Onderwijsminister Zuhal Demir wil minder schooldagen waarop geen les wordt gegeven. Ze heeft gelijk, vindt onderwijsexpert Johan De Wilde. ‘De effectiviteit van de klassieke pedagogische studiedag is heel klein.’
Net nu veel leerlingen van de middelbare school genieten van enkele lesvrije dagen na de kerstexamens, komt onderwijsminister Zuhal Demir (N-VA) met een plan dat dagen-zonder-les tijdens het schooljaar zoveel mogelijk moet inperken. Haar plan werd vrijdag voor het eerst goedgekeurd tijdens de ministerraad van de Vlaamse regering, en het is de minister menens. Ook Johan De Wilde, als lerarenopleider en onderwijsexpert verbonden aan de Odisee Hogeschool, denkt dat die periode voor kerst véél korter kan. En misschien zelfs helemaal kan verdwijnen.
Johan De Wilde: Door de juridisering duren klassenraden alsmaar langer. Scholen willen zich indekken tegen mogelijke juridische procedures van ouders, maar daardoor gaat er na elke examenperiode ondertussen al een hele onderwijsweek op aan vergaderingen. Volgens mij hoeft dat voor Kerstmis en Pasen ook niet: alleen aan het einde van het jaar zijn er klassenraden nodig die tussen de examenperiode en het einde van het schooljaar een weloverwogen beslissing nemen over elke leerling.
Ik had vroeger donderdag voor de kerst- of paasvakantie mijn laatste examen, en een dag later kreeg ik mijn rapport al. De leerkracht die dat laatste examen gaf, moest wel een nachtje door werken om alles op tijd verbeterd te krijgen. Maar als dat een klein vak is en een gemakkelijk te verbeteren examen, is dat doenbaar. Ik zou in ieder geval niet weten waarom dat vandaag veel langer moet duren. Zeker voor Kerstmis is zo’n deliberatieweek zonder les echt overbodig.
Moeten leerlingen ook in die periode niet vakkundig beoordeeld worden?
De Wilde: Pas op, de juiste begeleiding is heel belangrijk. Maar als een leerling het niet goed doet of met andere problemen kampt, hebben leerkrachten dat meestal al vroeger door. Na de examens kun je niet meer bijsturen, dus is het niet zinvoller om begin november samen te zitten met de klassenraad over de begeleiding en zorg die een leerling nodig heeft? Vervolgens kunnen leerkrachten ergens in januari, als het stof van de rapporten wat is gaan liggen, opnieuw samenkomen voor een vervolg. Het gebeurt dan misschien ook beter voorbereid dan wanneer alle vergaderingen snel-snel voor de kerstvakantie moeten plaatsvinden.
De klassenraden moeten binnenkort ook niet meer door alle leerkrachten worden bijgewoond. Een goede zaak?
De Wilde: Ja, maar het mogen geen vergaderingen worden waarbij alleen de leerkrachten van de kernvakken zoals wiskunde en Nederlands het voor het zeggen hebben. Leerkrachten lichamelijke opvoeding, muzische vorming of godsdienst kennen de leerlingen op een andere manier dan hun collega’s van de hoofdvakken. Die meer holistische kijk is voor een totaalbeeld echt belangrijk. Er moeten wel efficiëntere vergadervormen te bedenken zijn, waarbij bijvoorbeeld divers samengestelde groepen van leerkrachten begeleidingsvoorstellen doen.
Klopt het dat in Vlaanderen veel te veel lesuren onnodig verloren gaan? Wij zouden 11 procent minder lestijd hebben dan het OESO-gemiddelde.
De Wilde: Met zulke cijfers moet u altijd opletten, want onderwijstijd is niet hetzelfde als lestijd. Het is niet heel duidelijk wat wel en wat niet meetelt in die statistieken, maar het is wel goed dat er actie ondernomen wordt tegen lesuren die door het jaar wegsijpelen.
Ook de pedagogische studiedagen worden verminderd voor leerkrachten. Dat zijn nochtans momenten waarop zij worden opgeleid.
De Wilde: Het is goed dat die dagen behouden blijven voor het basisonderwijs, waar met de nieuwe minimumdoelen grote veranderingen op til zijn. Ook in middelbare scholen hebben professionele leerkrachten collectieve momenten nodig waarop ze samen kunnen werken en nadenken over het lesgeven. Zo’n eerste moment zou ook in de laatste week van augustus kunnen vallen, voor de start van het schooljaar. Maar ook tijdens dat schooljaar zijn er momenten nodig om daar op terug te komen.
‘Ik heb jaren geleden al eens gezegd dat de pedagogische studiedag dood is.’
Onderwijsteams zijn meer dan een verzameling van vakspecialisten die alleen bekommerd zijn om hun eigen domein. Dat lijkt impliciet de visie te zijn van de minister, maar ze doet daarmee het schoolwerk tekort.
Er wordt soms wel lacherig gedaan over de kwaliteit van die pedagogische studiedagen.
De Wilde: Ik heb jaren geleden al eens in de media gezegd dat de pedagogische studiedag dood is. Het ging dan over wat zo’n dag klassiek soms nog altijd is: een eenmalige bijeenkomst waarbij iemand iets komt vertellen of uitleggen en daarna gaan alle leerkrachten samen eten. De effectiviteit daarvan is vaak heel klein. Er worden beter trajecten ontwikkeld waarbij een bepaalde verandering eerst uitgelegd en vervolgens in de lessen uitgeprobeerd wordt. Daarna moet feedback volgen. Maar het is echt geen goed idee om die pedagogische studiemomenten zomaar af te schaffen.
Tot slot: ook de eerste en laatste schooldag zullen en moeten lesdagen worden. Is dat niet wat overdreven?
De Wilde: Die fixatie op 1 september en 30 juni is niet de kern van de zaak. Het is wel goed om die eerste en laatste week eens te bekijken. Iedereen begrijpt dat het weinig zin heeft om het schooljaar op een vrijdag te laten beginnen. Start dan misschien op 4 september, maar laat het schooljaar dan ook doorlopen tot 2 juli. Dat is zinvoller. Daar was de minister in het verleden ook al wel van overtuigd.
Zuhal Demir (N-VA): ‘In een onafhankelijk Vlaanderen zouden we minder moeten besparen op de pensioenen’