Peter Mertens (PVDA): ‘De politieker en filosoof in mij heeft medelijden met de mensen die ons populist noemen’

'Natuurlijk kan je ook een goede bankier zijn. Onze economie heeft ook banken nodig, zonder kredieten kunnen ondernemingen niet verder. De vraag is alleen of je een publieke kredietverstrekker of een private nodig hebt.'

In Zeven politieke dromers gaat journaliste Lisbeth Imbo op zoek naar de mens achter de Vlaamse partijvoorzitters. In deze voorpublicatie biedt Knack u een passage aan over de visie en het leven van PVDA-voorzitter Peter Mertens.

Uit het hoofdstuk Visie, ambitie en dromen

Ik ben een Gramsciaan. Antonio Gramsci heeft het over het gevecht tussen het optimisme van de wil en het pessimisme van de ratio. Volgens mij domineert het optimisme. Waar ik echt in geloof, is dat er een generatie gaat komen – of er al is – die sociaal, democratisch en ecologisch de wereld zal verbeteren. Ik word echt fundamenteel vrolijk van die jonge mensen die nu op straat komen. De mens is een sociaal wezen. Er is bij eenieder een spanningsveld tussen individualisme en het collectieve. Ik geloof helemaal niet dat de mens alleen maar collectief is, zoals gedacht in het grijzemuizensocialisme. Maar de mens is ook niet alleen maar een kapitalistische iedereen-voor-zich individualist. De twee gaan samen. (…)

Ik ben er niet meer van overtuigd dat mijn kinderen en kleinkinderen het beter zullen hebben. Ik geloof wel dat deze nieuwe generatie een fond legt die er lang niet geweest is. Dit zijn de eerste grote scholierenacties sinds dertig jaar. De strijd is opnieuw springlevend. Uiteindelijk geloof ik in die positieve kracht. Je ziet dat ook in die jongerenbeweging. Hoe die nieuwe generatie nadenkt over hoe de wereld in elkaar moet zitten, is fantastisch.

Die beweging kan alle richtingen uitgaan, ik ben me daar bewust van. Maar ik heb in de eerste plaats oprecht respect voor die jongeren. Ze zijn niet op straat gekomen om meer geld te verdienen, om CEO te worden, om stomme reclame te maken voor producten die niemand nodig heeft. Neen, ze zijn op straat gekomen met de vraag of we wel die producten moeten maken die niemand nodig heeft. Of het niet anders moet. Zij zetten de toon van het debat.

Ik heb de meeste schrijfsels van mijn collega’s gelezen en bij sommige betwijfel ik of ze het wel zelf geschreven hebben.

Natuurlijk kan je ook een goede bankier zijn. Onze economie heeft ook banken nodig, zonder kredieten kunnen ondernemingen niet verder. De vraag is alleen of je een publieke kredietverstrekker of een private nodig hebt. Als die private spelers met alle wetten en alle ruimte die ze gekregen hebben, de hele maatschappij naar de haaien speculeren, dan is het misschien tijd voor een publieke kredietverstrekking. Die publieke bankiers mogen zelfs heel veel verdienen, maar niet 25 keer meer dan de gemiddelde werknemer. Als wij dat voorstellen, dan is het kot te klein. Maar in het Amerika van Reagan – toch ook geen communist – was het heel normaal dat alles boven de twee miljoen dollar aan 70 procent belast werd. Het spanningsveld tussen rijk en arm was toen veel kleiner. Iedereen is intussen zo naar rechts opgeschoven, de kant van het neoliberalisme op, dat wij met onze voorstellen nu extreem lijken.

Ik maak me er niet langer druk om dat sommige partijen ons wegzetten als een partij aan de andere kant van het cordon sanitaire. We willen ook geen beleid voeren met Open VLD. Ik word er wel kwaad van in die hoek gezet te worden door intelligente mensen. Met alle respect voor Gwendolyn Rutten, maar dat ze eerst mijn boeken leest en dan zullen we een politiek debat starten. Ik heb de meeste schrijfsels van mijn collega’s gelezen en bij sommige betwijfel ik of ze het wel zelf geschreven hebben. Ik wil een inhoudelijk debat, ik pas voor de framing door de Ruttens en de Bekes van de Wetstraat.

Elke partij heeft haar wortels in de 19de en 20ste eeuw. We hebben een ongelooflijk bloedige traditie gekend van het kolonialisme onder Leopold II waarbij één miljoen mensen geslachtofferd zijn. Dat heeft toch een pak langer geduurd dan ons geflirt met het maoïsme. Iedereen heeft zijn geschiedenis en zijn kruis te dragen van de excessen. Of het nu het nationalisme is dat twee wereldoorlogen veroorzaakt heeft, of het christendom dat de kolonialisten uitgedragen hebben of het liberalisme met het neokolonialisme.

