100 jaar Lucian Freud: koude rillingen in de National Gallery in Londen

Reflection with Two Children, 1965 © National
Dave Mestdach

Dit jaar zou Lucian Freud 100 geworden zijn. De Londense National Gallery viert dat met een retrospectief dat je rillingen bezorgt. Uit ontzag, én uit ongemak. Knack stond oog in oog met een van de meest meedogenloze portrettisten van de twintigste eeuw.

De voorbije weken was er aan plaatjes van Elisabeth II geen gebrek. Maar hoeveel krantenkaternen u ook hebt doorbladerd, u zult geen beeld hebben gevonden dat zo brutaal eerlijk oogt als het portret dat Lucian Freud begin deze eeuw van de intussen aflijvinge vorstin maakte. Het is een close-up van rimpels en huidvlekken, van een strakke mond en verveelde ogen, van grijze krullen met een kroon erop, die samen The Queen vormen. Of ze dat nu wilde of niet. Het is zo onflatteus en klein dat je vermoedt dat het door een rabiate antiroyalist geschilderd werd. Maar de dingen opsmukken, of van hun fraaiste kant showen? Daaraan deed Freud, die zelfs de gezichten van zijn geliefden in koude objectiviteit sopte, nooit mee. Niet voor het canvas, niet erachter.

Freuds portret van de Queen was zo onflatteus dat je vermoedt dat het door een rabiate antiroyalist geschilderd werd.

Meedogenloos

Het is een van de dik honderd werken in de retrospectieve New Perspectives in de Londense National Gallery, en niet eens het meest frappante. Er zijn Girl with a Kitten en Girl with a Rose, iconische werken uit de jaren 1940, toen hij nog in de schetsmatige stijl van de Duitse expressionisten werkte. Maar Lucian Freud – de kleinzoon van Sigmund, grondlegger van de psychoanalyse – zou pas écht Lucian Freud worden in de late fifties. Een meedogenloze expressionist die zijn modellen in soms slopend lange sessies tot op het bot vatte vanuit ongewone perspectieven, met aardse kleuren en vlezige stroken verf. Het is verhevigd realisme dat ontregelt, omdat het intens fysiek maar soms ook zo kil oogt. Freud peilt niet zozeer naar de psyche van zijn personages. Wat hij vat, is kwetsbaarheid en lichamelijkheid in werken die bol staan van de spanning omdat ze de machtsverhouding tussen model en schilder onthullen.

Her Majesty Queen Elizabeth II, 2001
Her Majesty Queen Elizabeth II, 2001 © National

Het maakte van Freud misschien wel de bekendste en in elk geval beruchtste portretschilder die het Verenigd Koninkrijk na de oorlog voortbracht. Geen kleine verwezenlijking met David Hockney en Francis Bacon als stiel-, land- en tijdgenoten. De expo bevat trouwens portretten van beide titanen: een van Hockney uit 2002, en een uit 1956 van Bacon – zijn idool en vermoedelijk ook minnaar –, dat onafgewerkt bleef.

De grote obsessie

Voor de triviafetisjisten: Freud, die in 2011 overleed, werd in 1922 geboren in Berlijn, maar groeide op in Londen nadat zijn Joodse familie in 1933 was gevlucht voor de nazi’s. Hij had een zesde teen, die als kind operatief verwijderd werd, en een hoektand tussen zijn voortanden, die eveneens uitgetrokken werd. Tegen zijn zin. Misschien zijn het biografische details die amper ter zake doen. Misschien verklaren ze zijn latere obsessie met het lijfelijke, iets wat opa Sigmund niet tegengesproken zou hebben.

Lucian en Sigmund hadden nog iets met elkaar gemeen: hun fascinatie voor seks. Al is ‘obsessie’ een beter woord. Sigmund bevlekte de victoriaanse preutsheid met zijn droomduiding. Lucian loerde met een ijzige male gaze naar zijn modellen, en kon ook buiten de poseersessies zijn lusten botvieren. Hij liet veertien kinderen na bij twee echtgenotes en vier minnaressen. Minstens. Hij had talloze affaires, met vrouwen én mannen. En op zijn tachtigste deed hij zijn toenmalige liefje – supermodel Kate Moss – een tattoo op haar onderrug cadeau. Bovendien was hij een keiharde commerçant, en een lepe netwerker die er niet voor terugdeinsde om rekeningen te vereffenen. Ofwel verbaal, ofwel met zijn nietsontziende verfborstel.

Girl with Roses, 1948
Girl with Roses, 1948 © National

Gekleurde blik

Niet dat je kunst kunt reduceren tot symptomen van een karakter, hoe koleriek dat in Freuds geval ook was. Zijn levenswandel doet je onvermijdelijk met een gekleurde blik naar zijn werk kijken, dat sowieso al weet te penetreren. Check zijn monumentale naakt Sleeping by the Lion Carpet (1996), met lillend vrouwenvlees waar Rubens geil zou van worden. Of huiver van zijn beklemmende zelfportret Reflection with Two Children (1965), waarin hij je dominant aankijkt vanuit kikvorsperspectief. Of hoe wijlen The Queen er al bij al nog goed van afkwam.

Lucian Freud, tot 22/01 in The National Gallery, Londen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content