Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Je kan iemand pas van weerwoord dienen door hem zijn mening te laten zeggen’

‘Door het wegcensureren en juridiseren van andere of foute meningen is politieke correctheid een proces geworden tot uniformering van de publieke opinie’, schrijft Jean-Marie Dedecker. In zijn laatste column van 2022.

Op de Gentse feesten stond er in juli een reuze grote foto van Dries Van Langenhove, de extreemrechtse dandy en gouwleider van het studentenclubje Schild & Vrienden. Het was een display die dienst deed als urinoir. Lach- en plasplezier voor linkse veganistische kombuchawappies en zatte frustraten. Neergepoot voor flagellatie uit de schaamstreek en geseling met de roede van de preutsheid. De techniek van de ontmenselijking van de politiek incorrecte slechterik van wie men het publiek op die manier wil laten geloven dat hij niets beter verdient dan haat en bestraffing. De schandpaal als alibi voor middeleeuwse “eerlijke betering”.

De stad aan de Leie heeft een historische band met vernedering. Keizer Karel V joeg op 3 mei 1540 de om genade smekende en in het boetekleed gehulde stroppendragers door de stad en bracht en passant 25 van hun volksmenners om het leven. Gent houdt van masochisme en viert haar nederlagen. We zijn echter iets beschaafder geworden. In plaats van iemand lichamelijk te vernietigen, vuren we nu onze scheldwoorden en verwensingen op iemand af. Een twitterprogrom van vloek en vervloeking door toetsenbordlafbekken en zolderkamerterroristen is een beproefd middel geworden.

Eigen schuld, dikke bult, zou je zeggen, want Van Langenhove & Co worden immers zelf beschuldigd van rioolracisme en allerhande intellectuele blasfemie voor het maken en versturen van wansmakelijke en walgelijke racistische internetmemes op de sociale media. Straks moet Van Langenhove er voor de vierschaar van de loge-rechtbank verschijnen. Zijn vonnis staat al vast. Hij zal er gevierendeeld worden, maar eerst moet hij nog met het hoofd door het schandblok, vrij te bekogelen als slecht kwaadaardig mens. De deugmeute heeft bloed geroken, bang voor het Belang. In de tribunalen van de rechtvaardigingsbeweging wordt immers stalinistische zelfbeschuldiging verlangd, en dat is aan de gouwleider van Schild & Vrienden niet besteed. Het is echter een valse veronderstelling dat je zelf witter wordt door de ander zwart te maken.

Er is geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om de vuil gebekte en blaffende Van Langenhove te verdedigen. Zelfs medelijden vind ik het gevoel van de machteloze, maar na vijfentwintig jaar zeteltijd in de pluche van het parlement herken ik als ervaringsdeskundige het mechanisme van de ongebreidelde heksenjacht. Het Parket-Generaal vroeg vorige week nog de opheffing van mijn parlementaire onschendbaarheid om mij te kunnen doorverwijzen naar-zegge en schrijve-het Hof van Assisen waar moordenaars en terroristen terechtstaan. Mijn crimineel persmisdrijf bestaat erin dat ik in 2018 een verkiezingspamflet uitgegeven heb zonder de vermelding van een verantwoordelijke uitgever, niettegenstaande mijn portret en naam pertinent als auteur op de eerste pagina prijken. Justitie als handpop van het politiek establishment. Barbertje moet hangen. Klokkenluiders worden monddood gemaakt, maar wie verdacht wordt van corruptie krijgt absolutie zonder biechten van de Opus Dei-hogepriesters met een hermelijnen kraag.

De vrije meningsuiting is mij heilig en zelfs absoluut. Ik geloof namelijk dat je iemand pas van weerwoord kan dienen en eventueel ontmaskeren door hem zijn mening te laten zeggen. Hoe hoger de aap in de boom klimt, hoe beter hij zijn kont laat zien. Hoe driester Dries wordt, hoe meer hij zichzelf ontmaskert. Met zijn sarcastische onderbuiktweet over een etnisch-segregatie-experiment naar aanleiding van het verbod op Frontnacht toonde hij zich volgens mij eerder geestelijk gestoord dan ideologisch verstoord.

