Premier Bart De Wever (N-VA) wond er op het openingscollege politicologie aan de UGent geen doekjes om: ‘Op één januari zullen we beelden zien waar we niet vrolijk van worden. Dat is het gevolg van hervormingen die we vijfentwintig, dertig jaar te laat hebben genomen: de beperking van de werkloosheid in de tijd.’
‘Eens om de tien jaar ben ik welkom in de Stad van Licht en Liefde om een gastcollege te geven’, zo stak Bart De Wever met zichtbaar genoegen van wal. Op het door de Gentse politoloog Carl Devos georganiseerde gastcollege stond De Wever ditmaal niet als N-VA-voorzitter of burgemeester van Antwerpen, maar als eerste minister van het koninkrijk België. Vandaar dat hij geen of amper ‘nieuws’ bracht: pech voor wie gekomen was om – al was het maar heel even – de premier zijn meerderheid in gevaar te horen brengen.
In een goed voorbereid, glashelder en niet van enige tongue in cheek-humor gespeend betoog verklaarde en verdedigde hij het sociaal-economische luik van het regeringsbeleid, inbegrepen de harde aanpak van langdurig werklozen, langdurig zieken en van grote categorieën toekomstige gepensioneerden.
Het was de rode lijn in zijn betoog: België is een land met een foute leeftijdsstructuur, dalende competitiviteit, torenhoge schuldenberg en een migratie die vooral bij de vrouwen tot veel te veel werkloosheid heeft geleid. Om de welvaart te kunnen redden die nodig is om onze ‘welvaartsstaat’ te financieren, zullen er maatregelen genomen moeten worden. Harde maar ook hoogst noodzakelijke maatregelen.
Zelfs wie het politiek grondig met De Wever oneens is, zal moeten toegeven dat hij zijn stelling met flair gebracht had, waarbij hij met enig genoegen de zaal uitdaagde en provoceerde. Er is aan de premier een uitstekend universitair docent verloren gegaan, die zonder moeite twee uur lang een publiek wist te boeien met zijn referaat over het nieuwe inleveringsbeleid. Wie het vooraf niet eens was, zal achteraf niet bekeerd zijn. Maar zijn motivatie waarom de regering kiest voor de harde, pijnlijke weg, was op zijn minst het overdenken waard.
Provocaties
Bij momenten leek Bart De Wever wel een jongere versie van de vorig jaar overleden Leuvense historicus Lode Wils, ooit de promotor van De Wevers licentiaatsthesis. Ook Wils genoot ervan als hij zijn publiek van eerder links-progressieve studenten uit zijn comfortzone kon halen met een paar welgemikte prikken en provocaties. Dat zet tenminste aan tot nadenken en (tegen)argumenteren.
Zeker in deze tijden is zo’n franc-parler meegenomen. De Wever had overschot van gelijk toen hij wees op het uitzonderlijke, ongewone karakter van dit tijdvak. ‘De jaren 1950 bijvoorbeeld waren ook geen rustige tijd, maar de geschiedenis was niet in beweging. Vandaag beweegt de geschiedenis, en dat in een rotvaart. Hoe sneller dat wij ervan doordrongen zijn dat wij moeten meebewegen, hoe vlugger we uit de problemen kunnen komen.’
‘AI is the next big thing, maar in Europa hebben we helaas geen relevante AI-bedrijven. We hebben wel al een volledig regelgevend kader.’
En die problemen worden elke dag groter. De Amerikaanse techsector is dominant, Europa staat erbij en kijkt ernaar. De Wever: ‘U kent het cliché: America innovates. China duplicates. Europe regulates. Daar zit iets in. AI is the next big thing, maar in Europa hebben we helaas geen relevante AI-bedrijven. We hebben wel al een volledig regelgevend kader. Dat zal ons beschermen tegen een economie die we zelf nooit gaan zien. Maar we zijn wel volledig ingedekt. Wees gerust, Europeaan. Slaap verder.’
‘Juiste’ migratie
Als eerste minister van België stak hij niet onder stoelen of banken dat de lamentabele situatie in buurlanden als Nederland en Frankrijk hem grote zorgen baart. De Wever wees migratie (en hoe ze is verlopen) als een van de zeer fundamentele oorzaken. Die heeft immers geleid tot een ‘opstoot van racisme en extremisme in Europa’: ‘Zelfs in Duitsland, een land dat men historisch immuun zou wanen tegen extreemrechts, halen die partijen 20 procent en meer.’ Gevolg: extreme partijen, van rechts maar recenter ook van links, veroorzaken ‘een spiraal waarbij ongenoegen polarisatie veroorzaakt’, en hun electoraal succes ‘verkleint de marge van redelijke partijen om te besturen’, waardoor landen onbestuurbaar worden. In dat Europa zijn we wakker geworden. Frankrijk is onbestuurbaar geworden en Nederland is volstrekt onbestuurbaar geworden.’
De Wever hield zijn publiek voor dat het niet anders kan dan dat er méér Europese integratie komt, méér bevoegdheden die weggetrokken zullen worden van de lidstaten naar het Europese niveau.
Niet dat De Wever een Eurokritisch of antimigratiediscours afstak. Tien jaar geleden was de N-VA nog een zeer koele minnaar van de Europese Unie, in Gent hield De Wever zijn publiek voor dat het niet anders kan dan dat er méér Europese integratie komt, méér bevoegdheden die weggetrokken zullen worden van de lidstaten naar het Europese niveau. En in Gent zette hij de noodzaak van ‘juiste’ migratie – van migranten met economisch en maatschappelijk nuttige en noodzakelijke profielen – in de verf met de zeer Antwerpse figuur van Christoffel Plantijn.
