Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Welkom in het land van de doeners? Het is moeilijk het zeil te hijsen terwijl je aan het kapseizen bent’

‘De Nederlanders aan de grens verwelkomen in het land van de doeners is een plat anachronisme’, schrijft Jean-Marie Dedecker, die twintig jaar regeringsdeelnhame van de Open VLD vergelijkt met de situatie bij onze noorderburen.

Plaatsvervangende schaamte en last van opborrelende winderigheid overviel me toen het blauwe fabriekje van Open VLD in Woensdrecht op de grens met Nederland haar verkiezingscampagne voor 26 mei ‘Welkom in het land van de doeners’ uit de doeken deed. Het Brusselse politiek lichtgewicht Els Ampe werd letterlijk en figuurlijk in de sloot geblazen, en partijbonzen als Gwendolyn Rutten en Vincent Vanquickenborne hingen als circusclowns aan het opspelende spandoek, blowing in de wind. Maggie bleef als een blok overeind, en Christian Leysen, in wezen een man van stand, stond er ondertussen bij als een boer met kiespijn. Hij verving Philippe De Backer, onlangs nog omvergewaaid in een vlaag van gendergelijkheid.

Welkom in het land van de doeners? Het is moeilijk het zeil te hijsen terwijl je aan het kapseizen bent.

De Nederlanders aan de grens verwelkomen in het land van de doeners is een plat anachronisme. Na twintig jaar ononderbroken federale regeringsdeelname komt Rutten nog niet aan de knieën van Rutte, de liberale premier van Nederland. “Welkom in het land van blauwe plekken en politieke dwaallichten” had beter op de blauwe banner gestaan.

Gwendolyn Rutten zou beter eventjes een cursus in statistiek volgen. Ze wordt met haar kakelliberalisme betrapt op haar eigen verdwazing. Onze Noorderburen hebben bijvoorbeeld pensioenreserves van 1.400 miljard euro. Hier moet de huidige generatie van ‘doeners’ elk jaar een dikke 40 miljard euro in de bodemloze belastingspot storten om de pensioenen van de vorige generatie te betalen. In een poging om de vergrijzingsproblematiek op te lossen kwam de blauwe ideeëntank niet verder dan de leeftijdsgrens voor pensioengerechtigden op te rekken tot 67 jaar. De discussie over zware beroepen ligt bijvoorbeeld nog altijd zwaar op de regeringsmaag.

Deze restregering komt niet verder dan steeds terug te vallen op de onzin van het brugpensioen om de sociale onrust te vermijden. Vakbonden leggen het land plat voor amper 0,03% loonsverhoging en de sociale partners bereiken enkel akkoorden als ze rekening naar de belastingbetaler kunnen doorschuiven.

Boven de Moerdijk ligt de armoede ook lager, niettegenstaande atypische arbeid zoals deeltijdse en tijdelijke tewerkstelling, uitzendarbeid, zelfstandigenstatuten (ZZP, zelfstandigen zonder personeel) er meer in zwang zijn dan hier. Het arbeidscircuit komt daardoor ook ten goede aan de laaggeschoolden en de migranten. Hier worden die laatsten eerder bediend door de uitkeringsfabriek, dan ze aan de slag worden gekregen met een flexibeler baan en een lager belast loon. De Nederlandse werkloosheid was in augustus 2018 gereduceerd tot 3,9 % van de werkende bevolking terwijl het hier is blijven steken op 6,5%.

Budgettair uitstelgedrag is een Belgische ziekte. Nederland heeft een begrotingsoverschot, wij worstelen met een begrotingstekort van 11 miljard en de budgettaire slakkengang is een processie van Echternach, niettegenstaande de economische hoogconjunctuur. Hun cijfers tegenover de onze zijn lood om oud ijzer. Michel I maakte bij haar aantreden in 2014 van een begrotingsevenwicht in 2018 een strijdpunt. Vijf jaar later blijkt het een zoveelste dode mus te zijn in het land van loze beloften.

Nederland heeft daarenboven een gigantisch handelsoverschot, zelfs 4,8 miljard ten aanzien van België. Het is Europees marktleider in economische groei. Terwijl iedereen verwacht dat we als kleine economie rustig zouden meedeinen op de golven van de Europese conjunctuurbewegingen blijft onze economische groei voor het vijfde jaar op rij onder het gemiddelde van de eurozone steken.

