Stijn Bruers

‘Stop met campagnes tegen glyfosaat en voer meer campagnes tegen vlees, eieren en melk’

Stijn Bruers Moraalfilosoof en voorzitter van Effectief Altruïsme België.

Een verbod op glyfosaat is goed bedoeld, maar ongegrond, schrijft Stijn Bruers. Er bestaan effectievere campagnes. ‘We moeten streven naar een voedselproductie met minder of geen dieren en minder of geen land.’

Het recente rapport over glyfosaat van de European Food Safety Authority (EFSA) doet de discussie over ’s wereld meest gebruikte onkruidverdelger weer oplaaien. De milieubeweging eist een verbod, maar is dat wel zo’n goed idee?

Allereerst: er is duidelijk nog geen wetenschappelijke consensus dat glyfosaat te gevaarlijk of ongezond zou zijn voor gebruik in de landbouw. Volgens het International Agency for Research on Cancer (IARC) is glyfosaat vermoedelijk kankerverwekkend, maar volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en Voedsel en Landbouworganisatie (FAO) is het gebruik ervan in de landbouw voldoende veilig voor consumenten.

Het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) zegt dat het beschikbare wetenschappelijke bewijs niet voldeed aan de criteria om glyfosaat als kankerverwekkend te classificeren. Veel andere regelgevende instanties, zoals het Amerikaanse milieubeschermingsagentschap EPA, de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA), het Canadese Health Canada en de Australische Pesticides and Veterinary Medicines Authority hebben glyfosaat veilig verklaard.

En áls de stof al kankerverwekkend is, dan zegt dat nog niets over de dosis. Glyfosaat vormt volgens de IARC een kankerrisico, in de zin dat de stof kanker kán veroorzaken mits een voldoende hoge dosis. Aan zo’n hoge dosis komen we niet snel.

(Lees verder onder de preview)

Kernenergie

Glyfosaat wordt geviseerd omdat het de meest gebruikte herbicide is. Maar glyfosaat is ook een van de veiligste onkruidverdelgers. Andere herbiciden zijn al gauw meer dan honderd keer gevaarlijker. Mocht men dus glyfosaat verbieden, dan zou men niet meer dan een klein procent van het gebruik mogen vervangen door een andere herbicide. Anders neemt de toxiciteit van herbicidegebruik toe.

Het is hetzelfde verhaal als bij kernenergie: bij een kernuitstap mag niet meer dan een klein procent van de kernenergieproductie vervangen worden door fossiele brandstoffen, of het aantal doden door vervuiling, ongevallen en klimaatverandering neemt toe. Want kernenergie is minstens honderd keer veiliger en klimaatvriendelijker dan fossiele brandstoffen.

Als andere herbiciden niet eerst worden verboden, gaan boeren bij een glyfosaatverbod overschakelen op giftiger alternatieve herbiciden, waardoor de vervuiling toeneemt. Als die andere herbiciden dan ook meteen worden verboden, kunnen boeren overschakelen op mechanische methoden voor onkruidbestrijding, zoals grondbewerking en ploegen. Deze methoden verminderen dan weer de bodemkwaliteit en verhogen het brandstofverbruik, de CO2-uitstoot en de bodemerosie.

Als die andere methoden om onkruid te bestrijden dan toch ook niet gebruikt worden, kan men proberen het tegen te gaan met handarbeid, maar dit zou de arbeidskosten en dus de voedselprijzen drastisch verhogen. En als er geen onkruidbestrijdingsmethode wordt toegepast, zal dit resulteren in lagere gewasopbrengsten, wat betekent dat meer landbouwgrond nodig is, ergo, meer ontbossing en meer verlies van natuurgebied.

Het is dus niet zo simpel om een goed alternatief voor glyfosaat te bedenken.

Gezien het gebrek aan bewijs dat alternatieven voor glyfosaat beter zijn voor de gezondheid van mens en milieu, is het misschien te vroeg om aan te dringen op een verbod ervan. We moeten eerst goed weten wat er zou gebeuren als we glyfosaat verbieden.

De resultaten van een  landbouwkundig economisch onderzoek zijn niet bepaald hoopgevend. Een wereldwijd verbod op glyfosaat zou kunnen leiden tot een inkomensverlies van boeren ter waarde van 7 miljard dollar per jaar, een toename van 12 procent van de milieu-impactquotiënt (ecotoxiciteit) van herbiciden, een toename van 2,6 miljoen ton CO2 per jaar en een extra gebruik van 760.000 hectare landbouwgrond.

Misschien denk je dat die wetenschappelijke studies over de veiligheid en de economische en ecologische voordelen van glyfosaat onbetrouwbaar zijn omdat ze gefinancierd werden door bijvoorbeeld Monsanto, dat belang heeft bij de verkoop van glyfosaat?

