Portret van Jos D’Haese, de TikTok-communist met 133.000 volgers

©  GF
Peter Casteels

De dertigjarige PVDA’er Jos D’Haese is, voor een Vlaams politicus, ongemeen populair op TikTok. Wie is de man achter dat succes? Knack ging praten met zijn partijgenoten, zijn tegenstanders en zijn moeder.

De Amerikanen zijn nog erger dan de Chinezen. Dat is de repliek die u krijgt als u Jos D’Haese erop wijst dat hij met TikTok een sociaal medium gebruikt dat in Europa zwaar onder vuur ligt en voor Belgisch, Vlaams en Waals overheidspersoneel verboden is. Het is nog maar de vraag of TikTok privacygegevens van zijn gebruikers deelt met de Chinese overheid, stelt D’Haese, maar bedrijven als Facebook doen dat zeker wel met de Amerikaanse overheid. In plaats van TikTok te verbieden, komen er beter strengere regels voor alle sociale media.

Dat u dat alvast weet.

Vorige week kon u in Knack lezen dat Jos D’Haese, de dertigjarige fractieleider van de PVDA in het Vlaams Parlement, TikTok-filmpje per TikTok-filmpje de Vlaamse jeugd verovert. Zijn partij hikt in peilingen tegen de lat van de 10 procent aan, maar onder jongeren is D’Haese een van de weinige politici die er nog echt uitspringen. Zijn TikToks worden vaak honderdduizenden keren bekeken, met uitschieters van boven één miljoen views. Hij doet dat bovendien ook nog eens met zijn interpellaties in het Vlaams Parlement, een plek die niet meteen bekendstaat voor haar enthousiasmerende effect op jongeren. ‘Ik heb soms zelf nog het gevoel dat ik beland ben op het jaarlijkse congres van boekhouders’, zegt D’Haese over zijn werkplek sinds de verkiezingen van 2019. Maar terwijl andere politici zich op TikTok van hun onnozelste kant laten zien – soms quirky, vaak cringe – heeft D’Haese het alleen over politiek.

Ik waardeer zijn durf wel en hij kan het debat naar zijn hand zetten.

Maurits Vande Reyde (Open VLD)

‘Mensen die niet op TikTok zitten, hebben er vaak een verkeerd beeld van’, zegt Ben Van Duppen, zoon van de bekende in 2020 overleden arts en PVDA-politicus Dirk Van Duppen. ‘Ik heb een doctoraat in de kwantumfysica en leer soms nog iets bij over heel ingewikkelde wiskunde op TikTok.’ Van Duppen is PVDA-districtsschepen in het Antwerpse Borgerhout, waar ook D’Haese woont, en een generatiegenoot. Ook Reinout Van Zandycke van Exposure, die gespecialiseerd is in politieke communicatie online, vindt het slim om TikTok uit te kiezen als medium. ‘D’Haese heeft de stijl van TikTok goed in de vingers’, zegt hij. ‘Hij denkt duidelijk eerst na welke video hij wil maken en stemt daar dan zijn interpellaties in het parlement op af. Hij vermeldt soms een populair muzieknummertje, zodat hij het er later onder kan monteren. Andere politici stellen eerst hun vraag in het parlement, en kijken achteraf of ze dat op sociale media kunnen uitspelen. Bovendien is TikTok een medium waarop veel jongeren zitten die in 2024 voor het eerst gaan stemmen. Het is veel makkelijker om die nieuwe kiezers te overtuigen dan mensen die al voor een andere partij hebben gestemd van mening te doen veranderen.’

Babybetoger

Jos D’Haese komt uit een dieprood nest. Hij is de zoon van kunstenaar Lebuïn D’Haese en Mie Branders. Branders is dokter bij Geneeskunde voor het Volk in Hoboken en zit in de Antwerpse gemeenteraad. Ze is al heel lang actief in de PVDA en gaf dat engagement mee aan haar drie zonen. ‘Ik bracht de verhalen van mijn patiënten en de sociale realiteit waar zij in Hoboken in leven mee naar huis’, vertelt Branders. ‘Dat engagement hebben we ze wel met de paplepel ingegeven: als baby al is Jos willens nillens mee gaan betogen tegen van alles en nog wat. Wij gingen ook elk jaar als kookploeg mee voor de zomerkampen van Licht en Liefde, voor kinderen die blind of slechtziend zijn. De jongens werden daar later ook begeleider. Jos was al heel snel geïnteresseerd in politiek. Als tiener begreep hij veel beter dan ik hoe de Antwerpse Lange Wapper-brug in elkaar zat en vooral wat er mis mee was. Hij kon dat toen ook al heel goed uitleggen aan iedereen die het maar wilde horen.’

