Emiel De Baerdemaeker

‘Onderwijs moet uitdagen, maar ook begeleiden: tijd om de harde knip te verzachten’

Emiel De Baerdemaeker Student UGent

‘Als we écht willen dat meer jongeren hun plek vinden in het hoger onderwijs, moeten we stoppen met straffen waar we zouden moeten ondersteunen’, schrijft student Emiel De Baerdemaeker. Volgens hem is de recent ingevoerde ‘harde knip’ in het hoger onderwijs, dringend aan herziening toe.

Met de herexamens volop aan de gang en een nieuw academiejaar voor de deur is dit hét moment om het beleid rond studiesucces kritisch onder de loep te nemen. De druk op studenten neemt toe, het studielandschap wordt complexer en de gevolgen van eerdere beleidskeuzes beginnen duidelijk te worden.

Eén maatregel springt daarbij onmiskenbaar in het oog: de harde knip.

Twee jaar na de invoering bereikt de eerste generatie studenten het beslissende punt: wie na twee jaar nog niet voor alle eerstejaarsvakken geslaagd is, moet zijn opleiding verplicht stopzetten. De maatregel werd ingevoerd om het dalende studierendement te keren. Maar de eerste signalen wijzen eerder op een averechts effect: studenten haken af, blijven steken op één vak of geven hun studies volledig op. Wat bedoeld was om efficiënter studeren te stimuleren, leidt steeds vaker tot verlies van talent en motivatie.

De overstap naar het hoger onderwijs is voor velen een sprong in het diepe. De onderwijskwaliteit in het secundair staat al jaren onder druk, en de gevolgen van de coronacrisis op leerachterstand zijn nog lang niet weggewerkt. Voor veel eerstejaars is het academisch niveau een abrupte confrontatie. In dat licht is het weinig verwonderlijk dat de eerste examenmomenten geen representatieve afspiegeling zijn van hun potentieel.

Vier kansen op een examen lijken ruim, tot je beseft dat één moeilijk vak het verschil kan maken tussen doorgaan of alles verliezen. De druk bij die laatste kans is ondraaglijk en vaak verlammend. Wie faalt, verliest niet alleen studievoortga

ng, maar vaak ook zelfvertrouwen. Wie zich daarna moet heroriënteren, doet er al snel zes tot zeven jaar over om alsnog een diploma te behalen. Is dat werkelijk efficiënter?

Daar komt bij dat deze aanpak ongelijkheid versterkt. Studenten met een stevig netwerk of financiële buffer kunnen zich bijlessen, extra begeleiding en zelfs een nieuwe studie na twee “mislukte” jaren veroorloven. Voor wie uit een minder bevoorrechte achtergrond komt, ligt dat anders. Bijlessen zijn vaak onbetaalbaar en een nieuwe studierichting opstarten is vaak financieel niet haalbaar. Het gevolg? Veel studenten belanden zonder diploma op de arbeidsmarkt, met minder kansen en een blijvende achterstand.

Dat studievoortgang bewaakt moet worden, spreekt voor zich. En ook heroriëntatie heeft zijn plaats. Maar het huidige beleid is te zwart-wit. Voorstanders van een zachte knip – waarbij studenten een beperkt aantal studiepunten uit het eerste jaar mogen meenemen – pleiten niet voor vrijblijvendheid, maar voor billijkheid. Voor een systeem dat ruimte laat voor groei en ontwikkeling, in plaats van meteen af te rekenen.

Ook het vaak ingeroepen argument van kwaliteitsbewaking houdt onvoldoende stand. Studenten die struikelen over één vak zijn niet per definitie minder bekwame toekomstige professionals. Een meer genuanceerd deliberatiesysteem, waarin ook inzet en progressie meewegen, zou veel verdedigbare diploma’s opleveren zonder aan academische waarde in te boeten.

Onderwijs moet uitdagen, maar ook begeleiden. Streng zijn mag, maar dan wel rechtvaardig en met oog voor context. Als we écht willen dat meer jongeren hun plek vinden in het hoger onderwijs, moeten we stoppen met straffen waar we zouden moeten ondersteunen. Hoog tijd om de harde knip te verzachten, voor we meer studenten verliezen dan winnen.

Emiel De Baerdemaeker is student Bio-ingenieurswetenschappen aan de UGent. Hij is id van het Honoursprogramma “Quetelet colleges” van de UGent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content