Tegenstanders van glyfosaat waarschuwen ervoor dat de studies die de veiligheid van glyfosaat aantonen, bevooroordeeld zijn vanwege de nauwe banden tussen wetenschappers en de pesticide-industrie. Maar nee, veel van die studies zijn onafhankelijk, de onderzoekers werden niet betaald door de industrie. En wat de glyfosaattegenstanders niet vermelden, is dat er ook in hun kamp potentiële financiële belangenconflicten kunnen spelen.

Een verontrustend voorbeeld is de situatie van de Amerikaanse wetenschapper Chris Portier: hij stelde voor dat het IARC glyfosaat zou beoordelen en dat hij als externe deskundige zou deelnemen aan het glyfosaatpanel van het IARC. Meteen nadat het IARC glyfosaat als waarschijnlijk kankerverwekkend beoordeelde, werd Portier een dikbetaalde procesadviseur voor advocatenkantoren die rechtszaken aanspanden tegen Monsanto namens eisers die beweerden dat hun kankers werden veroorzaakt door glyfosaat.

Het gaat om grote bedragen: die advocatenkantoren eisen schadevergoedingen voor de kankerpatiënten ter waarde van honderden miljoenen dollars, waarvan ze zelf hoge percentages opstrijken als honorarium. Ze azen dus op miljoenen euro’s. Omdat IARC-rapporten dienen als bewijs in rechtszaken, kunnen zo al snel belangenconflicten optreden tussen het IARC en wetenschappers die door advocatenkantoren worden ingehuurd in rechtszaken tegen industrieën. In ieder geval, mocht een expert die beweert dat glyfosaat veilig is gelijkaardige belangenconflicten hebben met de agrochemische industrie zoals Portier heeft met antiglyfosaat-belangenorganisaties, dan zouden milieuactivisten die expert scherp bekritiseren en wantrouwen. Toch zien we dat zijn belangenconflicten sterk worden geminimaliseerd door bepaalde milieuorganisaties.

(Lees verder onder de preview)

Focus op veeteelt

De campagne voor een onmiddellijk verbod op glyfosaat doet waarschijnlijk meer kwaad dan goed. Een campagne voor meer biolandbouw en agro-ecologie zal ook niet veel lonen, want die productiemethoden hebben ernstige nadelen (zoals meer landgebruik).

Hebben we geen effectievere campagnes?

Ja, begin met het verbieden van de gevaarlijkste pesticiden op de markt en promoot onderzoek naar betere alternatieven voor glyfosaat. Maar er zijn twee maatregelen die wel heel effectief zijn: het verminderen van veeteelt en van grondgebonden landbouw. We moeten streven naar een voedselproductie met minder of geen dieren en minder of geen land.

Wat is het probleem met dierlijke landbouw? Voor de productie van vlees zijn gemiddeld vier keer meer granen en soja (voor veevoer) nodig dan voor de productie van plantaardige eiwitrijke producten. Dit betekent dat vlees vier keer meer herbiciden nodig heeft dan veganistische alternatieven. En om terug te komen op het IARC: die heeft bewerkt vlees, van ham en worst tot hamburgers en chicken nuggets, niet beoordeeld als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’, maar stellig als ‘kankerverwekkend’. Het wetenschappelijk bewijs dat bewerkt vlees ongezond is, is dus een pak sterker dan dat van de gezondheidsimpact van glyfosaat.

Wat is het probleem met grondgebonden landbouw in de open lucht? Dat er veel landoppervlakte voor nodig is, uiteraard. Dat ze vatbaar is voor extreme weersfenomenen zoals hevige neerslag en droogte. Maar vooral dat ze vatbaar is voor plagen en onkruid. Dan zijn onkruidverdelgers (zoals glyfosaat), bodembewerking of laagproductieve productiemethoden nodig. Dan krijgen we giftige stoffen, bodemerosie en ontbossing. Dat kan beter, met verticale landbouw of indoor farming. We kunnen onze eiwitten, koolhydraten, vetten, groenten, fruit en noem maar op veel effectiever produceren in gebouwen die veilig afgeschermd zijn van de omgeving en waar het zonlicht, water en nutriënten effectiever benut worden door de gewassen en micro-organismen.

Dus als advies aan de milieubeweging: stop met campagnes tegen glyfosaat en voer meer campagnes tegen vlees, eieren en melk. Stop met het promoten van biodlandbouw, en promoot in de plaats diervrije en landvrije (grondloze) voedselproductie.

Stijn Bruers is auteur van Goed Bedoeld. Dertig valkuilen voor de wereldverbeteraar (Houtekiet).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content