Waarom de N-VA geen tranen laat om de IJzertoren

Toen op de begrotingsvergadering van de Vlaamse regering de besparing voor vzw Aan den IJzer ter sprake kwam, gaf minister-president Matthias Diependaele geen kik, en de andere N-VA-ministers evenmin .
Walter Pauli

Wat ondenkbaar leek, is toch gebeurd. Uitgerekend een Vlaamse regering die geleid wordt door N-VA’er Matthias Diependaele heeft de subsidies gehalveerd aan het IJzerbedevaartcomité, ooit het ultieme icoon van de Vlaamse beweging. Wat zit daarachter? ‘Dit is machtsmisbruik à la Elon Musk’, klinkt het bij de betrokken vzw.

Het was op 7 september een mooie primeur van VRTNWS: ‘Vlaams minister van Cultuur Caroline Gennez (Vooruit) gaat de subsidies voor de IJzertoren halveren, zo verneemt onze redactie uit goede bron.’ Inderdaad: op een toelage van 400.000 euro werd er 200.000 geschrapt.

‘Dat kan gevoelig liggen’, voerde de journalist van de openbare omroep eraan toe, want ‘de IJzertoren is niet alleen een herdenkingsmonument voor de Vlaamse gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog, het is ook een symbolische plek voor de strijd voor Vlaams zelfbestuur’. 

Die woelige geschiedenis is nog altijd zichtbaar in Diksmuide. Al is de majestueuze slogan die boven aan de IJzertoren prijkt – AVV-VVK, of in de spelling van toen ‘Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus’ – vandaag behoorlijk oudmodisch, zo niet irrelevant geworden. Het draait ook al lang niet meer om AVV-VVK. Het draait in het Vlaanderen van vandaag natuurlijk allemaal om de ‘V’, om Vlaanderen zelf dus.

Bij de laatste verkiezingen voor het Vlaams Parlement waren de twee nationalistische partijen ook de twee grootste, met schrikbarend grote voorsprong op de concurrentie. De N-VA (23,88 %) en het Vlaams Belang (22,66%) overtuigden samen 46,54% van de Vlaamse kiezers. In het Vlaams Parlement bezetten ze allebei 31 zetels, samen dus 62, of precies de helft van de 124 zitjes.

In cijfers stond het Vlaams-nationalisme politiek nooit sterker dan vandaag. Toch zou uitgerekend in deze context de Vlaamse regering, met een behoorlijk radicale Vlaams-nationalist als Matthias Diependaele (N-VA) als minister-president, de subsidies aan het meest iconische Vlaams-nationale monument met de helft verminderen? De Vlaamse regering die een monument fnuikt dat een plaats kreeg op de Canon van Vlaanderen: kan het surrealistischer?

‘Moeilijke boodschap’

De beslissing werd genomen door de socialistische cultuurminister Caroline Gennez. Maar het was wel haar N-VA-collega Ben Weyts die op de VRT het woord voerde. Weyts is niet alleen Vlaams minister van Erfgoed, maar ook van Begroting. ‘Wij zijn rechtlijnig: als we echt stevig willen ingrijpen op de subsidies, dan moeten we ook moeilijke boodschappen durven te brengen’, verklaarde hij. En: ‘Natuurlijk zullen daar ook instellingen en organisaties bij zijn die ons nauw aan het hart liggen.’

Dat klonk goed. Alleen stroken enkele markante details niet met de waarheid. Ten eerste is de IJzertoren – het monument dus – zijn subsidies niét kwijt. Die komen van Erfgoed en lopen netjes verder. Dat weet Weyts als betrokken erfgoedminister natuurlijk zelf heel goed. De Vlaamse beweging heeft immers niets tegen het monument an sich.

Die Vlaamse beweging – of toch een deel ervan – zit wel in haar maag met de politieke boodschap van de eigenaars van het monument. Wat gemeenzaam het ‘IJzerbedevaartcomité’ wordt genoemd, bestaat eigenlijk uit de vzw Bedevaart naar de Graven aan de IJzer, afgekort Aan de IJzer. Die is de helft van haar subsidies kwijt.

