Van halfbakken poging naar baanbrekend project: De Block versus Vandenbroucke op Volksgezondheid en Sociale Zaken

Maggie De Block (Open VLD) en Frank Vandenbroucke (Vooruit). © Belga

Covid-19 onderstreepte nogmaals de noodzaak van een radicale make-over van ons zorgsysteem. Een titanenklus voor Frank Vandenbroucke (Vooruit), die voortbouwt aan de onafgewerkte werven van Maggie De Block (Open VLD).

De verrassende casting van Frank Vandenbroucke als minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken in de Vivaldi-regering wekte hooggespannen verwachtingen in de zorgsector. Vandenbroucke moest niet alleen de coronacrisis beheren, maar ook het ambitieuze hoofdstuk gezondheidszorg en gezondheidsbeleid van het regeerakkoord uitvoeren.

Ook Vandenbrouckes voorganger Maggie De Block begon in Michel I aan een ambitieus hervormingsprogramma, en ook toen werd er veel van verwacht. De Block, eerder succesvol als staatssecretaris voor Asiel en Migratie, was de eerste arts in decennia op het departement. Ze werd in staat geacht te slagen waar haar voorgangers hadden gefaald. Dat ze die verwachting niet kon inlossen, blijkt alleen al uit het feit dat Vandenbroucke zes jaar later door zowat de hele sector als De Verlosser werd ingehaald.

Besparingslogica

‘Ik was destijds enthousiast over de benoeming van De Block’, zegt Jan De Maeseneer, emeritus hoogleraar huisartsengeneeskunde aan de UGent. ‘Maar dat is snel omgeslagen in teleurstelling. De uitwerking van haar hervormingsagenda was ondermaats. Neem nu haar wet op de Gezondheidszorgberoepen uit 2015 die de rollen van de zorgprofessionals afbakent. Die kaderwet had een einde kunnen maken aan de rigide regels die verklaren waarom apothekers geen vaccins mogen prikken. Of waarom de activiteiten van verpleegkundigen worden gedefinieerd door lijsten met voorbehouden handelingen. Helaas is er van die noodzakelijke task shifting weinig in huis gekomen. De Block stond sterk onder invloed van conservatieve artsensyndicaten en andere corporatistische beroepsverenigingen. Daarnaast was er een gebrek aan visie, en dat is precies waar Vandenbroucke het verschil maakt. Zijn beleid vertrekt vanuit een heldere visie op sociale gezondheidsdoelstellingen, en daarin past ook task shifting. Apothekers mogen intussen trouwens wel vaccineren.’

Paul Callewaert, topman van het socialistische ziekenfonds, heeft moeite om in De Blocks erfenis een pluspunt te ontdekken. Misschien het Toekomstpact, een historisch akkoord dat ze in 2015 sloot met de farmasector over de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van geneesmiddelen? ‘Daar zaten positieve elementen in’, geeft hij schoorvoetend toe. ‘Maar in de praktijk werden de budgetafspraken door de farmabedrijven niet gerespecteerd. De Block kwam nooit verder dan goede aanzetten. Ze voerde beleid vanuit een besparingslogica. In haar eerste jaren heeft ze 2,1 miljard euro weggesneden. Daar zit een fundamenteel verschil: de regering-Michel beschouwde volksgezondheid als een kostenpost waarop bespaard moest worden, terwijl Vivaldi investeert omdat ze volksgezondheid ziet als een troef voor de economie, de koopkracht en de arbeidsmarkt.’

De regering-Michel beschouwde volksgezondheid als een kostenpost waarop je moet besparen, terwijl Vivaldi investeert.

Paul Callewaert, voorzitter socialistisch ziekenfonds
Bestuurskracht

Een zwaargewicht uit de zorgsector die liever anoniem blijft, ziet meer nuances. ‘De Block heeft verdiensten. De terugbetaling van de eerstelijns psychologische zorg was een historische doorbraak. Haar sociaal akkoord van 600 miljoen voor de zorg was eveneens puik werk. Toch is de slotbalans mager. De Block wilde eerst besparen om dan te hervormen, maar van dat tweede is weinig in huis gekomen. Op het kabinet-Vandenbroucke zit veel meer bestuurskracht, dat valt op.’

Roel Van Giel, voorzitter van huisartsenvereniging Domus Medica, geeft De Block een pluim voor haar Kwaliteitswet voor gezondheidszorgbeoefenaars. Maar dat doet niets af aan de teleurstelling die hij naar eigen zeggen met de hele sector deelt. Zelfs het zogenaamde Valentijnsakkoord, een wet die het ziekenhuislandschap in netwerken herverdeelt met de belofte van efficiëntere en betere zorg, verandert daar niets aan. ‘Een uitstekend idee maar de uitvoering was chaotisch’, zegt hij. ‘In feite heeft De Block de hervorming bottom-up, vanuit de ziekenhuizen, laten invullen. Het resultaat is ernaar: sommige netwerken tellen achttien ziekenhuizen en overspannen een halve provincie, andere netwerken bestaan uit drie ziekenhuizen. Het is nu aan Vandenbroucke om de scheve situatie via zijn hervorming van de ziekenhuisfinanciering recht te trekken.’

Die hervorming – Jan De Maeseneer noemt het een moonshot project, omdat het zo ambitieus en baanbrekend is – staat in de steigers. Vandenbrouckes plan is allesomvattend en sloopt menig heilig huisje. Meer specialisatie, budgetfinanciering per ziektebeeld, vermijden dat technische prestaties zoals labonderzoek en medische beeldvorming niet uit medische noodzaak maar als bron van inkomsten worden geleverd. Zelfs de ereloonsupplementen en het daaraan gekoppelde systeem van afdrachten aan de ziekenhuizen gaan op de schop. De hele sector houdt de adem in, vooral omdat het gevoel leeft dat het deze keer wel eens zou kunnen lukken.

Covid-19

Ons panel is eensgezind: als Vandenbroucke zijn slag thuishaalt, dan is dat aan enkele intrinsieke kwaliteiten te danken. ‘Hij is gewoon erg intelligent’, zegt De Maeseneer. ‘Vandenbroucke combineert visie met een systematische, wetenschappelijk onderbouwde aanpak. Dat blijkt ook uit de manier waarop hij alle stakeholders in zijn veranderingsproces meeneemt. Hij luistert niet alleen naar ziekenfondsen of artsensyndicaten, maar naar iedereen die argumenten aandraagt.’

En het covidbeleid? Geen goed vergelijkingspunt, vindt het panel. De Block werd pas in de nadagen van haar ministerschap, als lid van een regering in lopende zaken, met het totaal onbekende virus geconfronteerd. Toen Vandenbroucke een half jaar later overnam, kreeg hij een pak voortgeschreden inzicht als startbonus.

Volgende week

Binnenlandse Zaken met Annelies Verlinden (CD&V) en Jan Jambon (N-VA), en Werk & Economie met Pierre-Yves Dermagne (PS) en Kris Peeters (CD&V).

Partner Content