De Wever: ‘Plantijn was een Fransman. Hij heeft nooit Nederlands gesproken. Toch huldigen we hem als een van de grootste Antwerpenaren ooit. Hij was wel van het soort migrant dat vandaag naar Amerika trekt. Hij was een groot talent en een wonder als ondernemer, het type dat nu overal neerstrijkt behalve in Europa. ‘Labor et constantia’ was zijn motto – werk en volharding.’
Sociaal model
Labor et Consantia: als zijn regering een wapenschild met spreuk zou voeren, dan zou dat Latijnse gezegde erop prijken. De Wever verdedigde vastberaden de door de vakbonden en veel opiniemakers stevig gecontesteerde lijn dat er meer mensen langer aan het werk moeten, en dat dit niet zonder sancties en andere ongezellige maatregelen kan.
De Wever is namelijk een grote voorstander van de sociale zekerheid, zegt hij. Alleen is ze vandaag veel duur, wegens veel te uitgebreid. En zo’n onbetaalbare sociale zekerheid leidt tot minder welvaart, en dus tot meer ongelijkheid. Dus, samengevat, het is sociaal om de sociale zekerheid aan te pakken. En niet het minst de heavy gebruikers ervan. Want ‘als de sokkel wegvalt, de economische welvaart’, zullen ook de zuilen die de welvaartsstaat schragen, zeer snel barsten vertonen.’ Al is het ook de bedoeling – de goede verstaander hoorde het hem zeggen – om toch een deeltje van het sociaal uitgespaarde geld naar de economie en de industrie te sluizen – en wat is dat anders dan ‘naar de bedrijven’? Het was De Wever zelf die zijn metafoor verder uitwerkte: ‘Dat met het steengruis dat uit die zuilen valt, we in de mate van het mogelijke de sokkel zelf wat steviger kunnen maken’.
De sociale zekerheid is vandaag veel te duur, wegens veel te uitgebreid. En zo’n onbetaalbare sociale zekerheid leidt tot minder welvaart, en dus tot meer ongelijkheid.
Zijn publiek mocht het in de oren knopen: ‘Bij ongewijzigd beleid, dus zonder fundamentele wijzigingen, zal ons sociaal model instorten. Dat zal misschien niet meer tijdens mijn leven gebeuren, maar met mathematische zekerheid tijdens dat van jullie wel.’ Omdat – ‘en dat is mijn politieke opinie’ – we te exclusief de nadruk zijn gaan leggen op herverdeling.
Dat is natuurlijk de grote verantwoordelijkheid – het kwam er dan toch uit – van links. De Wever: ‘De dogmatische linkerzijde trekt zelfs het concept groei in twijfel. Groei was zogezegd een fixatie van rechts. Niet groeien en zelfs krimpen werd het nieuwe objectief van links en zeker van de ecologische beweging. Zelfs PS-voorzitter Paul Magnette heeft dat concept van degrowth omarmd. Daar kwam nog een klimaatsaus over: wie nog spreekt over groei, helpt de planeet naar de verdoemenis. Zij zijn niet alleen intellectueel juist maar vooral moreel correct. Ik ben natuurlijk kil, koud en onmenselijk.’
Franstalig België
De Wever aanvaardt zijn lot: minder geld naar pensioenen, onderwijs, werkloosheidsuitkeringen: iedereen ontevreden. De Wever: ‘Er zal altijd iemand zijn vinger opsteken: “Jij hebt de welvaartsstaat afgebroken.” Dus whatever you do, you screwed it. Maar we doen alsof we niet zien dat het anders moet. We blijven maar spenden. want anders ben je koel en asociaal. Een sterke sociale zekerheid, ik ben er absoluut voorstander van. Maar die moet betaalbaar blijven. En anders zal die ook niet sociaal blijven. ‘
Maar niet iedereen ziet dat dus zo. De Wever: ‘Ik kan aannemen dat dit leidt tot protest. Maar alles met mate alstublieft. Gaan we staken en de boel lamleggen om te behouden dat een groot aantal invaliden eigenlijk helemaal geen invalide blijken te zijn, zoals blijkt uit recente cijfers van het Riziv?
De premier en de vakbonden, het zal een moeilijke relatie blijven. De Wever: ‘Het Brusselse ABVV roept de werklozen op om een opleiding te volgen voor een knelpuntberoep. Hun argument: ‘Dan hebt u twee jaar langer recht op een werkloosheidsuitkering.’ Dat noem ik: een zieke mentaliteit. Voor het ABVV moet de werkloze niet geactiveerd worden. Het is een schande dat hij niet werkloos mag blijven.’ Dat zie je zeker in Franstalig België ook aan de reacties op tv van gewone mensen: de shock van het idee om te moeten werken alleen, zo van: ‘Hoezo wordt er van mij nog iets verwacht?’
De premier zei ook dat sociaal overleg binnen de Groep van Tien ‘bij momenten een hallucinant karakter’ heeft. ‘Alsof de realiteit buiten niet bestaat. Alsof wij in een soort cocon leven.’
‘Dat u ziek wordt verklaard en vervolgens niemand nog naar u omkijkt tot uw pensioen, ook dat zal in een zeer nabije toekomst tot het verleden behoren.’
Maar de eerste minister is niet van plan in te binden: ‘Op één januari zullen we beelden zien waar we niet vrolijk van worden. Ik kan u dat nu al voorspellen en het zal zo zijn. Dat is het gevolg van hervormingen die we vijfentwintig, dertig jaar te laat hebben genomen: de beperking van de werkloosheid in de tijd. Daar zullen we door moeten. Net als de langdurig zieken. Dat u ziek wordt verklaard en vervolgens niemand nog naar u omkijkt tot uw pensioen, ook dat zal in een zeer nabije toekomst tot het verleden behoren.’
Achteraf was een beschaafd maar gemeend applaus zijn deel.