Een argeloze waarnemer vraagt zich dan toch af: waarom zou de N-VA als belangrijkste regeringspartij die organisatie niet steunen? Want de N-VA is doorgaans behoorlijk rücksichtslos in de omgang met subsidies en het afleiden ervan naar ‘initiatieven’ waarmee ze sympathiseert.

Alleen heeft niet voor en zelfs niet tijdens de cruciale begrotingsvergadering van de Vlaamse regering ook maar één N-VA-minister een opmerking gemaakt . Toen cultuurminister Gennez de besparing op Aan de IJzer vermeldde, bleef het aan de kant van de vier N-VA-ministers volkomen stil. Vervolgens was Ben Weyts bereid om die besparing op tv te komen verdedigen. Hij wilde er dus zelf mee naar buiten komen. Om te scoren bij zijn achterban en potentiële kiezers, dat spreekt.

Het gebrek aan verdediging van de subsidies voor Aan de IJzer staat in opvallend contrast met de taaiheid waarmee de N-VA al een paar weken binnenskamers subsidies verdedigt voor een aantal andere klassiek-Vlaamse organisaties, de Vlaamse Volksbeweging (VVB) op kop. Die radicaal-Vlaamse organisatie krijgt al jarenlang slechte rapporten van het departement Cultuur, maar kon het zich blijkbaar veroorloven om daar geen rekening mee te houden en toch haar toelage te behouden.

De leidende mensen van Aan de IJzer vinden een partij als het Vlaams Belang compleet ondemocratisch. Ze steken ook niet onder stoelen of banken dat ze veel moeite hebben met bepaalde beslissingen van de N-VA.

Het VVB is wel een politiek oorlogje waard, de IJzertoren helemaal niet. Wat schuilt daarachter? De oplossing van dat raadsel ligt besloten in het tweede kleine leugentje van Ben Weyts. Hij sprak van organisaties die de N-VA ‘nauw aan het hart liggen’. Wel, daar hoort Aan de IJzer niet meer bij. De leidende mensen van Aan de IJzer – voorzitter Paul de Belder, ondervoorzitter Johan Velghe en afgevaardigd bestuurder Zeger Collier zijn allen lid van de Vlaams-progressieve netwerkgroep Vlinks – vinden een partij als het Vlaams Belang compleet ondemocratisch. Ze steken ook niet onder stoelen of banken dat ze veel moeite hebben met bepaalde beslissingen van de N-VA. Op hun beurt vinden die partijen Aan de IJzer te links, zelfs te woke.

Ook die tegenstelling heeft wortels in de geschiedenis. Tot ver in de jaren 1980 en 1990 was de IJzerbedevaart de jaarlijkse gathering of the clan van alles wat Vlaams en katholiek was, met gemakkelijk 40.000 aanwezigen. In 1992 sprak voorzitter Lionel Vandenberghe de beruchte woorden: ‘Waalse vrienden, laten we scheiden.’ Dat ging als een schok door Franstalig België, Laken inbegrepen.

Al camoufleerde die forse uitspraak de groeiende verdeeldheid binnen de Vlaamse beweging. Het was de eerste IJzerbedevaart na ‘Zwarte Zondag’, de grote electorale doorbraak van het toenmalige Vlaams Blok op 24 november 1991.

Al snel legde het IJzerbedevaartcomité heel andere klemtonen. Op 11 juli 1994 verscheen in De Standaard een al even beruchte vrije tribune, nu met als kop: ‘Vlaamse vrienden, laten we scheiden.’ Een van de drie ondertekenaars was Paul de Belder, toen de ondervoorzitter van het IJzerbedevaartcomité. Het was een statement. De steeds kleinere gematigde vleugel van de Vlaamse beweging zegde de veel grote rechts-extremistische vleugel de wacht aan.

Bovendien had het comité het oude IJzertestament – ‘Zelfbestuur, Nooit Meer Oorlog en Godsvrede’ –gemoderniseerd tot ‘Vrijheid, Vrede en Verdraagzaamheid’. Zeker in die jaren was ‘verdraagzaamheid’ het vaste devies om het Vlaams Blok politiek buitenspel te zetten.

