Er zijn genoeg werkzoekenden in eigen land, vindt Vlaams minister van Werk Zuhal Demir. En daarom wil de N-VA-minister flink wat minder laagopgeleide arbeidsmigranten. Daarmee botst ze frontaal met de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka, die premier Bart De Wever ooit ‘zijn baas’ noemde.
‘Het arbeidsmigratiebeleid moet ook oog hebben voor bredere maatschappelijke belangen.’ De laatste woorden in de nota van minister van Werk Zuhal Demir (N-VA) zijn vetgedrukt.
In haar tekst, die twee weken geleden werd goedgekeurd door de Vlaamse regering, erkent Demir dat arbeidsmigratie een ‘waardevolle bijdrage’ levert aan de economie. ‘Maar het kan ook een negatieve impact hebben op de samenleving bij het ontbreken van een doordacht beleid.’
En dus gooit de Vlaamse regering het roer om. Voortaan richt het beleid zich vooral op hoogopgeleide arbeidsmigranten van buiten de Europese Unie. Het aandeel hooggeschoolden binnen de groep van arbeidsmigranten is de laatste jaren afgekalfd tot 36 procent. In de internationale war for talent wil Vlaanderen voortaan vooroplopen, met onder meer snellere procedures.
Ook bij middengeschoolde functies kondigen zich veranderingen aan. Demir wil het moeilijker maken om voor bepaalde knelpuntberoepen zoals bakkers, slagers en vrachtwagenchauffeurs buiten de EU te rekruteren.
‘Ook de kinderen van hooggeschoolden moeten met de bus naar school. Dat lukt niet zonder buschauffeur.’
R.I.P. Vlaamse industrie
De grootste impact treft de laaggeschoolde arbeidsmigratie. Die kraan wordt vanaf juli zo goed als volledig dichtgedraaid. Voor Demir is het onlogisch dat werkgevers buiten de EU naar werkkrachten zoeken (binnen de EU geldt vrij verkeer van werknemers). Van de 210.000 werkzoekenden in Vlaanderen is 43 procent laaggeschoold. Daar komen binnenkort de gevolgen bij van de beperking van de werkloosheidsduur tot twee jaar. De N-VA wijst ook naar de honderdduizenden langdurig zieken, en naar de hordes werklozen in Brussel en Wallonië.
‘Soms is het makkelijker om iemand van ver buiten Europa hierheen te halen in plaats van de werkzoekende van hier op te leiden en in dienst te nemen’, zei Demir in het Vlaams Parlement. Lees: werkgevers doen te weinig moeite.
Een uitzondering blijft de seizoensarbeid. Daar is het belang van arbeidsmigranten te groot, bevestigen verschillende experts. Limburg, de provincie van minister Demir die bekend is om haar fruitteelt, is veruit de grootste afnemer van arbeidsmigranten.
De plannen van Demir slaan in als een bom bij de werkgevers. Bij Fevia, de federatie van voedingsbedrijven, wordt hardop gespeculeerd over het terugschroeven van productie. Transportbedrijven, ook Katoen Natie van Fernand Huts, voorspellen nog meer stilstaande vrachtwagens door een tekort aan chauffeurs.
Bij de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka klinkt verbazing én boosheid. ‘R.I.P. Vlaamse industrie’, postte gedelegeerd bestuurder Bert Mons op LinkedIn, het doorgaans brave sociale medium voor professionals. En dat van een organisatie waarvan toenmalig N-VA-voorzitter Bart De Wever ooit grapte dat het ‘zijn baas’ was.
‘Voka is een politiek neutrale organisatie, al maken we op veel vlakken dezelfde analyse als de N-VA’, zegt Frank Beckx, vanaf 1 september gedelegeerd bestuurder bij Voka. ‘Denk aan de beperking van de werkloosheid in de tijd, die wij al jaren voorstellen en die er nu onder de federale regering komt. Maar bij arbeidsmigratie zitten we helaas op een ander spoor.’
Witte illegalen
Sinds 2019, het jaar waarin nieuwe regels werden ingevoerd, zit arbeidsmigratie in de lift. Via de populaire gecombineerde vergunningen, ook bekend als single permits, kunnen bedrijven makkelijk werkkrachten van buiten de EU aantrekken.
In 2019 kregen 11.700 mensen een vergunning. Na de coronadip van 2020 en 2021 nam de interesse opnieuw toe. In 2022 stond de teller op 14.500, in 2023 op bijna 16.000. Vorig jaar werd een recordaantal van 19.000 toelatingen bereikt. De grootste groep bestond uit Oekraïners, goed voor ruim 4000 vergunningen, gevolgd door Turken en Indiërs met elk zo’n 2500. In totaal ging het om 150 verschillende nationaliteiten. Er was zelfs één persoon uit het verre Fiji.
Werkgevers willen arbeidsmigranten, maar zodra ze hen niet meer nodig hebben, voelen ze zich niet langer verantwoordelijk.’
