Walter De Smedt

‘Rechters kunnen hun politieke overtuiging niet opleggen, ze voeren uit wat de politiek heeft beslist’

Walter De Smedt Strafrechter op rust, enige Belg die ooit zowel lid was van het Comité P als het Comité I

Gewezen strafrechter Walter De Smedt reageert op een opiniestuk van Jean-Marie Dedecker over de repatriëring van zes kinderen van IS-vrouwen en hun moeders. ‘Wat kan je van de rechterlijke beschikking meer maken dan wat er uitgebreid en gemotiveerd in staat?’

Fabriceren rechters in kortgeding uit allerhande Verklaringen, Pacten en Verdragen rechtsgronden die zelfs de grootste criminele daden verrechtvaardigen, ook in kortgeding? Leggen rechters een eigen maatschappijbeeld en politieke overtuiging op via vonnissen en arresten? Als dat waar is, zoals Jean-Marie Dedecker in zijn meest recente opiniestuk beweert, dan is het hoog tijd dat de wetgever daar wat aan doet, want dan is er geen rechtsstaat meer. En als een kortgedingrechter ook naar de supranationale regelgeving wijst om zijn beschikking te motiveren, dan is er ook voor de internationale instellingen groot werk aan de winkel. Hoe komt het dan dat zoiets niet gebeurt.

Rechters kunnen hun politieke overtuiging niet opleggen, ze voeren uit wat de politiek heeft beslist.

In een opinie mag je van alles beweren zonder het te moeten bewijzen. Voor een rechter is dat geheel anders: hij is gebonden door zowel de wetten als de internationale verdragen, hij kan er zich niet van ontdoen, en moet publiekelijk aangeven waarom hij tot een bepaalde uitspraak komt. Tegen iedere eerste rechterlijke uitspraak is ook steeds beroep en cassatie mogelijk en is er zelfs verhaal mogelijk bij een internationale instelling als het Mensenrechten Hof.

Dat rechters hun eigen politieke overtuiging via vonnissen en arresten kunnen opleggen is daarom volkomen onjuist. Overigens zouden al die rechters, de Belgische van eerste aanleg, deze in beroep en in cassatie en ook deze van een internationale instelling dan toevallig dezelfde politieke overtuiging hebben die dan bovendien nog gelijkvormig in tegenspraak zou zijn met wat de wetgever, nationaal als internationaal, er over heeft opgelegd. Is er dan in deze materie een complot van activistische rechters over de gehele wereld verspreid waardoor zij allen tot een eenvormige rechtsspraak komen? Waarom nemen de politici van de verschillende landen dan geen wetgevend initiatief om dat te stoppen?

Het tegendeel is net gebeurd: de overgrote meerderheid van lidstaten van de Verenigd Naties stemde het pact van Marrakesh. Dat activistische rechters allerhande Verklaringen, Pacten en Verdragen misbruiken om hun eigen politiek te voeren is dus een fabeltje. De feiten bewijzen het tegendeel: de rechters voeren uit wat de politiek heeft beslist.

Het recente debat over de beschikking van de kortgedingrechter waardoor de Belgische staat verplicht wordt hulp en bijstand te verlenen aan Belgische moeders en hun kinderen die in een vluchtelingenkamp verblijven gaat eigenlijk over eenvoudige vragen. De moeders werden veroordeeld door een Belgische rechtbank tot effectieve gevangenisstraf, de kinderen, minder dan zes jaar oud, verblijven in erbarmelijke en gevaarlijke toestanden in een vluchtelingenkamp. De Koerdische overheden vragen dat de Belgische overheden hun verantwoordelijkheid zouden nemen voor de Belgische moeders die ongevraagd naar ginder gingen om er te strijden voor het terrorisme, waarvoor zij in België werden veroordeeld, en hebben daarom aangifte gedaan met het oog op repatriëring.

Wat moet de Belgische rechter daarmee doen? Niets doen is voor hem geen optie want dan pleegt hij rechtsweigering wat overigens strafbaar is. De gemakkelijkste oplossing is de moeders én kinderen te laten waar ze zijn. Maar is dat wel in overeenstemming met de regels? En kan je kleine kinderen aan dat lot overlaten?

Is er een kinderrechtenverdrag nodig om te beseffen dat kinderen jonger dan zes jaar in het kamp in de meest erbarmelijke toestanden verblijven en gezien de oorlogsomstandigheden de kans reëel is dat zij het niet zullen overleven? De toepassing van het verdrag is voor de rechter hier een evidentie: repatriëring. Maar wat moet hij met de moeders doen? Het gaat hier om vrouwen van Belgische nationaliteit die door een Belgische rechtbank werden veroordeeld tot gevangenisstraf. Deze celstraf kan door de Koerdische overheid worden uitgevoerd. Maar die overheid vraagt repatriëring naar het land van oorsprong. Wat zouden wij doen indien wij in de plaats van de vreemde overheid moesten zijn? Over die vraag was er een lang debat dat besloten werd door een politieke beslissing om personen die in België zijn veroordeeld hun straf niet hier maar in het land van oorsprong te laten uitzitten: repatriëring dus.

Wat is er activistisch aan dat de kortgedingrechter dezelfde regel toepast, zij het in de omgekeerde richting? Die rechter besluit ook dat gezien de veroordeling tot gevangenisstraf die moet worden uitgevoerd. Dat is het enige wat hij kan doen: de niet-uitvoering of de gewijzigde uitvoering is de verantwoordelijkheid van de politieke overheid. Wat kan je van de rechterlijke beschikking meer maken dan wat er uitgebreid en gemotiveerd in staat?

Wie handig is met de pen en over een uitgebreide verbeelding beschikt kan over dit eenvoudig probleem een gehele afwijkende opinie schrijven. Maar daarmee beantwoord je niet de eenvoudige vragen die aan de rechter werden gesteld, en geeft je evenmin een duidelijke oplossing die in overeenstemming is met de regels en voorschriften. In tegendeel: je ondermijnt er het vertrouwen mee van de burger in de instellingen en zij die er deel van uitmaken. Dat neigt meer naar laster dan naar populisme.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content