Als reactie verstoorde het Vlaams Blok in 1996 doelbewust de IJzerbedevaart. Vlaams Blok-senator Wim Verreycken dirigeerde een brutale aanval, uitgevoerd door het trommelkorps van het Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ). Toenmalig VU-voorzitter Bert Anciaux herinnert zich ‘hoe mijn zwangere vrouw Damienne een zware klap kreeg op haar buik’.

Historisch Pardon

Het werd nog erger toen historicus Frans-Jos Verdoodt op de IJzerbedevaart van 2000 het zogenaamde ‘Historisch Pardon’ uitsprak. Voor het eerst werden aan het Vlaamse volk, namens een spreker van de Vlaamse beweging, excuses aangeboden voor de historische fout die de collaboratie was geweest. De Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging wijst op het grote belang van dat pardon: ‘Verdoodt doorbrak de cultus van de collaboratie die een halve eeuw op de vlakte had geheerst. Zijn geste werd op boegeroep onthaald door het traditionele, anti-Belgische gedeelte van de toehoorders. Ongetwijfeld droeg het pardon bij tot de definitieve vervreemding van deze laatsten ten aanzien van de bedevaart.’

Enkele van de kopstukken van de Vlaamse Beweging die toen een open oorlog voerden met het IJzerbedevaartcomité zijn vandaag top-N-VA’ers. Vicepremier en minister van Financiën en Pensioenen Jan Jambon was destijds voorzitter van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV), Kamervoorzitter Peter De Roover was dan weer voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging (VVB).

Uiteindelijk koos het dissidente deel van de Vlaamse beweging ervoor weg te blijven van de IJzerbedevaart en verderop, in Steenstrate, jaarlijks een eigen, radicaal-rechtse IJzerwake te organiseren.

De eerste editie van de IJzerwake vond in 1995 plaats, maar de demonen van toen zijn na al die jaren nog springlevend. De ene moet de ander niet, en omgekeerd.

Nochtans is het bestuur van Aan de IJzer best pluralistisch samengesteld. Dat zegt ook Jan Loones, oud-parlementslid en een van de historische stichters van de N-VA. Inmiddels is hij ontslagnemend bestuurslid van Aan de IJzer. Hij erkent dat er spanningen zijn tussen het comité en de politiek, in casu de N-VA. Loones betreurt dat, maar wijst ook op de verantwoordelijkheid van de leidende figuren van Aan de IJzer: ‘Men heeft het er moeilijk mee te aanvaarden dat de N-VA nu eenmaal in de regering zit die beslist over onze subsidies. Waarom kiest men niet voor een dialoog, maar blijft men de oude vijandbeelden koesteren?’

Omgekeerd is er ontevredenheid bij de N-VA met de koers van Aan de IJzer. Het nieuwe IJzergebeuren richt zich al een paar jaar vooral op een moderne invulling van het thema ‘vrede’. Aan de IJzer werkt graag en veel samen met organisaties als Pax Christi en Vluchtelingenwerk Vlaanderen.

Die internationale solidariteit kleurt ook de politieke standpunten waarmee men naar buiten komt. Paul de Belder: ‘Vanuit het IJzertestament zeggen we: “Zelfbestuur gaat ook op voor de Palestijnen. Vrede betekent ook vrede in het Midden-Oosten.” Natuurlijk veroordelen we het militaire optreden in Gaza. En als N-VA-minister Theo Francken voortdurend herhaalt dat “si vis pacem, para bellum” – “wie vrede wil, moet de oorlog voorbereiden” – dan weten wij vanuit de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog dat zo’n oorlogsopbouw onvermijdelijk tot échte oorlog leidt, en tot vreselijk bloedvergieten.’

Machtsmisbruik

Het zijn ook details die het hem doen. De relatie met de N-VA bereikte een dieptepunt toen een lokale afdeling in de IJzertoren een nieuwjaarsreceptie wilde organiseren met als gastspreker, welja, Theo Francken. Dat werd hen geweigerd. De Belder: ‘Onze lijn is duidelijk: we laten de IJzertoren door geen enkele politieke partij gebruiken. Stel dat het Vlaams Belang dat ook zou mogen, dan kunnen ze hier opnieuw hun foute interpretatie van de Vlaamse geschiedenis komen brengen. Niet met ons.’

