Louis Tobback: ‘Elke burgemeester die met Roma te maken had, kreeg er ooit ambras mee’

© Belga
Walter Pauli

Dat bij Vooruit over racisme praten extra moeilijk ligt, komt natuurlijk door Rousseaus tirade over de Roma.

Hoezeer Louis Tobback, net als het gros van zijn partijgenoten, ook verbijsterd was toen hij vernam in welke concrete bewoordingen Conner Rousseau had gescholden op de Roma, een punker en diens lief, toch vindt de oud-burgemeester van Leuven het niet verkeerd dat een politicus spreekt over de problemen die Roma met zich kunnen meebrengen. Had De Standaard een paar weken na Rousseaus ontslag trouwens geen uitvoerige reportage gebracht over de Roma in Gent, met als kop ‘In De Gentse wijk Muide lopen de spanningen met de Roma op: “Nergens hebben ze respect voor.”’?

In een tweede, nog niet gepubliceerde passage uit hogervermeld interview ging Louis Tobback uitgebreid in op zijn eigen ervaringen. ‘Nadat Conner in de problemen was geraakt met zijn uitspraken over de Roma (maar toen we de letterlijke woorden van de PV nog niet kenden) schoof ik op zijn vraag aan bij het RTL-programma C’est pas toujours dimanche van Christophe Deborsu. Daar zat ook een afgevaardigde van de Roma in Sint-Niklaas. Ik heb die man gezegd: “Ik ken geen enkele burgemeester met Roma op zijn grondgebied die er geen ambras mee heeft gehad.” Hij kon er niet veel op zeggen. Met behulp van Vlaamse subsidies hebben we vanaf 1995 in Leuven gezorgd voor een deftig terrein met vaste sanitaire voorzieningen en een zaaltje. Daar konden ze staan met hun caravans. Wij hebben ook gezorgd voor een sociale assistente, een dame voor wie de begeleiding van de Roma haar levenswerk was. Zij maakte afspraken met twee schooltjes uit de buurt zodat de Romakinderen er onderwijs konden volgen. Want laten we eerlijk zijn: ze werden overal elders weggejaagd.’

‘Probleemloos is die relatie nooit geweest. De mensen van onze technische dienst weigerden na een tijd om de sanitaire voorzieningen nog te herstellen: “We hebben ze al zes keer opgelapt en telkens opnieuw zitten we tot onze ellebogen in de vuiligheid.” Als onze sociaal assistente er één dag eens niet was, gingen die kinderen ook niet naar school. De buurt hebben we alleszins geen plezier gedaan met het aanleggen van dat terrein. Alle buren van het Romakamp zijn intussen vertrokken. Als er één zou zijn overgebleven, zou die gegarandeerd voor het Vlaams Belang stemmen. Het probleem van die mensen is dat het nomaden zijn die nu een vaste standplaats hebben. Dat zorgt overal voor spanning. Als burgemeester zorgde ik ervoor dat de afspraken nog een beetje werden nageleefd. Als de huurachterstand te hoog was opgelopen of bij andere problemen, riep ik de chefs bij mij – ze heetten bijna allemaal ‘Modest’. Ze kwamen dan in hun beste kostuum naar het stadhuis, ik ontving hen in onze mooiste zaal en schold hen daar de huid vol. Het zijn geen slechte mensen. Ze hebben gewoon een andere cultuur. Vandaar dat er problemen zijn met de omwonenden. Zoals ook in Sint-Niklaas.’

Partner Content