Het is pas in zijn studententijd dat D’Haese actief wordt in de PVDA, bij de studentenorganisatie Comac. Net als Ben Van Duppen raakt hij verkozen in de studentenraad van de Universiteit Antwerpen. In die periode, herinnert Van Duppen zich, zetten ze samen een protestactie op tegen de afschaffing van een busverbinding tussen de universiteitscampus en het stadscentrum. De Lijn, en vooral de onderfinanciering ervan door de overheid, behoort nog steeds tot de populairste onderwerpen van D’Haese.

(Lees verder onder de preview)

New kid in town

In 2018 raakt D’Haese verkozen in de districtsraad van Borgerhout, en in 2019 komt hij samen met drie andere PVDA’ers in het Vlaams Parlement. Hij is dan nog maar 26 jaar. De partij had eigenlijk gehoopt dat hij vijf jaar eerder, in 2014, al zou zijn verkozen. Maar toen kreeg de PVDA nipt niet genoeg stemmen om de kiesdrempel in de provincie Antwerpen te halen. In 2019 maakt de partij D’Haese meteen fractieleider van de officieuze PVDA-fractie – voor een volwaardige fractie zijn vijf verkozenen nodig. Toenmalig partijvoorzitter Peter Mertens (‘Ik bedien beter de Facebook-vrienden van deze wereld dan de TikTok-generatie’) noemt die keuze vandaag een berekende gok. ‘Het was al in 2014 duidelijk dat hij barstte van het talent: Bart Somers (Open VLD) is me dat tijdens die campagne ook eens komen zeggen nadat hij een schooldebat had gedaan met Jos’, vertelt Mertens. ‘We hadden heel veel vertrouwen in hem, maar ik was ook wel benieuwd naar hoe het ging aflopen. Hij was in het Vlaams Parlement echt the new kid in town, want de PVDA was totaal nieuw daar. Jos moest ook nog eens opboksen tegen het verwijt dat hij het zoontje van is, terwijl het ondertussen eigenlijk andersom is: Mie is de moeder van Jos in plaats van Jos de zoon van Mie.’

D’Haese en zijn collega’s leren snel de weg kennen in het parlement. De Tijd kwam onlangs met een onderzoekje naar de bezigheden van alle Vlaams Parlementsleden, en daaruit kwam D’Haese als een van de betere. Hij staat in de top vijf van parlementsleden met de meeste tussenkomsten. Aan het begin van de bestuursperiode van de regering-Jambon komt de partij al met een eerste relletje over het wagenpark van de regering: minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) blijkt zelfs een jaguar op zijn kabinet te hebben staan. De PVDA vindt daarmee ook snel de weg naar de media, die zo’n nieuws groot overnemen. Het zijn zulke politieke dossiers waar ze de meeste aandacht mee trekken. D’Haese zit momenteel ook achter de consultancy-uitgaven van de Vlaamse regering aan, en hij bracht het pensioenschandaal in de Kamer naar het Vlaams Parlement. ’s Ochtends klaagde hij het aan op de radio, en ’s middags waren de regels al veranderd. Ook die dossiers speelt D’Haese uiteraard gretig uit op TikTok. Hij schuift zijn hand niet zo vaak naar de binnenzak als PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw met zijn bekende poenpakkersgebaar, maar soms zijn z’n TikToks ook plat. ‘Wat is dat toch met politici die altijd overal geld moeten gaan zoeken’, vraagt hij zich af over Jo Vandeurzen (CD&V), terwijl hij met z’n handen graait. Vandeurzen lag onder vuur voor een consultancyopdracht van één dag op het departement Welzijn dat hij vroeger als minister leidde.