Maar om daarom de IJzertoren af te doen als ‘woke’ is vele stappen te ver. Dat zegt historicus Bruno De Wever, voorzitter van het Wetenschappelijk Comité van het Museum aan de IJzer. ‘Alles hier wordt historisch correct geduid,’ zegt hij, ‘tot de infobordjes op de monumenten toe’. De Wever voegt daar wel aan toe dat het museum dringend gemoderniseerd dient te worden: ‘De museale opstelling is verouderd, de inhoudelijke klemtonen zijn te onduidelijk. Het is een ratjetoe, met hier nagebouwde loopgraven en ginds uitleg over de geschiedenis van het Vlaamse zelfbestuur. Geen jongere of buitenlandse bezoeker die de samenhang snapt.’

Bruno De Wever droomt van een museum waarin de moeizame omgang van de Vlaamse Beweging met de democratie centraal staat: ‘Dat is ook vandaag de relevante historische boodschap van de IJzertoren. De Vlaamse Beweging zéí wel dat ze vrede wilde. Maar welke vrede, en tot welke prijs?’

Zo’n nieuwe tentoonstelling kost geld. Dat is er niet, en al zeker niet na de halvering van de subsidies.

Paul de Belder, voorzitter van Aan de IJzer, op de jongste IJzerbedevaart. Hij vreest dat de rechtervleugel van de Vlaamse beweging de IJzertoren opnieuw een eng-nationalistische betekenis wil geven.

Paul de Belder vreest dat de N-VA zijn organisatie richting een hellend vlak wil duwen: ook al krijgt Aan den IJzer goede inspectieverslagen van het departement Cultuur, toch worden de subsidies gehalveerd, zonder motivatie. ‘Dat is machtsmisbruik à la Elon Musk.’ Daarmee kan Aan de IJzer onmogelijk voldoen aan de decretale verplichtingen die samenhangen met de status van officieel memoriaal. Dat zal vervolgens leiden tot minder gunstige inspectieverslagen. En dat zou op zijn beurt dan weer een formele reden zijn om de toelage nog verder te verminderen. Tot er niets meer overblijft.

Ziet men spoken in Diksmuide? Of leest men ook gewoon ’t Pallieterke, het goed geïnformeerde maar immer humeurige blad van de radicale Vlaamse rechterzijde? ‘Niet rouwig om verlies van subsidies IJzercomité’, stond er. ‘We werden zelfs overvallen door enig leedvermaak toen we het nieuws vernamen’, want de getroffen vzw is ‘de voorbije decennia verworden tot een links haatclubje’. Zelfs N-VA’ers ‘worden door het huidige bestuur net niet als nazi’s beschouwd’.

Maar het verzet is zich aan het organiseren, aldus ’t Pallieterke: ‘Onder anderen medewerkers van dit weekblad trokken herhaaldelijk aan de alarmbel bij de N-VA-ministers in de Vlaamse regering. Zouden ook zij daarom stiekem blij zijn met deze “besparing”? Als ze erin geslaagd zijn om dit als een toegeving aan minister Gennez te presenteren, in ruil voor andere toegevingen van de socialisten, is dat een geniale zet.’

Besluit: ‘Het is tijd om onze IJzertoren opnieuw op te eisen en hem terug te geven aan de vele honderden flaminganten die hem hebben heropgebouwd. Voor een partij die de Belgische premier en Vlaamse minister-president levert, zou het toch mogelijk moeten zijn om enkele verdiepingen en de weide ter beschikking te stellen van de Vlaamse Beweging? Zo zou de IJzertoren ook weer een stukje in handen komen van de legitieme erfgenamen.’

Zwart op wit schrijft ’t Pallieterke de grote vrees van Paul de Belder uit. Vooral omdat steeds nadrukkelijk gewezen wordt naar Herita als jet aangewezen vehikel om de IJzersite te beheren. Herita is het Vlaams erfgoednetwerk. De directeur is Matthias Francken, tevens oud-kabinetschef van Matthias Diependaele. Aan Knack zegt Francken dat er hierover ‘nog enkel formeel gesprek is gevoerd’, maar dat de kwestie ‘natuurlijk ooit wel eens ter sprake is gekomen’. Want Herita is geïnteresseerd ‘in elk Vlaams erfgoed met historisch belang. Dat geldt natuurlijk voor de IJzertoren’.

