Johan De Wilde

‘Zou Ben Weyts als voetbalcoach al lang ontslagen zijn?’

Johan De Wilde Lerarenopleider bij Odisee hogeschool en co-voorzitter Velov

Wat als minister van Onderwijs Ben Weyts een voetbalcoach was? Hij zou al lang ontslagen zijn. Het zou een flauwe grap kunnen zijn. Voorspelbare clou, slechte mop. De prikkelende vraag en de bijhorende analogie is nochtans een ernstige reflectie waard, schrijft Johan De Wilde, docent lerarenopleiding. Hoe zou men in de bestuurskamers van de Pro League clubs oordelen over een coach als Ben Weyts?

Wat voelt het bestuur van een voetbalclub in 1A die ergens rond plaats 6 in een klassement van 16 ploegen staat? Is het blij en gerust omdat het team bovengemiddeld presteert en niet in de degradatiezone vertoeft? Of is het bestuur ontgoocheld en boos omdat de club niet aan de top meedraait? Het hangt ervan af. Heeft de club vroeger veel titels gevierd, dan zijn bestuur en supporters in crisis; zijn ze vorig jaar gepromoveerd of kampeerden ze de laatste jaren regelmatig onderaan de rangschikking, dan prijzen ze zich nu gelukkig.

De PISA-resultaten lijken voor het onderwijs wat een klassement is voor een sport. Ons Vlaams onderwijssysteem is dan een middenmotor die de kop verder lost. Alle  betrokken partijen zitten in de put. Velen zoeken verklaringen en schuldigen, vaak bij de anderen. Zijn de lerarenopleidingen en de koepels de spreekwoordelijke spitsen uit vorm die het scoren verleerd zijn of zijn het de leraren en de vakbonden die zo versleten of gedemotiveerd zijn dat ze te slap verdedigen?

Er is echter een punt waar de parallel duidelijk niet op gaat. De Vlaamse regering, de burgers, de leerkrachten, niemand eist het ontslag van de coach, onze minister van onderwijs. Niet zij die zweren bij PISA, noch zij die de PISA-testen relativeren. Niet zij die focussen op de gemiddelde scores, noch zij die zich storen aan de enorme leerkloof die er gaapt tussen de kinderen van bemiddelde ouders en van minder gefortuneerden of tussen kinderen zonder en met migratieachtergrond.

(lees verder onder de preview)

‘De lat hoog leggen’?

Misschien is het terecht dat de minister buiten schot blijft. Het onderwijs is een complex systeem met ontzettend veel radertjes. Onderwijsveranderingen doorvoeren vraagt jaren tijd, de effecten ervan aflezen uit leerprestaties nog langer. Tegelijk is het een heel gemakkelijke manier voor een politiek verantwoordelijke om overal mee weg te komen. Het is fijn voor Ben Weyts dat hij de problemen van vandaag kan wijten aan zijn voorgangers en tegelijk onzekere toekomstige successen nu al publiek op zijn conto kan schrijven, zonder dat de onderwijsspelers op het terrein en hele publieke opinie in de tribune hem uitlachen of hem op zijn eindverantwoordelijkheid wijzen. Voetbalcoaches kunnen enkel jaloers zijn op de welwillendheid die Ben Weyts en nog andere excellenties te beurt valt.

Goed geleide sportclubs gaan niet over een nacht ijs Niet alle sportclubs spelen paniekvoetbal door hun verliezende coaches zonder meer de laan uit te sturen. Een goed bestuur kijkt eerst of de spelers nog achter de coach staan. Hoeveel vertrouwen geniet onze huidige onderwijsminister bij de spelers op het terrein? Geloven zij dat de beslissingen die Ben Weyts neemt de juiste zijn? Geloven zij dat hij de tanker aan het keren is?

Het hangt wellicht af van waarmee ze Ben Weyts en zijn beleid associëren. Ze kunnen denken aan het mandaat van de leraar-specialist waarmee hij enkele maanden geleden op de proppen kwam of aan wat ze in de praktijk merken van de Digisprong. Waarschijnlijker is dat ze denken aan een van zijn vele tests: de koalatest Nederlands voor 5-jarige kleuters, de aangepaste startcompetentietest voor studenten in de lerarenopleiding of de aangekondigde gestandaardiseerde tests voor leerlingen in het leerplichtonderwijs. Die testen sluiten het nauwst aan bij de woorden die de minister al jaren het vaakst publiek uitspreekt, namelijk: ‘de lat hoog leggen’ en ‘Nederlands’ en zijn geloof dat hoe meer je iets test, hoe beter het wordt. Toch gok ik dat men Ben Weyts en zijn beleid nog het meest verbindt met het laatste van drie rapporten van evenzovele onderwijscommissies die hij in het leven riep en aan wie hij zijn denkwerk uitbesteedde.

Wie zijn beleid eerlijk wil inschatten, kijkt ook naar alternatieve prioriteiten en naar de samenhang in zijn beleid of het gebrek eraan. In plaats van zo te concentreren op testing, had hij net zo goed professionaliseringskansen en steun aan lerarenteams voorop kunnen stellen. In plaats van zijn verantwoordelijkheid voor noodzakelijke structurele ingrepen in het onderwijssysteem via rapporten van derden bij zijn opvolgers te leggen, had hij van bij het begin van de legislatuur met de sociale partners en andere stakeholders een gedeelde langetermijnvisie kunnen ontwikkelen. Zo had hij iedereen meteen kunnen responsabiliseren om samen een coherent beleid te implementeren.  

(lees verder onder de preview)

Goede voetbalbonzen luisteren niet alleen naar de stemmen uit de kleedkamer en de tactische plannen die de coach ontvouwt om te klimmen in de rangschikking, ze kijken ook naar het krediet dat de coach eerder bij andere clubs heeft opgebouwd. Er zijn er die de reputatie hebben bouwers te zijn. Ze boekten bij andere teams ook geen succes in het eerste jaar, maar pas later wanneer de nieuwe spelpatronen echt ingesleten zijn en beloftevolle jeugdspelers succesvol geïntegreerd.

Krediet

Hoeveel krediet heeft Ben Weyts al opgebouwd in zijn politieke carrière, met zijn andere ministerportefeuilles in de huidige en vorige legislatuur? Hij komt in elk geval ook vaak in het nieuws met sport en dierenwelzijn en daarvoor met mobiliteit en openbare werken. Heeft hij daar stenen verlegd waardoor de onderwijssector hem nu het voordeel van de twijfel moet geven? Zou hij het rekeningrijden niet invoeren om het fileprobleem structureel aan te pakken? Eerst wel, dan niet, maar dat jaren na zijn passage het filerecord op Vlaamse wegen gebroken is, hoorden we deze week.

Mijn geheugen mag dan selectief zijn, maar als onderwijsmensen en als burgers moeten we kritische vragen stellen over de politieke verantwoordelijkheid van onze onderwijsminister en zijn collega’s, zeker als ze voortdurend anderen op hun verantwoordelijkheid wijzen. Het is niet omdat hij als voetbalcoach wellicht voor het einde van zijn contract de laan zou uitgestuurd zijn, dat hij ook als minister moet opstappen. In de politiek gelden duidelijk andere regels. Er kan ontzettend zwaar getild worden aan een logo, een rekenfout of een vergeten dossier en heel coulant omgegaan worden met beleidsmakers die maar wat aanmodderen zonder echte of vermeende flagrante fouten te maken. We kunnen ermee leven als wij, als collectief bestuur, in juni maar bij de les zijn als we naar de stembus trekken. Alvast één goed voornemen voor 2024.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content