Wordt de ‘verklaring op eer’ een tandeloos instrument? ‘Zonder controle, geen begroting,’ dreigt Vooruit

Volgens minister van Financiën Ben Weyts beschikt Vlaanderen niet over de fiscale instrumenten om de verklaring op eer te controleren.
Han Renard

Het lijkt erop dat Vooruit met ‘de verklaring op eer’ bij de aanvraag van premies een kat in een zak heeft gekocht. Toch zeker als het afhangt van minister van Financiën Ben Weyts (N-VA). In zijn begroting staat er nul euro extra inkomsten uit terugvorderingen voor ingeschreven.

Vooruit zette er de voorbije weken sterk op in. De partij zou er paal en perk aan stellen dat ‘de poetsvrouw meebetaalt voor de studies van Henri, de zoon van de CEO.’ ‘Dat gaan we aanpakken’, aldus Vooruit. Anders gezegd: geen met belastinggeld bekostigde studiebeurzen meer voor rijkeluiskinderen.

In het Vlaamse begrotingsakkoord van vorig weekend is afgesproken dat mensen bij het aanvragen van sociale premies, zoals een studietoelage of een verlaagd tarief in de kinderopvang, een verklaring op eer moeten ondertekenen. Daarin verklaren ze dat ze naast hun loon geen andere roerende inkomsten hebben (zoals dividenden en interesten).

De verklaring op eer is de praktische vertaling van wat in het Vlaams regeerakkoord het ‘verruimd inkomensbegrip’ heet. Vooruit spreekt zelf van een ‘vermogenstoets’, maar die term is N-VA en CD&V een gruwel wegens te veel gelijkend op ‘vermogenskadaster’.

Vandaag kunnen bedrijfsleiders, zelfstandigen, of artsen en advocaten die werken via managementvennootschappen zichzelf een minimumloon, of zelfs helemaal geen loon uitkeren. De rest van hun vermogen blijft in de vennootschap. Op die manier kunnen mensen met een hoge levensstandaard toch in aanmerking komen voor sociale premies. Ethisch dubieus, maar perfect legaal.

Zwak en zielig instrument

Met de invoering van de verklaring op eer wil Vooruit met deze praktijk korte metten maken. De achterliggende gedachte is dat mensen in de toekomst twee keer zullen nadenken. Want als bij controle blijkt dat in de verklaring op eer is gelogen over aanvullende (roerende) inkomsten, kunnen terugvorderingen en boetes volgen.

‘Toch is zo’n verklaring een zwak en zielig instrument,’ zegt arbeidseconoom Ive Marx (Universiteit Antwerpen). ‘Hopelijk gaat er enig afschrikkend effect van uit, maar veel verwacht ik er niet van. Dit is geen manier van werken in een moderne welvaartstaat. In andere landen worden sociale voordelen toegekend op basis van reële inkomens, niet alleen loon, maar ook spaartegoeden, aandelen, vastgoed, enzovoort. De overheid koppelt die data aan elkaar. Hier roepen tegenstanders een spookbeeld op. Alsof zo’n inkomenskadaster een stap naar een totalitaire staat zou zijn. Maar premies geven aan mensen die het niet nodig hebben, is geldverspilling.’

Armoede-expert en professor aan de Universiteit Antwerpen Bea Cantillon hekelt wat ze ziet als een voorkeursbehandeling van de hogere inkomens. ‘Vreemd toch,’ zegt ze, ‘dat politici niet verder komen dan een verklaring op eer voor de rijkeren en de hogere middenklasse, terwijl voor de armen die naar het OCMW moeten zware middelentoetsen gelden.’

Sociale uitgaven, vervolgt Cantillon, zijn veel minder herverdelend dan we vaak denken. ‘De hoogste inkomenscategorieën krijgen ongeveer evenveel als de lagere.’ Om sociale uitgaven eerlijker te verdelen, is een verklaring op eer op zijn best een ‘flauw begin,’ vindt ze. ‘Misschien kan een voldoende specifiek formulier bij ondertekenaars toch wat ongemak veroorzaken, en leiden tot een vorm van zelfselectie.’

Geert Noels over het Vlaams begrotingsakkoord: ‘Dit is niet de laatste saneringsronde’

Afschrikkingseffect

De verklaring op eer staat of valt met de controle, zegt professor Financiële Economie Kenneth De Beckker (KULeuven en Open Universiteit). ‘Mensen zullen formeel moeten beloven dat ze naast hun loon geen andere inkomsten hebben. Wie dan doelbewust dingen achterhoudt, stelt zich bloot aan vervolging. Maar als de komende jaren blijkt dat de verklaring op eer nauwelijks wordt gecontroleerd, dan verdwijnt het afschrikkingseffect.’

