Waarom de PS een netelig N-VA-probleem oplost

N-VA-Kamerleden Peter De Roover, Theo Francken en Sander Loones op 12 december 2019. © Belga
Walter Pauli

Vandaag stemt de Kamer over de ‘ideologische alarmbelmotie’ waarmee de linkse oppositie in het Vlaams Parlement het ontwerpdecreet ter subsidiëring van het sociaal-cultureel volwassenenwerk probeert af te blokken als ‘discriminerend’. Als de stemverhoudingen in de bevoegde Kamercommissie van vorige week gerespecteerd worden in de plenaire vergadering, sluit de PS zich (net zoals de MR) níét aan bij de Vlaamse linkse oppositie. Dan halen de Vlaamse centrumrechtse partijen hun slag thuis.

Even het geheugen opfrissen. In het najaar van 2019 moest het Vlaams Parlement stemmen over een voorstel tot decreet van Marius Meremans (N-VA) over de subsidiëring van sociaal-culturele verenigingen. Vooral de bepaling daarin dat organisaties ‘die zich terugplooien op etnisch-culturele afkomst en segregatie in de hand werken’ niet meer voor betoelaging in aanmerking zouden komen, werd hevig betwist door de verzamelde linkse oppositie. Het leidde tijdens de zitting van 26 november tot een ware coup de théâtre in het Vlaams Parlement: Katia Segers (SP.A), Björn Rzoska (Groen) en Jos D’Haese (PVDA) riepen samen de zogenoemde ‘ideologische alarmbelprocedure’ in. Dat kan als een derde van de Vlaams Parlementsleden daarom vraagt omdat ze ‘ideologische en levensbeschouwelijke discriminatie’ vermoeden. Dan stopt de bespreking van het decreet in het Vlaams Parlement meteen en wordt het geviseerde decreet doorgestuurd naar Kamer en Senaat voor een toetsing. Het is een hoogst zelden gebruikt blokkeringsmechanisme uit 1971, bedoeld als extra bescherming voor ideologische minderheden.

De ideologische alarmbelprocedure is omslachtig. Eersten moest de vier parlementsvoorzitters – Vlaams Parlementsvoorzitter Liesbeth Homans (N-VA), Senaatsvoorzitter Sabine Laruelle (MR), Kamervoorzitter Patrick Dewael (Open VLD) en Rudy Demotte (PS) als voorzitter van het Parlement van de Franstalige Gemeenschap – zich uitspreken over de ontvankelijkheid van de alarmbelmotie van de Vlaamse oppositie. Dat gebeurde op 4 december: de twee Nederlandstalige voorzitters stemden tegen, hun twee Franstalige colleges stemden voor. Door de staking van stemmen was er geen meerderheid om de motie onontvankelijk te verklaren, en dus moeten Kamer en Senaat zich ten gronde uitspreken.

Respect voor de deelstaten

De Kamercommissie Grondwet en Institutionele Vernieuwing heeft zich in januari over de kwestie gebogen. In de schoot van de Commissie was afgesproken dat één lid, Kristof Calvo (Groen), een argumentatie zou uitwerken waarom de alarmbelmotie wél gesteund moest worden en een ander lid, Patrick Dewael, waarom dat niet moest gebeuren. De discussie draaide rond twee vragen. Een formele: is de ideologische alarmbelprocedure, na zo veel staatshervormingen, formeel nog wel van deze tijd? En een inhoudelijke: is het ontwerpdecreet van Marius Meremans al dan niet een vorm van ideologische discriminatie van de geviseerde etnisch-culturele verenigingen?

Tijdens het Commissiedebat kregen de linkse Vlaamse oppositiepartijen aanvankelijk stevige steun van Franstalige politici als Khalil Aouasti (PS) en Raoul Hedebouw (PTB-PVDA). Bij de uiteindelijke stemming, vorige week donderdag, draaide dat anders uit: de tweetalige oppositiepartijen Ecolo-Groen en PTB-PVDA vaardigden Nederlandstalige leden af. Alle aanwezige ‘Vlamingen’ stemden volgens de krachtsverhoudingen van het Vlaams Parlement, waarbij de Vlaamse regeringspartijen N-VA, Open VLD en CD&V samen met Vlaams Belang een ‘centrumrechts’ blok vormden van 7 tegenstemmen tegenover 5 voorstemmen van de linkse oppositie van SP.A, Groen en PVDA. Bleven nog over: de stemmen van PS (2) en MR (2). Maar beide Franstalige partijen beslisten om zich te onthouden. Daardoor bleef de stemming 7 tegen 5 (bij 4 onthoudingen).