De kostprijs van de verkeerscongestie in ons land is volgens de OESO 4,5 tot 9 miljard per jaar of 1 tot 2 procent van het bruto binnenlands product. Wij staan er bij stil, kijken er naar en maken van aanschuiven een bijberoep. Dit terwijl Katoen Natie-baas Fernand Huts al een Nederlandse verhuiswagen gekocht heeft naar het polderland, omdat de Antwerpse wegen zo dicht zitten als sardienen in een blik. Transportbedrijf Corneel Geerts uit Wijnegem opende een logistiek centrum in het Nederlandse Venlo om te ontsnappen aan de Antwerpse verkeerscongesties. De snelheid op sommige autosnelwegen werd in Nederland opgetrokken tot 130 km. per uur, en de distributiecentra schoten er als paddenstoelen uit de grond. De e-commerce giganten bouwen er hun vestigingen en overspoelen onze wegen met hun bestelautootjes. Zij het profijt, wij de stank.

Lokale verankering boven snel geldgewin

‘Je moet gek zijn om vandaag een fabriek te bouwen in België’, zei ex-postbaas Johnny Thys in 2015 al in De Morgen. ‘Arbeid is er duur en je camions rijden van de fabriekspoort recht de file in.’ Hij werd als CEO van BPost opgevolgd door Koen Van Gerven die zijn tanden stuk beet op de overname van pakjesbedrijf Post.nl. De Hollanders beschermen hun strategische economische sleutelsectoren met een opstoot van oranjegevoel telkens er zich een vijandig overnamebod aandient. Telecombedrijf KPN hield de Mexicaanse miljardair Carlos Sim af. Koninklijke olieboer Shell, verfproducent Akzo-Nobel en levensmiddelenbedrijf Unilever stellen Nederlandse verankering boven vlug geldgewin met roofdierfondsen. Mark Rutte kocht onlangs voor 700 miljoen extra aandelen bij Air France- KLM om Schiphol te vrijwaren van Frans staatsdirigisme.

Ons land hield dan weer decennialang uitverkoop van al haar industriële en vitale kroonjuwelen, vooral aan Frankrijk. Het verkwanselde onze energiebedrijven zoals Electrabel aan onze Zuiderburen en de enige die een Golden Share kreeg was Guy Verhofstadt. Onder andere daardoor is onze energiefactuur een verkapte belastingbrief.

Liberale gebedsmolentjes van ‘steeds meer Europa’ aangedraaid door roeptoeters als Verhofstadt, draaien in Nederland op een laag pitje. Euroscepticisme wordt er als een even groot gevaar beschouwd als eurofundamentalisme. Niettegenstaande onze latente knieval voor de Europese Mandarijnen zeggen de eurocraten dat ons begrotingswerk niet deugt, dat het structureel tekort toeneemt, dat de overheidsschuld te draag daalt en dat het staatsapparaat inefficiënt is.

De Open VLD heeft op 20 jaar regeringsdeelname al de helft van haar kiespubliek weggeblazen, en haar daadkracht is beperkt tot gewichtig doen.

Onze staatsschuld per capita is bijna het dubbele van de Nederlandse. Onze investeringen zijn te laag zijn en ons belastingsysteem te complex. Het is een grabbelton vol favoritisme en lobbyfiscaliteit, en in belastingdruk zijn we quasi Europees kampioen. Op de wereldranglijst van de beste gezondheidszorg staat ons land volgens het Britse Legatum Institute op de elfde plaats en Nederland op de vijfde. A never ending story.

Niet dat ik de Vlaamse klei zou willen ruilen voor de polders van het protestantse zwartekousenland waar brutaliteit assertiviteit genoemd wordt. Het Wilhelmus klinkt even aftands als de Brabançonne. Maar enige bescheidenheid zou ons toch sieren. In het veldrijden, de enige echte Vlaamse kerktorensport die ons land naast klootschieten en gaaibolderen nog rijk is, worden we vandaag ook nog naar huis gereden door een Hollander.

Het is moeilijk het zeil te hijsen terwijl je aan het kapseizen bent. Bij de eerste windstoot word je dan bont en blauw omver geblazen. Rutten zou haar banner voor ‘doeners’ beter richting Nederland uitrollen, waar de doeners zitten in plaats van de windverkopers. De Open VLD heeft op 20 jaar regeringsdeelname al de helft van haar kiespubliek weggeblazen, en haar daadkracht is beperkt tot gewichtig doen. In de discipline ‘je huik naar de wind te hangen’ zijn Gwendolyn en Co. echter wel kampioen, evenals in de verkleutering van de politiek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content