Of er daadwerkelijk zal worden gecontroleerd, is op dit moment een heel groot vraagteken. De daarvoor benodigde financiële gegevens zitten om te beginnen bij het federale niveau. ‘De Vlaamse belastingdienst heeft wel inzage in de database van de personenbelasting van de FOD Financiën, maar dat geldt niet voor eender welk Vlaams agentschap dat premies uitkeert,’ zegt Ive Rosseel, fiscaal expert bij de christelijke vakbond ACV.

Bovendien zijn dividenden niet zichtbaar in de belastingaangifte. ‘De fiscus heeft daar eigenlijk het raden naar.’ Aanwijzingen van het bezit van aandelen zijn weliswaar op te sporen via de jaarrekeningen die veel, maar zeker niet alle bedrijven en vennootschappen moeten indienen bij de Nationale Bank en bij het UBO-register (een register met de achterliggende begunstigden van vennootschappen). Ook bij het federaal Centraal Aanspreekpunt (CAP), een database waar banken twee keer per jaar alle rekeningen invoeren, kan de Vlaamse of federale fiscus op zoek naar aanwijzingen voor dividenden, zoals het bezit van een effectenportefeuille. ‘Maar ook hier geldt: van de Vlaamse diensten heeft alleen de Vlaamse belastingdienst toegang, als men het CAP überhaupt wil gebruiken als controleorgaan’, zegt Rosseel.

Vlaams minister van Financiën en Begroting Ben Weyts laat alvast verstaan dat hij zich niet de moeite zal getroosten om aan te gaan achter de financiële gegevens die de politieke trofee van Vooruit tanden zouden kunnen geven. ‘Vlaanderen heeft de fiscale instrumenten niet om de verklaring op eer te controleren’, klinkt het laconiek op zijn kabinet. ‘Uit voorzichtigheid is op dit moment in de begrotingstabellen dan ook 0 euro inkomsten ingeschreven voor de verklaring op eer.’

Bij coalitiepartner Vooruit klinkt het dat er zonder een akkoord over de controle op de verklaring op eer, geen akkoord komt over de begroting. ‘Wat Weyts zegt, is zijn probleem, maar geen controle betekent geen begroting.’

De verklaring op eer baadt op dit moment sowieso nog in vaagheid. Alle praktische details moeten nog worden uitgeklaard.

Geert Noels over het Vlaams begrotingsakkoord: ‘Dit is niet de laatste saneringsronde’

Stuitend

Zeker is wel dat het ‘verruimd inkomensbegrip’ waarop de Vlaamse verklaring op eer zal stoelen eigenlijk niet zo heel erg ruim is opgevat. De Vlaamse overheid zal weliswaar niet meer alleen kijken naar je loon om na te gaan of je recht hebt op een premie, maar van andere inkomsten komen vrijwel alleen dividenden in het vizier. Werkelijke huurinkomsten, vastgoed, opgespaarde vennootschapsreserves en andere vormen van vermogen blijven buiten schot.

Ook door die beperkte reikwijdte denkt fiscaal expert Ive Rosseel dat de impact van de verklaring op eer ‘veeleer gering’ zal zijn. ‘Een bedrijfseigenaar is ook niet verplicht om zichzelf jaarlijks een dividend uit te keren. Hij kan onder bepaalde voorwaarden de winst na belastingen als reserve in de vennootschap parkeren. Op het einde van de rit, bij de liquidatie van de vennootschap, kan hij zich dan tegen een gunstig fiscaal tarief laten uitbetalen. Maar die reserves maken uitdrukkelijk geen deel uit van het politieke compromis van de Vlaamse regering over de verklaring op eer.’

Gaat die verklaring op eer, zoals ze nu is opgevat, dan verhinderen dat de poetsvrouw nog meebetaalt aan de studiebeurs van Henri? ‘Het is een stap in de goede richting’, meent Ive Rosseel, ‘maar er zal gewerkt moeten worden aan de invulling van dat verruimd inkomen en de controleketen. Het is wel stuitend dat minister Weyts nu al laat uitschijnen dat de wetgeving waarvoor hij straks bevoegd is, eigenlijk een lege doos is.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise