij tekende vooral voor de succesrijke crimireeksen The Bridge (2011/2013). Ook die serie speelde zich af op de scheidingslijn tussen Denemarken en Zweden, op de nieuwe brug die Kopenhagen met Malmö verbindt. Mensen zijn als bruggen en grenzen: borderline. Gestoord. Manisch-depressief. Onvoorspelbaar. Maar vooral bedacht en dus ziek. Verbinden doen ze niet. En Rosenfeldt beseft dat die mentale onstabiliteit niét voortkomt uit het stadsleven, maar ingebakken zit in de menselijke geest. Hij kiest daarom niet voor de uitwassen van de grootstad, zoals Larsson en Lapidus deden, maar voor de ontregelende krachten die innerlijke eenzaamheid losmaakt, zeker in schaars bevolkt gebied zonder veel maatschappelijk toezicht.

Wolfzomer is de vierkantswortel van ’s mensen onverstand. En uiteindelijk ook de eindbestemming van de mens: terug naar de roofstaat, extreme omstandigheden schrapen elk laagje ‘beschaving’ weg. Nooddruft leidt tot nooddrift. De mens valt opnieuw samen met de zombie. Natuur, weer, dier en mens versmelten tot de oerbrij, en zijn van elkaar niet meer te onderscheiden.

Hans Rosenfeldt, Wolfzomer. Amsterdam, Cargo 2021, 400 blz.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content