Men draagt het woord ‘populist’ als geuzennaam. De socioloog en historicus in mij vindt dat zever.

We zijn het niet eens met hoe er met het zuiden omgegaan wordt. Want alt-right is niet alleen maar racisme en klimaatnegationisme, het predikt ook opnieuw de blanke superioriteit ten aanzien van de planeet. Wij gaan daar keihard tegenin en steunen alles wat dekoloniseert. Maar zodra wij kritiek hebben op interventies van het Amerikaanse imperialisme, dan is het kot te klein. Wij stemden als enige partij tegen de bombardementen in Libië en Syrië. De groenen gaan mee met al die imperialistische beslissingen! Ik vind dat heel bevreemdend.

Men draagt het woord ‘populist’ als geuzennaam. De socioloog en historicus in mij vindt dat zever. Een coherente wereldvisie, of die nu christendemocratisch, sociaaldemocratisch, marxistisch of nationalistisch is, is per definitie niet populistisch. Op sommige momenten zijn we populair, maar op andere gaan we tegen de stroom in… De politieker en filosoof in mij heeft medelijden met de mensen die ons populist noemen. Ze hebben geen idee waarover ze het hebben. Het is een containerbegrip geworden.

Ik wil gerust een debat voeren over het populisme en de geschiedenis van de volkspopulisten, over hoe geslepen rijke senatoren uit het oude Rome bewust de vox populi napraatten om stemmen te vergaren, terwijl ze intussen de belangen van de begoeden en de aristocraten dienden. Ons noemen ze populisten als we de verloning van de parlementairen aanvallen. Zelf kunnen ze op 55 jaar met pensioen met 4.000 euro per maand. Maar intussen willen ze iedereen tot hun 67ste laten werken. Dat zijn twee maten en twee gewichten.

Akkoord, politici werken ook hard en vele uren, maar dat is niets in vergelijking met de nachtverpleegster en de ploegenarbeider. Hun ruggen zijn kapot op het einde van de rit. Als er dan iemand die 10.000 euro per maand verdient, je komt vertellen dat je nog langer moet werken, dan begrijp ik dat zij kwaad worden.

Er was van Dries Van Langenhove geen sprake geweest zonder het discours van Theo Francken en Bart De Wever.

Die mensen voelen zich in de steek gelaten. Ze zijn die ‘ik’-maatschappij kotsbeu en ze herkennen zich niet in het ideaal van de topbankier. Die mensen spuwen de autocratie en het Europa van het grote geld uit. Hoe meer de Verhofstadts van de EU blijven zwaaien met het vingertje, hoe meer die afkeer zal toenemen. De groen-blauwe as in Europa is een elitaire as en biedt geen antwoord op de geel-bruine as in Europa. We hebben een nieuw soort rood-groene as nodig, een derde weg. Een inclusief chauvinistisch wij-verhaal.

Het antwoord van Bart De Wever op het Vlaams Belang is maar een ersatz-antwoord. Daarmee is niets opgelost. Integendeel. Door het model deels te kopiëren, heeft N-VA alt-right mee groter gemaakt dan ooit. Ze hebben het monster dat ze wilden verkleinen weer helpen opstaan. Er was van Dries Van Langenhove geen sprake geweest zonder het discours van Theo Francken en Bart De Wever. De Wever is een ongelooflijk intelligent en strategisch iemand. Ik zit drie keer per maand samen met hem op het fractieoverleg van de gemeenteraad en ik leer enorm bij van zijn manier van denken. Volgens mij is hij een van de gevaarlijkste figuren in Europa.

Ik ben heel blij dat hij niet in Duitsland leeft, dat had pas echt problematisch kunnen worden. Waar wil hij naartoe? Het corporatistische model waar hij voor staat, één geassimileerd volk, één natie en één leiderschap, is een enorm gevaarlijk model.

Die autoritaire democratie, in functie van het grote geld en met vakbonden, ziekenkassen en middenveldorganisaties die aan de leiband liggen, is een gemuilkorfde democratie. Samenlevingen waar niet iedereen zijn zeg kan doen, waar er zogezegd geen tegenstelde belangen zijn, zijn heel gevaarlijk. Een democratie is ook een tegengesteld landschap waar tegengestelde belangen en meningen een plaats hebben. Een belang van een CEO is niet het belang van een arbeider.

Peter Mertens en Raoel Hedebouw (PVDA-PTB).
Peter Mertens en Raoel Hedebouw (PVDA-PTB).© Belga

Uit het hoofdstuk Het leven van een partijvoorzitter

Er is duidelijk ruimte voor ons verhaal. We zitten niet langer in de marge. Toen ik lid werd in 1991, telde de PVDA 1.400 leden. Ik heb die partij als voorzitter van 2.000 leden in 2008 naar 16.000 leden gebracht vandaag. Dat is een gigantische groei! Alles zag ernaar uit dat onze partij zou opdrogen als een vis op het droge.