Opvallend is dat de PS bij haar stemverklaring woordelijk de argumentatie overnam zoals die tijdens de debatten ontwikkeld was door Patrick Dewael en Peter De Roover (N-VA). Ook de PS vindt namelijk formeel gesproken dat de alarmbelprocedure niet meer van deze tijd is. Toen die procedure in 1971 in de wet werd ingeschreven, was de organisatie van de federale staat nog niet zo ingewikkeld als vandaag. Er bestond nog geen Grondwettelijk Hof, dat juist opgericht werd als beroepsorgaan bij dit soort controverses. Net als Dewael en De Roover voor hem zeiden, erkende Hervé Rigot (PS) dat de ideologische alarmprocedure ‘problemen doet rijzen’. ‘Er moet voor de deelstaten respect worden opgebracht. Niet de federale volksvertegenwoordigers moeten oordelen over de relevantie en de wettigheid van dit voorstel van decreet, het Grondwettelijk Hof moet dat doen.’ De MR sloot zich daarbij aan.

Peter De Roover zegt dat de stemming van de PS, ‘hoewel bij hen duidelijk intern doorgepraat’, wellicht niets te maken heeft met de federale regeringsvorming. ‘Ook voor hen is het ten gronde belangrijk dat de oppositie in het Franstalige parlement de Kamer niet zomaar kan inschakelen om decreten die de meerderheid heeft ingediend op federaal niveau te blokkeren. Zeker omdat er in de Kamer méér Vlaamse dan Franstalige zetels zijn, liggen dergelijke kwesties extra gevoelig in het zuiden van het land.’ Zeker bij de beleidspartij die de PS daar is.

Dat is ook de mening van Patrick Dewael: ‘De ideologische alarmbelprocedure is in 1971 in een totaal andere context tot stand gekomen. Ze diende toen in Vlaanderen ter bescherming van de vrijzinnige minderheid tegen de katholieke meerderheid, en het omgekeerde gold voor Franstalig België. Nu ziet het ernaar uit dat de oppositie in het Vlaams Parlement diezelfde wettekst uit totaal andere, politiek-tactische motieven wil beginnen te gebruiken om de meerderheid een stok in het wiel te steken. Dat was nooit de bedoeling, en gelukkig willen ook de PS en de MR die weg niet inslaan.’

Uitgestelde clash

Het blijft hoe dan ook een eerder zeldzaam gegeven: de twee grootste Franstalige partijen hebben beslist om af te zien van een extra grendel die de Belgische wetgever voorziet. Ook zij verkiezen een model waarbij de federale assemblees niet meer kunnen gevat worden om tussen te komen in de besluitvorming van de regionale parlementen. Ook zij willen dat die bevoegdheid exclusief toekomt aan het Grondwettelijk Hof.

Vandaag moet de plenaire vergadering van de Kamer zich nog definitief uitspreken. Verwacht wordt dat er niets wezenlijk zal veranderen aan de stemverhoudingen in de Commissie. Dat betekent dat de progressieve voorstanders van de alarmbelmotie (Groen-Ecolo, PVDA-PTB en SP.A) met 42 stemmen het onderspit zullen delven tegen de 67 centrumrechtse tegenstanders (N-VA, de onafhankelijke Jean-Marie Dedecker, CD&V, Open VLD en Vlaams Belang), toch als PS (19 stemmen) en MR (14 stemmen) zich blijven onthouden. De paar ‘reststemmen’ die aangeleverd worden door 5 leden van CDH, 2 van Défi en de onafhankelijke Emir Kir, kunnen die balans niet veranderen.

Ook de Senaat moet zich nog uitspreken, maar de timing daar ligt nog niet helemaal vast. Eerst staat er een hoorzitting met experts gepland vooraleer de senatoren de discussie zullen aanvatten en uiteindelijk ook ter stemming overgaan.

Initiatiefnemer Marius Meremans is al bij al tevreden met de gang van zaken in de Kamer. Al erkent dat hij dat zijn ontwerpdecreet wellicht aangepast zal moeten worden, zelfs als de Kamer en de Senaat de alarmbelmotie zouden verwerpen.

Meremans: ‘Mijn oorspronkelijke ontwerp was vorig jaar ingediend “bij hoogdringendheid”. Dat argument is intussen natuurlijk vervallen. Bovendien verplicht het bestaande decreet de betrokken sociaal-culturele organisaties om hun dossiers ten laatste in december 2019 in te dienen voor erkenning voor de periode 2021-2025. Het nieuwe decreet zal sowieso pas effect hebben voor een volgende termijn.’

‘Het goede nieuws is dat wij intussen de dialoog zijn aangegaan met een aantal etnisch-culturele organisaties die contact met ons hebben opgenomen. Daar is er al veel meer begrip gekomen voor de bekommernissen van het Vlaamse regeerakkoord. Sommige verenigingen hebben daarom al de nodige aanpassingen doorgevoerd in hun werkingsprincipes en activiteiten. De Turkse Unie van Belgie zou mogelijk een naamswijziging overwegen. Dankzij dit ontwerp van decreet is het veld inmiddels in beweging gekomen.’

Maar dat betekent ook dat het inroepen van de ideologische alarmbel enig effect heeft gehad: de dreigende clash tussen de Vlaamse regering en de etnisch-culturele organisaties is op z’n minst een aantal jaren uitgesteld.

Partner Content