‘Voordat de single permits bestonden, werd arbeidsmigratie vrij amateuristisch aangepakt’, zegt migratiespecialist Johan Wets van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA-KU Leuven). ‘Omdat arbeids- en verblijfsvergunningen niet samenvielen, ontstonden absurde situaties waarin migranten hier wel mochten werken, maar niet wonen.’ Zij stonden soms bekend als ‘witte illegalen’.
Almaar meer werkgevers vinden de weg naar arbeidsmigratie. ‘Uiteraard willen we in de eerste plaats mensen binnen België en daarna binnen de EU rekruteren’, zegt Frank Beckx. ‘Maar sommige vacatures zijn met alle moeite van de wereld niet in te vullen. In bepaalde regio’s in Oost- en West-Vlaanderen is er amper werkloosheid. Dat is gewoon de realiteit.’
Kopzorgen
Dat bevestigt Michael Gore, gedelegeerd bestuurder van de Federatie van het Belgische Vlees (FEBEV). ‘De situatie voor slagers is zo penibel dat sommige bedrijven zelfs geen vacatures meer uitschrijven. Er komt toch niemand op af.’ En dus wordt er almaar meer buiten Europa gezocht. Eenzelfde geluid bij Caroline Deiteren, directeur-generaal van bouwfederatie Embuild Vlaanderen: ‘Puur cijfermatig komen we niet aan voldoende mensen die in aanmerking komen voor bepaalde functies in de bouw.’
Via zijn bedrijf Expatgate regelt Turgut Yildiz het papierwerk voor bedrijven die een beroep doen op mensen van buiten de EU. Volgens hem zijn de nieuwe regels op lange termijn onhoudbaar. ‘Ik hoor van werkgevers dat ze hun fabrieken zullen moeten verhuizen. Kijk, vroeger kon je in varkensslachterijen EU-burgers zoals Bulgaren, Roemenen of Polen in dienst nemen. Nieuwe generaties willen dat werk niet meer doen. Daarom kijken bedrijven steeds vaker buiten de EU, bijvoorbeeld naar Turken.’
Ook vanuit het perspectief van buitenlandse werknemers zijn de plannen ‘bizar’, zegt Jan Knockaert, coördinator van Fairwork Belgium, een organisatie die opkomt voor arbeidsmigranten. ‘De maatregelen passen bij de ideologie van de minister, maar stroken niet met de realiteit op de arbeidsmarkt. De job moet nu eenmaal worden gedaan. En al de inactieven worden niet van vandaag op morgen vrachtwagenchauffeur.’
Sociale dumping
Knockaert verwacht dat bedrijven meer zullen grijpen naar detachering, waarbij buitenlandse werknemers tijdelijk naar België komen. ‘Een belangrijk verschil is dat hun sociale bijdragen niet hier worden betaald, zoals bij arbeidsmigratie, maar in het land waar hun werkgever is gevestigd, zoals Tsjechië of Slowakije.
Bovendien staan gedetacheerden juridisch minder sterk in hun schoenen dan arbeidsmigranten.’ Hij juicht toe dat de Vlaamse regering zal inzetten op een inburgeringstraject. ‘Zo worden ze beter geïnformeerd over hun rechten en zijn ze beter gewapend tegen uitbuiting.’
‘Het risico op sociale dumping stijgt met detachering’, bevestigt Johan Wets. ‘Ironisch genoeg zullen de maatregelen juist méér mensen van buiten de EU aantrekken. Zo is het bekend dat bedrijven uit Portugal niet per se Portugezen sturen, maar Brazilianen.’
Arbeidsmarktexpert Jan Denys begrijpt de kritiek van de werkgevers, maar steunt Demirs plannen. ‘Ik ben principieel niet gekant tegen detachering. Als de regels worden nageleefd, is het een goede manier om mensen tijdelijk hier te laten werken.’
Win-win-win
Dat aspect van tijdelijkheid is belangrijk, zegt Denys. ‘Werkgevers zijn kort van geheugen. In de twintigste eeuw hebben we massaal kortgeschoolde arbeiders binnengehaald. Je kunt moeilijk zeggen dat dit altijd goed is verlopen. Uiteraard hebben die mensen hier gewerkt, maar zodra ze in een kwetsbare positie belandden, bleven velen daarin hangen. Dat is de blinde vlek van de werkgevers: ze willen arbeidsmigranten, maar zodra ze hen niet meer nodig hebben, voelen ze zich niet langer verantwoordelijk.’
‘Er moet een win-win-win zijn voor werknemer, werkgever én samenleving. Die laatste win is te veel uit het oog verloren.’
Maaike De Vreese, migratiespecialiste en Kamerlid voor de N-VA, onderhandelde mee over ‘het strengste migratiebeleid ooit’ in het Vlaamse en federale regeerakkoord. ‘Deze kwestie louter door een economische lens bekijken is te beperkt. Arbeidsmigratie leidt ook tot gezinshereniging. We moeten ook rekening houden met de impact op huisvesting, onderwijs en integratie. Er moet een win-win-win zijn voor werknemer, werkgever én samenleving. Die laatste win is te veel uit het oog verloren.’
De Vreese wijst ook op de vermoedens van onregelmatigheden in 2022 bij Turkse en Marokkaanse gecombineerde vergunningen. De Vlaamse overheid blokkeerde honderden dossiers en liet ze opnieuw controleren – ook bij het bedrijf van Yildiz.
Enkele dossiers werden effectief ingetrokken. Er zijn ook gevallen bekend waarbij ‘bakkers’ worden ingezet in een kebabzaak. Knockaert: ‘Als er risico op fraude is, moet je meer inspecteurs aanwerven. We stoppen toch ook niet met bouwen als er fraude wordt vastgesteld met bouwvergunningen?’
Ook binnen de Vlaamse meerderheid van N-VA, Vooruit en CD&V zijn er vragen. ‘Er zit eten en drinken in de nota van de minister, denk aan de versnelling van de doorlooptijden van aanvragen’, zegt CD&V’er Robrecht Bothuyne.
‘Maar ik lees niets over hoe ze werkzoekenden zal toeleiden naar vacatures. Je kunt de kraan niet toedraaien als je geen garantie hebt dat het water op een andere manier stroomt.’ Het kabinet-Demir wijst naar de VDAB, die meer aanklampend te werk zal gaan.
Zedig zwijgen
In elk geval schuwt de N-VA de confrontatie met Voka en het ‘patronaat’ niet. Politicoloog Joost van Spanje (University of London) vindt het opvallend dat Demir zélf met het voorstel komt om arbeidsmigratie in te perken. ‘Bij de VVD, zowat de Nederlandse tegenhanger van de N-VA, legt men vooral de nadruk op asielzoekers, maar zwijgt men zedig over arbeidsmigranten. Doen ze dat niet, dan krijgen ze problemen met werkgeversorganisaties, een belangrijk deel van hun achterban.’
In de Verenigde Staten spelen soortgelijke dilemma’s. ‘Veel huishoudens en bedrijven die de Republikeinen en Donald Trump steunen, hebben er geen probleem mee dat miljoenen mensen zonder papieren rotklusjes doen. Tegelijk is het aantal Amerikanen dat álle sans-papiers wil deporteren bijzonder hoog. Er is een tweespalt tussen Republikeinse geldschieters en Republikeinse kiezers.’
‘We maken op veel vlakken dezelfde analyse als de N-VA, maar bij arbeidsmigratie zitten we helaas op een ander spoor.’
Dat de N-VA de stap toch aandurft, komt door de hete adem van het Vlaams Belang, zegt politicoloog Steven Van Hecke (KU Leuven). ‘De N-VA wil niet de indruk wekken dat ze de poorten openzet voor legale arbeidsmigratie, want dan maakt radicaal-rechts gehakt van het beleid.
Maar rechts komt zichzelf tegen. Ook iemand als de Hongaarse premier Viktor Orbán beseft wellicht dat hij migratie nodig heeft voor de ontvolkte regio’s van zijn land. Dat krijgt hij niet over zijn lippen.’
Hiep, hiep, hoera
In het parlement blijkt dat het Vlaams Belang moeite heeft om Demir aan te vallen. Uiteraard vindt de partij wel een manier om gaten in het beleid te schieten, maar vorige week gooide parlementslid Tom Lamont ook een bloemetje naar Demir: ‘Die nota was absoluut noodzakelijk.’
Jan Denys: ‘Je hoeft geen extreemrechtse reflex te hebben om vast te stellen dat integratie ons moeite heeft gekost. Migratie is niet alleen “hiep, hiep, hoera”. Wie vroeger kritiek gaf, werd door “ruimdenkenden” weggezet als racist. De voorbije decennia is er meer begrip gekomen voor de bezorgdheden.’
Daarnaast is er een bredere discussie nodig over specifieke sectoren, zegt Denys. ‘In de vleesindustrie zijn er bedrijven die volledig op export draaien én uitsluitend buitenlandse werknemers aanwerven. Dan mag je toch de vraag stellen of zo’n bedrijf nog in Vlaanderen thuishoort.’
Wat met de vaststelling dat minder arbeidsmigratie funest kan zijn voor onze economie? In de woorden van Jan Knockaert: ‘Ook de kinderen van hooggeschoolden moeten met de bus naar school. Dat lukt niet zonder buschauffeur.’
Joost van Spanje keert het argument om. ‘Voor de meeste migratiekritische kiezers maakt het niet uit hoeveel een oplossing kost. Als iemand dan met economische argumenten komt, moet ik denken aan de Engelse uitdrukking bringing a knife to a gunfight. Voor veel mensen is het simpelweg geen argument.’ Hij trekt een parallel met het klimaatdebat. ‘Ook voor veel hoogopgeleiden maakt het niet uit hoe duur de oplossingen zijn voor de klimaatcrisis. Zolang het probleem maar wordt aangepakt, mag het best wat kosten.’