‘Ik waardeer zijn durf wel: het hele parlement tegen jou in het harnas jagen en je niet van de wijs laten brengen’, zegt Maurits Vande Reyde (Open VLD) over zijn collega. Hij zit sinds 2019 in het Vlaams Parlement en ging als jongerenvoorzitter vroeger vaak in debat met D’Haese. ‘Hij hanteert dezelfde stijl in het parlement als tijdens die schooldebatten en valt vaak aan met een verbaal spervuur. Hij kan het debat naar zijn hand zetten. Je ziet dat zijn tegenstanders in de vallen trappen die hij voor hen spant.’ Elders in het parlement is er meer kritiek te horen op de stijl van D’Haese. ‘In alle eerlijkheid: dat pensioendossier heeft de PVDA goed aangepakt’, zegt Hannelore Goeman, fractieleidster voor Vooruit. ‘Jos is een sympathieke kerel, maar ik erger me vaak aan zijn stijl. Mogen politici nog het zout op hun patatten verdienen van de PVDA? We moeten wel redelijk blijven. In andere dossiers komt de partij meestal met weinig onderbouwde oplossingen. Het echte parlementaire werk, weg van de sociale media, laat soms ook te wensen over. PVDA’ers spiegelen hun kiezers liever luchtkastelen voor. Dat is niet realistisch, en daarmee voed je op lange termijn alleen de antipolitiek.’

Klassenjustitie

‘Plat? Daar ben ik het niet mee eens’, zegt Peter Mertens over de stijl van zijn partijgenoot. ‘Jos en Raoul zijn wel hard, ja. Niet iedereen moet zo’n stijl hanteren, dat zou niet goed zijn. Maar een partij heeft spitsen nodig die aandacht trekken. Elke spits heeft daarvoor zijn eigen trucjes.’ Ook Mie Branders is niet onder de indruk als we haar voorleggen dat we de TikToks van haar zoon soms wat plat vinden. Ze heeft zelf TikTok niet op haar smartphone staan, maar kent zijn standpunten uiteraard maar al te goed. ‘Zijn toon is niet overdreven hard’, zegt zij. ‘Jos noemde de uitspraak in de zaak-Sanda Dia meteen klassenjustitie. Vindt u dat dan niet? Ik nodig u uit om in mijn wachtzaal één iemand te vinden die dat proces geen voorbeeld van klassenjustitie vond. Jongeren met kleur worden elke dag voor helemaal niks tegengehouden door de politie, en vliegen soms voor een prul in de gevangenis. Dat achtervolgt hen voor de rest van hun leven, terwijl die studenten van Reuzegom niks te vrezen hebben. Jos verwoordt wat die gasten voelen en denken, omdat hij tussen hen leeft. Nee, ik moet zeggen dat ik ontroerd was toen ik Knack vorige week las. Dat mijn zoon jongeren raakt, inspireert en hoop weet te geven in de politiek: ik vind dat echt heel schoon.’

D’Haese studeerde in Antwerpen biologie, en ook twee jaar geneeskunde. Hij wilde lange tijd in de voetsporen van zijn moeder treden als arts, maar ook milieu en klimaat zijn heel belangrijke thema’s voor hem. Als tiener was hij niet actief bij de jeugdbeweging van de PVDA, maar wel bij de Jeugdbond voor Natuur en Milieu. D’Haese werd op zijn twaalfde vegetariër, maar daar hield hij vorig jaar mee op. ‘Het maakt toch niet uit wat ik als individu doe’, zegt D’Haese erover. ‘In de jaren dat ik vegetariër was, toen er ook steeds meer mensen minder vlees aten, is de veestapel in Vlaanderen alleen maar groter geworden. Waarom zou ik dan lastig doen op een barbecue met vrienden? Het is de landbouwsector die duurzamer moet worden.’

Jos en Raoul zijn hard, ja. Maar een partij heeft spitsen nodig die aandacht trekken.

Peter Mertens, voormalig partijvoorzitter van de PVDA

De PVDA heeft een bijzondere houding in het klimaatdebat. De partij profileert zich heel duidelijk op het thema. Ze was telkens met een grote delegatie aanwezig op de klimaatbetogingen en bracht eind vorig jaar nog Doe de switch uit, een boekje met klimaatoplossingen. Er loopt één rode draad door de voorstellen van de PVDA: mensen, en zeker de gewone man, mogen er niet door worden geraakt. D’Haese komt met die houding soms zelfs tegenover minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) te staan in het parlement. De partij was ook een van de eerste pleitbezorgers om de btw op gas en elektriciteit te verlagen, ook al zijn maar weinig economen en klimaatactivisten daar voorstander van. ‘Voor mensen betekent de strijd tegen de opwarming van de aarde vandaag belastingen, belastingen, belastingen’, zegt Ben Van Duppen, die net als D’Haese meeschreef aan Doe de switch. ‘Voor bedrijven is het van subsidies, subsidies, subsidies. Gaan we vliegen echt duurder maken, als we de trein ook gewoon goedkoper kunnen maken? Gaan we autorijden zwaarder belasten terwijl op hetzelfde moment nog altijd bespaard wordt op De Lijn? Dat maakt mensen cynisch over het klimaat, terwijl deze strijd superbelangrijk is.’