Francken benadrukt nadrukkelijk de strikte onafhankelijkheid van zijn organisatie, naar het model van ‘English Heritage’, de beroemde Britse trust. ‘Zoals zoveel organisaties krijgt Herita subsidies van de Vlaamse overheid, maar daarom voeren wij geen politieke agenda uit. Integendeel. Onze koers is politiek neutraal, zelfs apolitiek. Als we een locatie verwerven of in beheer nemen, is dat niet omdat het “moet”. Dan is dat omdat we in de plek potentieel zien. Daaraan gaat een uitgebreide analyse vooraf, inclusief een financieel model waarin de plekken maximaal zelfredzaam moeten functioneren. Onze zorg is erfgoed, niet politiek.’

Rechts-extremisten

Jan Loones is pro: ‘Natuurlijk zou het goed zijn dat Herita erbij komt. Daar mikt men toch op het brede Vlaamse publiek. Ik juich dat toe.’ Vandaar dat Loones zijn zitje in het bestuur van Aan de IJzer zal afstaan aan historica Véronique Lambert – toch als de Algemene Vergadering daarmee instemt. Lambert is bij Herita de regiomanager voor Oost- en West-Vlaanderen. Zijzelf is bestuurder willen worden als privépersoon, benadrukt zij, niet uit hoofde van haar functie bij Herita. Ze werkt overigens al jaren bijzonder goed samen met Aan de IJzer. Vanaf 2009 voerde ze regelmatig opdrachten uit voor het Museum Aan de IJzer. In die zin is haar komst een versterking van het bestuur van Aan de IJzer.

Dat zal nodig zijn. Paul de Belder blijft vrezen dat een niet-politieke toekomst paradoxaal genoeg ruimte zal geven aan hen die de IJzertoren altijd politiek hebben misbruikt en dat straks ook willen en zullen doen: de radicale rechterzijde rond de N-VA en zelfs de extremisten rond het Vlaams Belang. ‘Ik geloof niet in een IJzertoren als louter monument. Stenen spreken niet. Dan kan men de boodschap van de IJzertoren weer naar believen invullen. Welk argument zal Herita hebben als een organisatie – bijvoorbeeld een mantelorganisatie van het Vlaams Belang – een evenement wil organiseren op de IJzerweide? Dan wordt de IJzertoren opnieuw gebruikt als extreem-nationalistisch symbool van een Vlaanderen dat niet meer inclusief wil zijn, maar opnieuw wil uitsluiten. De IJzertoren als decor van de extremistische IJzerwake: ik mag er niet aan denken, maar ik vrees ervoor.’

‘De IJzertoren als decor van de extremistische IJzerwake: ik mag er niet aan denken, maar ik vrees ervoor.’

Hoewel Bruno De Wever zeker niet principieel gekant is tegen de Herita-piste (‘Waarom zou men een neutrale invulling van de IJzertoren vooraf uitsluiten?’) ziet ook hij het potentiële gevaar: ‘Het is de grote verdienste van Aan de IJzer dat men komaf heeft gemaakt met de IJzerbedevaart als jaarlijks verzamelpunt van Europees extreemrechts. Wat ook de toekomst van de IJzertoren wordt, het zal de verantwoordelijkheid zijn van de Vlaamse overheid dat zich dit niet herhaalt.’

Misschien komt er ook een tussenoplossing uit de bus. Een aanpassing van het Memoriaaldecreet, bijvoorbeeld. Met een kleiner decretaal takenpakket zijn lagere subsidies een minder groot probleem. Dat zou een andere, minder ingrijpende piste zijn om de toekomst van de IJzertoren veilig te stellen als een baken van het verdraagzame en naar vrede strevende Vlaanderen. Als daarvoor tenminste dan wel geld zou zijn. En politieke wil.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise