Durft Bart De Wever met ontslag te dreigen?

Eerste minister De Wever heeft kopzorgen: hij krijgt zijn regeringspartijen niet op één lijn rond de begroting die hij beoogt. © Belga
Walter Pauli

Bart De Wever heeft grote problemen om zijn herziene begroting rond te krijgen. De premier krijgt zijn coalitiepartners niet mee. In zijn tijd begon Jean-Luc Dehaene dan te pokeren.

Eerste minister Bart De Wever (N-VA) krijgt zijn begroting niet rond en haalt zelfs zijn eigen deadlines niet. De tegenstellingen die de vorming van ‘Arizona’ moeilijk maakten, zorgen ervoor dat ook de begrotingscontrole geblokkeerd zit.

Vooral MR ziet de kans schoon om echt te hakken in de sociale zekerheid (en wil eigenlijk nog altijd tegelijk de belastingen fors verminderen). Ook de N-VA zit min of meer op die lijn. Meer inkomsten zijn taboe, toch als het om hogere belastingen gaat. Een indexsprong – dus een niet-verhoging van de lonen – zag de premier wel zitten, maar dat stuitte meteen op een veto van Vooruit, de CD&V en Les Engagés, de (vrij gematigde) sociale flank van deze regering.

Vooruit is niet helemaal mee in dat verhaal. De Vlaamse socialisten willen wel meer belastingen, bovendien op te hoesten door de sterkste schouders. Dat wil zeggen, aldus voorzitter Conner Rousseau: ‘Een échte miljonairsbijdrage.’ Terwijl de laatste eindjes van de in het regeerakkoord voorziene meerwaardebelasting nog altijd dienen uitgeklaard te worden.

Ook het aartsmoeilijke pensioendebat past daarin. Wat officieel een ‘pensioenhervorming’ heet, werd vertaald in een vraag naar de regeringspartijen naar nieuwe voorstellen om te besparen in de pensioenen.

Het laat raden dat die miljonairs zich daartegen verzetten. In Humo/De Morgen liet vermogensbeheerder Geert Noels weten: ‘Er bestaat al een miljonairstaks. De rijkste 10 procent betaalt bijna alles in dit land’. Het zijn ware filantropen, onze (bijna)-miljonairs.

Misschien kan historicus De Wever troost halen uit de geschiedenis. In de jaren negentig heeft de legendarische premier Jean-Luc Dehaene (CVP, nu CD&V) acht jaar lang de broeksriem aangehaald om België in de Eurozone te loodsen. Daarvoor heeft hij een aantal coalitiepartners letterlijk moeten meesleuren. Ook Bart De Wever zegt vandaag een oplossing op lange termijn te beogen. Tegen 2029 moet 10 miljard euro gevonden worden om de kloof tussen inkomsten en uitgaven te dichten. Als de coalitiepartners mee willen. 

Toespraak in Gent

Wat vandaag haast vergeten is, is dat Dehaene voor krek hetzelfde probleem stond als De Wever tijdens het begin van zijn eerste regeerperiode als premier. Het was ook hem duidelijk geworden dat de begroting moest bijgestuurd worden. Net als De Wever maakte Dehaene dat duidelijk tijdens een veelbeluisterde toespraak in Gent. Niet als referaathouder van het universitair openingscollege politicologie, wel als gastspreker van de opening van de Jaarbeurs.

Dehaene lichtte zijn Gentse gehoor in dat de regering  ‘onverwijld bijkomende maatregelen moest nemen’ en ‘in het licht van de verslechterde economische perspectieven een veiligheidsmarge moest inbouwen’: ‘Het begrotingswerk moet dus niet worden overgedaan maar aangevuld’ – ook dat is een manier van voorstellen.

In zijn Memoires schreef Dehaene dat zijn regering helaas niet op één lijn zat, niet over de timing en zeker niet over ‘de invulling’ van die operatie. Dehaene had vooral last van de twee grootste partijen, namelijk zijn eigen CVP en de grootste Franstalige partij, de PS. De PS was te radicaal en wilde van geen enkel socialistisch taboe afstappen. Vervang ‘PS’ door ‘MR’ en ‘socialistisch’ door ‘liberaal’ en je hebt een perfecte omschrijving van Georges-Louis Bouchez als politiek probleem.