Is Filip Dewinter nog een nagel onder het zadel van Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken, dan is Dries Van Langenhove een bed van kopspijkers. Tegenstanders hebben bloed geroken om het Vlaams Belang te treffen.

Dit is echter geen vrijgeleide voor halve zolen uit het beeldschermlandschap om zowel Van Grieken als Dries Van Langenhove als Untermenschen af te serveren of niet als mensen te beschouwen, zoals Fien Germijns hen deze zomer uitspuwde in het VRT-quizprogramma Switch. Of zoals Lieven Trio in een “onschuldige” filmrecensie in De Morgen schreef: In een winters bos ziet de achtjarige Rudi iets dat hem zo hard doet schrikken dat hij niet meer wil praten. Een beer? Graaf Dracula? Dries Van Langenhove?’  

De gouwleider als de ideale punchball voor de deugelite die mekaar complimenteert met laaghartige slagen onder de gordel. Ontmenselijking is fascistische spinnerij en komt uit het handboek van de nazi’s. Tot wat dit kan leiden kunnen we zelfs aan Pim Fortuyn niet meer vragen. Zijn kogel kwam van links omdat hij gedurfd had de morele rottingsgeur rond het asielgeklungel en het rioolracisme aan te klagen in de uitdovende polderdemocratie.

Door het wegcensureren en juridiseren van andere of foute meningen is politieke correctheid een proces geworden tot uniformering van de publieke opinie. Een vrijgeleide voor de pensée unique. Maar als een opinie een delict wordt, klopt de dictatuur aan de deur. Waar men het oordeel over deze opinie doorschuift naar de rechters, worden deze als vijgenblad gebruikt voor politieke angsthazen. De linkse Amerikaanse taalkundige en gewezen presidentskandidaat Noam Chomsky vloog ooit naar Parijs om de Franse negationist Robert Faurisson te verdedigen met de boutade: “Het recht op vrije meningsuiting is zinledig als het alleen geldt of verdedigd wordt voor meningen die men goedkeurt. Juist wanneer het om bijzonder schokkende meningen gaat, die lijnrecht indruisen tegen de eigen overtuiging, moet dat recht feller dan ooit verdedigd worden.” Van Langenhove is volgens mijn bescheiden mening zelfs geen Holocaustontkenner, maar zelfs een fan van de apartheidsstaat Israël, al is het uit walging voor de terreurdaden van Hamas.

Ik worstelde me tijdens de prachtige zwoele avonden van de afgelopen vakantiemaanden door de zeer verdienstelijke historische roman van Johan Op de Beek over de Franse Revolutie. Ik verheugde me met het cliché over Voltaire, de vader van de gedachte, dat je tolerant moet zijn voor meningen, schokkende principes en stuitende overtuigingen waarmee je het uitgesproken oneens bent. Dat er niet zoiets bestaat als een recht om “niet beledigd” te worden. Dat het eenieder vrij staat om aanstoot te nemen aan de uitspraak van een ander, maar dat het ons niet het recht geeft om andermans vrijheid van mening af te nemen, want kritiek wordt dan gecriminaliseerd.

Maar in tegenstelling tot zijn historisch aureool was Voltaire in wezen even hypocriet als onze huidige politiek correcte deugpronkers. In werkelijkheid reserveerde hij de vrijheid van meningsuiting vooral voor zichzelf. Toen de schrijver Laurent Angliviel La Baumelle in een pamflet wees op de fouten in Voltaires werk “Le siècle de Louis XIV” werd hij dankzij de interventie van Voltaires vriendin, Madame Denis, vervolgd en in de Bastille opgesloten. Zijn kritisch pamflet en brieven werden verboden.

Daarom heb ik het meer voor die andere verlichtingsfilosoof Diderot, die in zijn Encyclopédie over Intolérance (onverdraagzaamheid) schreef dat mensen die zich vergissen moeten beklaagd worden, niet bestraf: ‘Als uw meningen het toelaten mij te haten, waarom zouden de mijne het dan niet toelaten u te haten? (..) .Indien u uw waarheid aan mij voorschrijft, zal ik mijn dwaling, die ik voor waarheid houd, aan u voorschrijven.’

Het is een moeilijke evenwichtsoefening in onze huidige democratische samenleving. Kerstmis is een tijd van reflectie en vergevingsgezindheid. Aan allen… een zalige kerstboom.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content