Delphine Lecompte – Verzonnen prooi

Geen enkele dichteres heeft het voorbije jaar de laaglandse poëziewereld zozeer beroerd als Delphine Lecompte.

Delphine Lecompte – Verzonnen prooi

Uitgeverij: De Contrabas

Aantal pagina’s: 60

Prijs: 12,50 euro

ISBN: 978-90-794-3236-3

Die beroering kwam zowel uit haar werk als uit haar persoon voort. Haar turbulente jeugdjaren, waarvan ze er een paar in een psychiatrische instelling doorbracht en waarover ze mondjesmaat in de media berichtte, wekten nieuwsgierigheid.

Dan is er ook haar een halve eeuw oudere vriend, aan wie ze Verzonnen prooi opdraagt: ‘Aan Omer Minnebo, mijn muze, mijn masseur, mijn manager, mijn hoeder, mijn diëtist, mijn plaaggeest, mijn chauffeur, de grote liefde van mijn leven.’ Hij is ‘de oude kruisboogschutter’ die in menig gedicht opduikt.

En dan is er nog Lecomptes fysieke verschijning. In tegenstelling tot het gros van de vrouwelijke dichters streeft zij er niet naar haar poppemiekegehalte op te vijzelen, om de eenvoudige reden dat er helemaal geen poppemieke is. No offence, want ze noemt zichzelf maar al te graag de prinses met de haviksneus.

Is dit alles relevant? Jawel. Lecompte is een chroniqueur van lelijkheid en verveling. ‘Toen ik wakker werd was ik kreupel in mijn gezicht / De oude kruisboogschutter zat op een versleten zetel / Hij keek onverschillig naar een documentaire over een schilder / die bijzondere aandacht schonk aan de tepelhoven van badende dames’. Kreupel, oud, versleten, onverschillig… Ziedaar het universum van de dichteres en haar oude schutter.

Slaagt ze erin om die lelijkheid en verveling om te zetten in pittige gedichten? Nee. Lecompte won vorig jaar dan wel de C. Buddingh’-prijs voor haar debuut De dieren in mei, maar de formule is uitgewerkt. Dat was ze eigenlijk al halverwege die eerste bundel.

De lange, prozaïsche gedichten proberen door middel van associatieve, would-be verrassende versregels uit hun saaiheid te ontsnappen, maar dat mislukt jammerlijk.

Philip Hoorne

Partner Content