Het was niet evident om dat te keren en de werking uit te bouwen. Wij zijn een nationale partij, in een verzuild landschap. Ik besefte wel meteen dat het in Brussel en Wallonië sneller zou lopen dan in Vlaanderen. Wij hadden hier een belangrijk momentum gemist, toen de stemmen van de sociaaldemocratie naar extreemrechts gingen.

Vroeger had je echt een rode gordel rond Antwerpen, waar de socialisten de helft van de stemmen binnenhaalden. Maar eind jaren 80 heeft het Vlaams Blok die mensen naar zich toe weten te halen en kreeg links zware klappen. Wij waren toen als PVDA nog zo sektarisch en dogmatisch dat we er niet in geslaagd zijn die verloren sp.a-leden naar ons toe te krijgen. Dat ergerde mij rot. Wij hebben niet kunnen verhinderen dat het Blok zo groeide.

In 2014 werd alles op de stad Antwerpen ingezet, de Kempen hebben we links laten liggen. Dat was strategisch fout.

Die mensen nu nog overtuigen, na decennialang het racistische discours van Filip Dewinter aangehoord te hebben, is honderd keer moeilijker. Daarin ligt het verschil met het zuiden van het land. Daar is de PS al die tijd machtig gebleven. Het is pas recent met de affaires Publipart en Publifin dat ze klappen gekregen hebben. Wij stonden dit keer wel klaar, in tegenstelling tot partijen als Démocratie Nationale. Extreemrechts in Wallonië heeft zeker potentie, die thema’s leven daar ook, maar ons geluk is dat ze daar over elkaar heen rollen in geruzie in plaats van aan politiek te doen.

Van 2008 tot 2014 is het heel snel gegaan. Met de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 wisten we een doorbraak te forceren. Van een quasi onbestaande partij haalden we in Antwerpen 8 procent. Ook in Gent en Brussel zat het goed. Maar twee jaar later kwam er een knak in de groei.

Door de zesde staatshervorming vielen alle verkiezingen samen in 2014. De timing was scherp voor onze partij, en dus hebben we alles op alles gezet in de stad Antwerpen, in de hoop zo één zetel binnen te halen. Hoe minimaal ook, zo één zitje levert heel wat visibiliteit op en is dus cruciaal.

Kijk naar PTB in Wallonië. Ze haalden in 2014 ook maar nipt de kiesdrempel met 5,5 procent, maar met Raoul Hedebouw hadden we meteen een sterkhouder in het parlement. In Vlaanderen hebben we toen onze kans verkeken. Alles werd op de stad Antwerpen ingezet, de Kempen hebben we links laten liggen. Dat was strategisch fout en de ontgoocheling was groot. We hebben daar intern veel over gediscussieerd.

Ik heb ook al ideeën moeten verdedigen waar ik zelf niet achterstond.

Wij hebben binnen de partij de cultuur om keihard je gedacht te zeggen. Ik zie erop toe dat de democratische ruimte er is om je mening te kunnen geven. Ik geloof in een loofboom-model qua leiderschap. Daartegenover staat het model van de naaldbomen, waar onder de grote bomen niets meer groeit. Kijk naar de N-VA van Bart De Wever. Bij ons kan iedereen alles zeggen. Ik vind het belangrijk dat dat debatmodel er is, met veel controle en een open kritische geest. Zo wordt de eenheid versterkt.

Ik wil geen blind suivisme. De voorwaarde is wel dat zodra we iets besluiten, we er met z’n allen voor gaan. Ik heb ook al ideeën moeten verdedigen waar ik zelf niet achterstond. Die cultuur maakt ook dat er vertrouwen is in de partij en in mekaar. Mocht dat wegvallen en ik onverwacht een mes in de rug gestoken word door mijn partijgenoten, dan zou ik echt gefaald hebben.

Na de nederlaag van 2014 kwam het erop aan te weten waar de fout lag en hoe te remediëren. Zodra je die sleutel gevonden hebt, kan je weer opbouwen. Dat is ons ook gelukt. Met de lokale verkiezingen van 2018 streefden we naar 150 lokale verkozenen en het werden er 165, dus wat dat betreft, zitten we op schema.

Raoul Hedebouw is enorm belangrijk voor ons, natuurlijk. Hij is dé gedroomde woordvoerder van een partij. Rad van tong, humoristisch, perfect tweetalig, en heel scherp op de bal. Hij is onze eigen Eden Hazard, en daar kan ik als trainer van de ploeg alleen maar heel content mee zijn (lacht).

Zeven politieke dromers wordt uitgegeven door Borgerhoff & Lamberigts. Het werk ligt op 4 mei in de winkels en kan ook online besteld worden. Meer informatie op https://borgerhoff-lamberigts.be/boeken/zeven-politieke-dromen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content