Het was voor mij duidelijk dat we er in de regering niet uit zouden geraken. Er was nood aan enige dramatisering. Dat zou ook toelaten om wat tijd te winnen tegenover het parlement. Er moest dus gepokerd worden’

Dehaene had ook geen cadeau aan de nieuwe minister van Begroting, zijn partijgenote Mieke Offeciers. Politiek was zij geen al te sterk figuur. Valt dat ook niet te zeggen over minister van Financiën en Pensioenen Jan Jambon (N-VA)? Als de 700 pagina’s dikke pensioennota niet tijdig door de Kamer en in het staatsblad raakt (en het is zo goed als uitgesloten dat dat zal lukken), dan kan De Wever fluiten naar de beoogde ‘minder uitgaven’ van de pensioenhervorming. Ook inzake nieuwe, creatieve voorstellen voor meer inkomsten gaat van het kabinet-Jambon weinig energie en nog minder inspiratie uit.   

‘Ik had duidelijk meer steun van de kleine partijen’, schrijft Dehaene. ‘PSC (nu: les Engagés) was bereid om ver te gaan.’ Maar vooral ‘de SP (nu Vooruit) had begrepen dat blindelings de vakbonden volgen neerkwam op politieke zelfmoord. Zowel minister van Buitenlandse Zaken Willy Claes als minister van Pensioenen Freddy Willockx binnen de regering, als partijvoorzitter Frank Vandenbroucke buiten de regering stoffeerden het debat met constructieve voorstellen en probeerden de PS tot rede te brengen.’

Vandaag volgt Vooruit het ABVV niet echt. En Frank Vandenbroucke – toen als piepjonge partijvoorzitter, nu als senior superminister – plaatst alvast in de gezondheidszorg iedereen voor zijn verantwoordelijkheid. Wat dan weer iedereen zenuwachtig maakt, de artsen op kop.

Dramatisering

Misschien biedt het Bart De Wever enige troost (of inspiratie?) om te weten dat Dehaene zijn meerderheid ook niet zomaar meekreeg in oplossingsgericht denken en handelen. ‘We zaten dus in een impasse. Het was voor mij duidelijk dat we er in de regering niet uit zouden geraken’, schreef Dehaene. ‘Er was nood aan enige dramatisering. Dat zou ook toelaten om wat tijd te winnen tegenover het parlement.’ Malicieus: ‘Er moest dus gepokerd worden.’

Jean-Luc Dehaene deed dit door, uit het niets, op de ministerraad aan te kondigen dat hij naar de koning zou stappen om het ontslag van zijn regering in te dienen, gezien de regering niet in staat was om te besparen. Hij noemde die operatie ‘ontslag om beter te kunnen springen’. Want: ‘Zoals te verwachten was, hield de koning het ontslag in beraad.’ Dat was toen koning Boudewijn, met wie Dehaene best een goede verhouding had. Een beetje zoals premier De Wever en koning Filip. Dehaene suggereerde aan de vorst om ‘een reflectieweekend in te lassen’. Want: ‘Dat zou ongetwijfeld bijdragen tot de noodzakelijke dramatisering van de situatie. Zelf maakte ik van dat weekend gebruik om een scenario uit te werken dat een oplossing kon bieden.’

Koning Boudewijn stelde daarop Dehaene aan als ‘bemiddelaar’ van zijn eigen kabinet: ‘Ik moest met een oplossing komen die het de koning mogelijk zou maken om het ontslag van de regering te weigeren.’ Zelfs de PS durfde daar niet tegen ingaan. De regering was zogezegd gered, maar vooral: Dehaene had de hele regering achter zijn begroting gekregen.

Achteraf gaf Dehaene toe dat zijn werkmethode onorthodox was, niet zonder gevaar en dus niet voor herhaling vatbaar. Maar, typisch den Dikke: ‘Het belangrijkste was dat we een akkoord hadden.’

Durft De Wever? Kan hij?

De vergelijking met Dehaene legt de focus natuurlijk helemaal op de persoon van Bart De Wever. Kan hij pokeren? Durft hij de partijvoorzitters voor het blok te zetten: of je volgt mij, of je zoekt het zelf maar uit? En vooral, is hij voldoende creatief en, niet in het minst, voldoende onderlegd (en goed omringd) om zelf voorstellen op papier te kunnen zetten waartegen de coalitiepartners zich niet langer kunnen verzetten, tenminste niet zonder zelf groot gezichtsverlies te lijden?

Wat dan zouden ze kunnen zakken in de peilingen. En alles liever dan dat. Zelfs het slikken van een begroting die hen niet helemaal zint. In die zin is er in dertig jaar bitter weinig veranderd in de politieke geschiedenis van dit land.

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise