Minister Bacquelaine (MR) vs. Lalieux (PS): hoe de focus verschoof van pensioenleeftijd naar minimumpensioen

Daniel Bacquelaine (MR) en Karine Lalieux (PS). © Knack
Peter Casteels

Met een barbecue probeerde Alexander De Croo vorige week een pensioenhervorming goedgekeurd te krijgen. Voorlopig zonder resultaat. De stilstand staat in contrast met het werk van de regering-Michel.

Op een gouden dienblaadje kreeg de regering-Michel een pensioenhervorming aangeboden. Terwijl N-VA, CD&V, Open VLD en MR zaten te onderhandelen, kwam de Commissie Pensioenhervorming aan het begin van de zomer van 2014 met haar langverwachte eindrapport. Onder leiding van Frank Vandenbroucke (Vooruit), een jaar eerder aangesteld door minister van Pensioenen Alexander De Croo (Open VLD) in de regering-Di Rupo, werkte ze een totaalpakket aan maatregelen uit om de vergrijzing betaalbaar te houden. In het regeerakkoord werd er weliswaar uitvoerig naar het werk van de commissie verwezen, maar haar voorstellen werden maar gedeeltelijk overgenomen. ‘De regering deed aan cherrypicking’, herinnert Ria Janvier zich. Ze was lid van de commissie en is gewoon hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen. ‘De nieuwe regering keek wat er in haar kraam paste.’

De belangrijkste maatregel die de regering-Michel nam, stond niet in het eindrapport: het verhogen van de pensioenleeftijd tot 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030. Die beslissing stond overigens ook in geen enkel verkiezingsprogramma van de regeringspartijen, maar pensioenminister Daniel Bacquelaine (MR) kon ermee uitpakken tegenover de Europese Commissie, die van ons land al veel langer grondige hervormingen vroeg. Naast die beslissing op de lange termijn nam Bacquelaine ook heel wat andere maatregelen, zoals de afschaffing van de pensioenbonus en de (verdere) verstrenging van het brugpensioen oftewel het ’stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag’. Al in 2015 kwam de studiecommissie voor de vergrijzing tot de conclusie dat die hervormingen de vergrijzingskosten op lange termijn lieten zakken met 2,1 procent van het bbp.

Een fatsoenlijk pensioen is een politieke keuze, net zoals fatsoenlijk onderwijs.

Demograaf Patrick Deboosere (VUB)

‘Bacqelaine werd, in tegenstelling tot zijn opvolgster Karine Lalieux (PS), gesteund door de hele regering’, zegt Janvier. ‘Hij kon een liberaal beleid voeren en heeft ook in de ambtenarenpensioenen gesnoeid. De afschaffing van de diplomabonificatie is daar één voorbeeld van. Algemeen kunnen we ons wel afvragen of alle verstrengingen net als het verhogen van de pensioenleeftijd uiteindelijk geen vestzak-broekzakoperatie worden. Mensen moeten ook in staat zijn om langer te werken, en dat lukt hen niet altijd. Ze vallen nu vaak uit voor ze met pensioen kunnen, en krijgen vervolgens een ziekte-uitkering. Dat kost de overheid natuurlijk ook geld.’

Andere inkomsten

Demograaf Patrick Deboosere (VUB) ergert zich al lang aan wat hij de ‘technocratische’ manier noemt om naar de vergrijzing te kijken. In plaats van het systeem te versoberen en het zo betaalbaar te houden, wat de regering-Michel probeerde, gaan we beter op zoek naar andere inkomstenbronnen om het hele systeem te financieren. ‘Het verouderingsproces van de mens is niet veranderd’, verklaart Deboosere. ‘Een menselijk lichaam is nog altijd hetzelfde als honderd jaar geleden. Zeker mensen met zware beroepen kunnen vanaf een bepaalde leeftijd gewoon niet meer. De verhoging van de pensioenleeftijd had er nooit mogen komen. Het is een politieke keuze of wij ouderen een fatsoenlijk pensioen willen geven, zoals het ook een politieke keuze is dat we jongeren fatsoenlijk onderwijs geven.’

Onder de regering-De Croo veranderde de focus danig, en dat begon al tijdens de verkiezingscampagne in 2019. De betaalbaarheid van het systeem stond niet langer centraal. Zowat elke partij deed een voorstel om de minimumpensioenen op te trekken. Het is ook een van de weinige beslissingen die ondertussen werden genomen: gradueel stijgt het minimumpensioen de komende jaren richting 1500 euro netto. Marjan Maes, pensioenexperte van de KU Leuven die ook enkele jaren minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) in de regering-Michel adviseerde, begrijpt niet waar die focus vandaan komt. ‘Er zijn slimmere manieren om de armoede onder gepensioneerden te verlagen, als dat de bedoeling was’, legt ze uit. ‘Dit is bovendien een hele dure maatregel, die de vergrijzingskosten weer aanzienlijk doet stijgen. In plaats van eerst de minima te verhogen, had men minstens ook gelijktijdig een hervorming van de toekenningsvoorwaarden moeten ondernemen. Herinnert u zich nog de twee Waalse vriendinnen Caroline en Virginie? De vriendin die 40 jaar als zelfstandige had gewerkt, kreeg een lager pensioen dan de vrouw die 6 jaar had gewerkt en jarenlang werkloos was geweest. Die aberraties in het minimumpensioenstelsel bestaan nog steeds.’

In september 2021 kwam Karine Lalieux met een aantal voorstellen om de pensioenen verder te verbeteren. Ze focust daarbij vooral op vrouwen, die in vergelijking met mannen vaak nog steeds slechter af zijn. Sindsdien is er echter geen enkel voorstel afgeklopt. De regering hoopt voor 21 juli een consensus te bereiken, maar de verwachtingen zijn niet hooggespannen. Maes gelooft er ook niet dat er nog een grote hervorming zal komen. ‘Ik heb geen hoop, nee. Het regeerakkoord was heel vaag, terwijl het in zulke moeilijke dossiers belangrijk is om juist alles gedetailleerd uit te werken. Men zal straks dus misschien echt de belastingen moeten verhogen om de pensioenen te kunnen betalen. De vraag is dan natuurlijk wie die belastingen zal betalen.’

Babyboomers

Ook Janvier betwijfelt of er nog een pensioenhervorming die naam waardig zal komen. ‘Het is moeilijk om met zo veel verschillende partijen tot een consensus te komen’, denkt ze. De tijd dringt nochtans, als het al niet te laat is. De babyboomers gaan namelijk nu met pensioen, en het is die generatie die het hele systeem dreigt te ontwrichten. ‘Geen enkele politicus wil aan verworven rechten of in ieder geval verworven verwachtingen raken’, aldus Janvier nog. ‘Eender welke hervorming levert pas op de lange termijn iets op, terwijl de babyboomers al de komende jaren afzwaaien.’

Knack Licht door

Drie jaar na de verkiezingen en in de aanloop naar het zomerakkoord lichtte Knack de prestaties van de Vivaldi-regering door. Minister na minister gingen we na wat deze regering al gedaan heeft gekregen, en welke werven open bleven liggen. Om alles wat in perspectief te plaatsen, vergeleken we het werk van Vivaldi met dat van de Zweedse regering onder leiding van Charles Michel. We sluiten af met de ministers van Pensioenen en van Financiën.

Partner Content