Noord-Korea

D’Haese heeft, we zeiden het al, een donkerrode stamboom. Hij werd zelf pas in 2010 lid van de PVDA, twee jaar na het grote vernieuwingsproces waarmee de partij onder impuls van Peter Mertens komaf probeerde te maken met haar stalinistische verleden en sektarische trekjes. Zijn moeder was toen natuurlijk al vele jaren lid, en het is niet heel moeilijk om daar sporen van te vinden. Op haar Wikipedia-pagina staat nogal prominent een verwijzing naar een reis die ze in de jaren negentig op uitnodiging van de communistische partij aldaar naar Noord-Korea maakte, toen ook al een dictatuur. ‘Ik ben dertig jaar arts en in heel mijn leven tien dagen in Noord-Korea geweest’, reageert Mie Branders. ‘Iemand vindt het blijkbaar heel belangrijk dat die vermelding daar blijft staan. Ik zou vandaag nooit meer terug willen naar dat land, niemand wil er nog wonen. Maar ik was toen jong en benieuwd naar hoe ze daar een poging deden om een ander soort samenleving op te bouwen. Dat was duidelijk niet het geval. Die militaristische dictatuur verdedigen wij totaal niet.’

In het Vlaams Parlement wijzen de politieke concurrenten erop dat de partij nog altijd veel moeite heeft met resoluties over buitenlandse conflicten, zeker als het gaat over het terechtwijzen van landen als China en Rusland. ‘Ideologisch promoot de PVDA ondertussen een fastfoodversie van de communistische leer, maar in die debatten horen we de echte communisten weer spreken’, merkt Vande Reyde op. Ook commentator Bart Eeckhout schreef onlangs in De Morgen dat de PVDA nooit echt zal kunnen doorbreken in Vlaanderen, zolang er geen geloofwaardig ‘stalinistisch pardon’ komt. Voor Anton Jäger, een jonge, linkse denker die onlangs Des te erger voor de feiten uitbracht, ligt de toekomst open. ‘Het Vlaams Belang heeft minstens een even moeilijke relatie met haar verleden, en het legt die partij bepaald geen windeieren.’

Jäger ziet het verleden van de partij op een ander moment terug opdoemen. Hij wijst erop dat in De Grote Peiling van Het Laatste Nieuws en Le Soir twee weken geleden de drie linkse families in België – Vooruit/PS, Groen/Ecolo en PVDA/PTB – ondertussen 72 van de 150 Kamerzetels halen. Een linkse meerderheid lijkt in België niet meer ondenkbaar. ‘De vraag zal zijn of Vooruit en de PS bereid zijn ernstig te onderhandelen met de PVDA, of dat ze haar uiteindelijk ook wegzetten als een aangebrande partij.’ Vandaag werken Groen en Vooruit, bijvoorbeeld in Borgerhout waar D’Haese woont, samen met de PVDA, en is het enkel ter rechterzijde dat soms nog de roep om een cordon sanitaire rond de partij weerklinkt.

(Lees verder onder de preview)

Stalin

‘Hoe vaak willen jullie dat ik herhaal dat Stalin een massamoordenaar was’, vraagt D’Haese als repliek op de kritiek. ‘Enkel voor sommige journalisten en rechtse trollen is dat nog een onderwerp, op straat word ik er nooit over aangesproken. Die resoluties in het Vlaams Parlement over buitenlandse kwesties worden ook alleen maar ingediend om ons te pesten. Het Vlaams Parlement heeft zich nog nooit uitgesproken over een genocide, waarom nu ineens wel over de Holodomor? (een hongersnood die in de jaren dertig van de vorige eeuw door de Sovjet-Unie in Oekraïne werd georganiseerd, nvdr.) Onder historici is daar trouwens nog altijd discussie over. Geschiedenis is een serieuze zaak, geen speeltje om tegenstanders mee aan te vallen.’ Gevraagd of D’Haese lid was geworden van de PVDA van voor het vernieuwingscongres, antwoordt hij van wel. ‘Maar ik had me waarschijnlijk binnen de partij wel kritisch uitgelaten’, zegt hij. ‘Ook toen was het in de eerste plaats een partij van geëngageerde mensen. De vorige generaties hebben zich laten meeslepen en fouten gemaakt, maar ik heb enorm veel respect voor hen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content